Koninklijk besluit houdende sommige maatregelen voor de reorganisatie van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen., de 18 octobre 2004

HOOFDSTUK I. - Onderneming voor spoorvervoer.

Afdeling 1. - Omzetting in naamloze vennootschap van publiek recht.

Artikel 1. Op de datum van inwerkingtreding van het koninklijk besluit bedoeld in artikel 2 wordt de dochtervennootschap die door de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (hierna de " N.M.B.S. " genoemd) is opgericht met de naam " Nieuwe N.M.B.S. " en met als doel het vervoer per spoor van reizigers en goederen, ingedeeld bij de autonome overheidsbedrijven bedoeld in artikel 1, § 4, van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. Op dezelfde datum wordt Nieuwe N.M.B.S., zonder onderbreking van de continuïteit van haar rechtspersoonlijkheid, een naamloze vennootschap van publiek recht, beheerst door dezelfde wet.

Art. 2. Binnen dertig dagen vanaf de inwerkingtreding van dit besluit, stelt de Koning, bij een besluit vastgesteld na overleg in Ministerraad :

  1. de statuten van Nieuwe N.M.B.S. vast die gelden vanaf haar omzetting in naamloze vennootschap van publiek recht;

  2. de voorlopige regels vast betreffende de aangelegenheden bedoeld in artikel 3, § 2, van voornoemde wet van 21 maart 1991, die gelden als eerste beheerscontract tot de inwerkingtreding van het beheerscontract gesloten overeenkomstig artikel 4 van dezelfde wet.

    Art. 3. De artikelen 37, 38, 39, § 1, 48 en 49 van voornoemde wet van 21 maart 1991 zijn niet van toepassing op Nieuwe N.M.B.S.. Boek XII van het Wetboek van vennootschappen is niet van toepassing op haar omzetting in naamloze vennootschap van publiek recht overeenkomstig dit besluit. Artikel 214, § 1, eerste lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 is van toepassing op deze omzetting.

    Art. 4. § 1. De N.M.B.S. brengt in Nieuwe N.M.B.S. de volgende activa en passiva in :

  3. de activa die betrekking hebben op de activiteiten van de N.M.B.S. inzake vervoer per spoor van reizigers en goederen, en waarvan de lijst door de Koning wordt bepaald bij een besluit vastgesteld na overleg in Ministerraad;

  4. de schulden en andere passiva waarvan de lijst door de Koning wordt bepaald bij een besluit vastgesteld na overleg in Ministerraad.

    Deze inbreng wordt vergoed door aandelen in het kapitaal van Nieuwe N.M.B.S..

    § 2. De inbreng bedoeld in § 1 brengt van rechtswege de overdracht aan Nieuwe N.M.B.S. mee van de activa en passiva die er deel van uitmaken. De inbreng heeft uitwerking op 1 januari 2005. Hij is tegenstelbaar aan derden vanaf de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van een bericht dat de inbreng bevestigt.

    Zo leningen of andere financièle schulden die deel uitmaken van de inbreng bedoeld in § 1, niet kunnen worden overgedragen aan Nieuwe N.M.B.S. met bevrijding van de N.M.B.S. van haar verbintenissen, wordt de overdracht van de betreffende verbintenissen en lasten aan Nieuwe N.M.B.S. tot stand gebracht door een andere techniek met evenwaardig resultaat.

    § 3. Uiterlijk op 30 november 2004 stelt de Koning de lijsten vast bedoeld in § 1, eerste lid.

    Deze lijsten worden neergelegd ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, waar eenieder er kosteloos kennis van kan nemen en er een volledige of gedeeltelijke kopie van kan bekomen mits betaling van de griffierechten.

    Indien de activa bedoeld in § 1, eerste lid, 1°, zakelijke rechten op onroerende goederen omvatten, worden deze beschreven in een bijzondere afdeling van de lijst van activa. Deze lijst geldt als akte tot overdracht of vestiging van die rechten. De bijzondere afdeling van de lijst wordt overgeschreven in het daartoe bestemd register op elk kantoor van bewaring der hypotheken in wiens ambtsgebied de betrokken onroerende goederen zijn gelegen. De termijn voor de overschrijving loopt vanaf 1 januari 2005.

    Titel III van boek XI van het Wetboek van vennootschappen is niet van toepassing op de inbreng bedoeld in § 1.

    § 4. In afwijking van artikel 23 van het koninklijk besluit van 12 maart 2003 betreffende de voorwaarden voor het gebruik van de spoorweginfrastructuur, wordt de vergunning van spoorwegonderneming van de N.M.B.S. vanaf 1 januari 2005 aan Nieuwe N.M.B.S. overgedragen. Hetzelfde geldt voor het veiligheidsattest bedoeld in artikel 37 van hetzelfde besluit en voor de spoorweginfrastructuurcapaciteit toegewezen aan de N.M.B.S.. De artikelen 32 en 34 van hetzelfde besluit zijn niet van toepassing op de reorganisatieverrichtingen bedoeld in dit besluit of in het koninklijk besluit van 14 juni 2004 tot hervorming van de beheersstructuren van de spoorweginfrastructuur.

    § 5. De inbreng bedoeld in § 1 is vrijgesteld van elke belasting. De Koning regelt, bij een besluit vastgesteld na overleg in Ministerraad, de wijze waarop deze vrijstelling geschiedt.

    Afdeling 2. - Wijziging van de wet van 21 maart 1991.

    Art. 5. In voornoemde wet van 21 maart 1991 wordt een titel IX ingevoegd, die luidt als volgt :

    " Titel IX. - Nieuwe N.M.B.S.

    HOOFDSTUK I. - Doel en opdrachten van openbare dienst.

    Art. 216. Nieuwe N.M.B.S. is een autonoom overheidsbedrijf met de rechtsvorm van een naamloze vennootschap van publiek recht. Zij ressorteert onder de minister die bevoegd is voor de overheidsbedrijven.

    Art. 217. Nieuwe N.M.B.S. heeft tot doel :

  5. het vervoer per spoor van reizigers en goederen;

  6. het vervoer van goederen in het algemeen en de logistieke diensten die daarmee verband houden;

  7. de verwerving, de bouw, het onderhoud, het beheer en de financiering van rollend spoorwegmaterieel.

    Nieuwe N.M.B.S. kan, zelf of via deelneming in bestaande of op te richten Belgische, buitenlandse of internationale instellingen, alle commercièle, industrièle of financièle verrichtingen doen die, rechtstreeks of onrechtstreeks, geheel of ten dele, verband houden met haar doel of de verwezenlijking of ontwikkeling ervan kunnen vergemakkelijken of bevorderen, met inbegrip van het stellen van zekerheden voor schulden van verbonden vennootschappen of vennootschappen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat.

    De fabricage en de verkoop van goederen of diensten die rechtstreeks of onrechtstreeks verband houden met de spoorwegactiviteit, worden inzonderheid geacht de verwezenlijking of ontwikkeling van het maatschappelijk doel te kunnen bevorderen.

    Art. 218. De opdrachten van openbare dienst van Nieuwe N.M.B.S. omvatten :

  8. het binnenlands vervoer van reizigers met treinen van de gewone dienst, alsook het aandoen van binnenlandse bestemmingen door hogesnelheidstreinen;

  9. het grensoverschrijdende vervoer van reizigers, dit wil zeggen het vervoer met treinen van de gewone dienst voor het deel van het nationale traject dat niet gedekt is door 1° en tot de stations gelegen op de naburige netwerken bepaald in het beheerscontract;

  10. de prestaties die Nieuwe N.M.B.S. moet leveren voor de behoeften van de Natie.

    Art. 219. § 1. De raad van bestuur van de Nieuwe N.M.B.S. stelt het in artikel 26 bedoeld ondernemingsplan op voor de duur van het beheerscontract en past het jaarlijks aan. Dit plan geeft de doeleinden en de strategie van de onderneming aan rekening houdend met de mobiliteitsdoeleinden bepaald door de Ministerraad.

    § 2. Verplichte bestanddelen van het ondernemingsplan zijn :

  11. de structuur en de kenmerken van het transportaanbod op het spoorwegnet en de onthaalpunten;

  12. de investeringen in rollend materieel en in de onthaalzones voor reizigers in de stations, alsook de middelen voor de financiering van deze investeringen;

  13. de vooruitzichten inzake personeelsbehoeften;

  14. de evolutie van de exploitatierekeningen weergegeven in een financieel plan;

  15. de beschrijving van de algemene exploitatievoorwaarden betreffende de sectoren die niet tot de opdrachten van openbare dienst van Nieuwe N.M.B.S. behoren.

    § 3. Het ondernemingsplan en de jaarlijkse aanpassingen daaraan worden meegedeeld aan de minister die bevoegd is voor de overheidsbedrijven. In afwijking van artikel 26, tweede lid, worden de elementen bedoeld in § 2, 1° tot 4°, als noodzakelijk deel voor de uitvoering van de opdrachten van openbare dienst van Nieuwe N.M.B.S., goedgekeurd door de Koning bij een besluit vastgesteld na overleg in Ministerraad, na raadpleging van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (hierna de " N.M.B.S. " genoemd).

    § 4. Het ondernemingsplan is een voorafgaande voorwaarde voor het afsluiten van het beheerscontract. In geval van vernieuwing van het beheerscontract wordt het plan uiterlijk twaalf maanden vóór de vervaldag van het lopende beheerscontract opgesteld. Artikel 3, § 2, 9°, is niet van toepassing.

    § 5. Nieuwe N.M.B.S. stelt een vervoersplan op in uitvoering van het beheerscontract. Elke significante wijziging aan dit plan behoeft de goedkeuring van de Ministerraad.

    HOOFDSTUK II. - Financièle en boekhoudkundige bepalingen.

    Art. 220. Artikel 40, § 2, is niet van toepassing op Nieuwe N.M.B.S..

    Art. 221. § 1. Dit artikel zet artikel 9(4) om van richtlijn 91/440/EEG van de Raad van 29 juli 1991 betreffende de ontwikkeling van de spoorwegen in de Gemeenschap, ingevoegd bij de richtlijn 2001/12/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2001.

    § 2. Onverminderd artikel 27, § 1, houdt Nieuwe N.M.B.S. in haar interne boekhouding afzonderlijke rekeningen aan voor haar activiteiten met betrekking tot het goederenvervoer per spoor. De bijlage bij de jaarrekening van Nieuwe N.M.B.S. bevat een afzonderlijke balans en resultatenrekening voor deze activiteiten.

    § 3. De bijdragen gestort voor de activiteiten met betrekking tot de verstrekking van vervoerdiensten voor reizigers in het kader van de opdrachten van openbare dienst, moeten afzonderlijk worden vermeld in de overeenkomstige rekeningen en mogen niet worden overgedragen naar de activiteiten met betrekking tot de verstrekking van andere vervoerdiensten of naar enige andere activiteit.

    HOOFDSTUK III. - Bestuur.

    Art. 222. De artikelen 18 tot 23 zijn niet van toepassing op Nieuwe N.M.B.S..

    Art. 223. § 1. De raad van bestuur is samengesteld uit maximum tien leden, met inbegrip van de gedelegeerd bestuurder. Het aantal...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT