28 MAART 2006. - Koninklijk besluit ter vastlegging van de reikwijdte en de wijze waarop de opdracht van de Hoge Vertegenwoordiger voor de vraagstukken inzake ruimtevaartbeleid wordt vervuld en de samenwerking tussen deze, de Voorzitter en de Directeur-generaal 'Onderzoek en Toepassingen' van de Programmatorische Federale Overheidsdienst Wetenschapsbeleid wordt vastgelegd

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de artikelen 37 en 107, tweede lid, van de Grondwet;

Gelet op het koninklijk besluit van 12 december 2002 houdende de oprichting van inzonderheid de Programmatorische Federale Overheidsdienst Wetenschapsbeleid, met name artikel 2, tweede lid, 2° en artikel 4, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 april 2005 tot oprichting van de stafdiensten van de Programmatorische Federale Overheidsdienst Wetenschapsbeleid;

Gelet op het koninklijk besluit van 8 april 2003 tot aanwijzing van een Hoge Vertegenwoordiger voor de vraagstukken inzake ruimtevaartbeleid, met name de artikels 2, 7 en 8;

Overwegende dat, gelet op de respectieve bevoegdheden van de Hoge Vertegenwoordiger voor de vraagstukken inzake ruimtevaartbeleid en van de Voorzitter van de Programmatorische Federale Overheidsdienst Wetenschapsbeleid, moet de exacte reikwijdte van de opdracht van de Hoge Vertegenwoordiger voor de vraagstukken inzake ruimtevaartbeleid worden verduidelijkt;

Overwegende dat, gelet op de ervaring die sinds april 2003 werd opgedaan, het protocol dat op 12 mei 2004 werd afgesloten tussen de Hoge Vertegenwoordiger voor de vraagstukken inzake ruimtevaartbeleid en de Voorzitter van de programmatorische federale overheidsdienst Wetenschapsbeleid en de beslissingen van de Minister van Wetenschapsbeleid van 12 mei 2004 en 1 februari 2005, is het noodzakelijk om in een reglementaire tekst eveneens de wijze waarop de opdracht van de Hoge Vertegenwoordiger voor de vraagstukken inzake ruimtevaartbeleid wordt vervuld, te verduidelijken;

Overwegende dat, teneinde het werk binnen de federale overheid betreffende het administratieve en financiële beheer van de Belgische deelname aan de ruimtevaartprogramma's en -projecten te optimaliseren en op die manier een zo efficiënt mogelijke dienst te leveren aan de wetenschappelijke, industriële en overheidspartners die bij de ruimtevaartactiviteiten zijn betrokken, de samenwerking tussen de Hoge Vertegenwoordiger voor de vraagstukken inzake ruimtevaartbeleid, de Voorzitter en de Directeur-generaal "Onderzoek en Toepassingen" van de Programmatorische Federale Overheidsdienst Wetenschapsbeleid moet worden vastgelegd;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, eerste lid, vervangen bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de vraagstukken betreffende de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT