8 APRIL 2011. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende opheffing van watering De Lestpolder, watering De Kortelake, watering De Rijt, watering De Gavergracht, watering De Gaver, watering van Schendelbeke, watering De Kwaadbroeken en watering Idegem-Appelterre

De Vlaamse Regering,

Gelet op de wet van 5 juli 1956 betreffende de wateringen, artikelen 2, 6 en 7;

Gelet op de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen;

Gelet op het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gewijzigd bij de decreten van 23 december 2005, 19 mei 2006, 16 juni 2006, 25 mei 2007, 7 december 2007, 12 december 2008 en 16 juli 2010;

Gelet op het koninklijk besluit van 23 januari 1958 houdende bepaling van de datum waarop de wet betreffende de wateringen en de wet betreffende de polders in werking treden, en houdende afbakening van de polderzones;

Overwegende dat de opheffing van inactieve wateringen bijdraagt tot administratieve vereenvoudiging voor de gemeenten en provincies, en tot een betere dienstverlening voor de burgers; dat het voorstel tot opheffing van bovengenoemde wateringen hiertoe bijdraagt;

Overwegende het positief advies van het stadsbestuur van Ninove, gegeven op 28 februari 2008;

Overwegende het positief advies van het stadsbestuur van Geraardsbergen, gegeven op 12 februari 2008;

Overwegende dat tijdens het openbaar onderzoek dat werd georganiseerd van 18 oktober tot en met 18 november 2010 in de stad Ninove, geen bezwaren werden ingediend;

Overwegende dat tijdens het openbaar onderzoek dat werd georganiseerd van 18 oktober tot en met 18 november 2010 in de stad Geraardsbergen, drie bezwaren werden ingediend;

Overwegende dat watering De Gavergracht en watering De Kortelake hun advies ook bij de stad Geraardsbergen als bezwaar indienden en bijgevolg de bezwaren identiek zijn aan de opmerkingen in het advies van deze wateringen;

Overwegende dat het derde bezwaar laattijdig werd ingediend bij de stad Geraardsbergen; dat de deputatie omwille van het uitzonderlijk geval van overmacht met de opmerkingen in het bezwaar rekening heeft gehouden bij het opstellen van haar advies;

Overwegende dat de watering van Schendelbeke en de watering van Idegem-Appelterre een gunstig advies gaven op 4 november 2010 met als opmerking dat ze tot definitieve opheffing over het resterende saldo willen beschikken; dat zolang de wateringen niet opgeheven zijn deze besturen kunnen beschikken over hun financiële reserves; dat watering De Gaver positief advies gaf bij de opheffing op 29 juli 2009 maar geen advies meer uitbracht op het ontwerpbesluit;

Overwegende dat de drie bovengenoemde wateringen samen een werkingsgebied van 617 ha bezitten; dat de besturen van oordeel zijn dat door hun...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT