7 OKTOBER 2005. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de adoptie

De Regering van de Franse Gemeenschap,

Gelet op het decreet van 31 maart 2004 betreffende de adoptie, gewijzigd bij het decreet van 1 juli 2005;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 15 juli 2005;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 20 juli 2005;

Gelet op het protocol nr. 330 van 1 september 2005, vastgesteld door het Onderhandelingsprotocol van sector XVII;

Gelet op de urgentie, gemotiveerd door de inwerkingtreding van de hervorming van de adoptie op 1 september 2005;

Gelet op het advies nr. 39.091/4 van de Raad van State, gegeven op 21 september 2005, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister tot wier bevoegdheid de hulpverlening aan de jeugd behoort;

Gelet op de beraadslaging van de Regering van de Franse Gemeenschap van 7 oktober 2005,

Besluit :

HOOFDSTUK 1. - Voorafgaande bepalingen

Artikel 1. In de zin van dit besluit wordt verstaan onder :

  1. decreet : het decreet van 31 maart 2004 betreffende de adoptie;

  2. samenwerkingsakkoord : het samenwerkingsakkoord betreffende de toepassing van de wet van 24 april 2003 tot hervorming van de adoptie;

  3. Minister : de Minister tot wiens bevoegdheid de hulpverlening aan de jeugd behoort;

  4. bestuur : de Algemene Directie hulpverlening aan de jeugd van het Ministerie van de Franse Gemeenschap;

  5. Raad : de Hoge Raad voor adoptie;

  6. C.A.G. : Centrale Autoriteit van de Gemeenschap;

  7. adoptie-instelling : de erkende adoptie-instelling, zoals bedoeld in artikel 1, 7°, van het decreet.

    HOOFDSTUK 2. - De Hoge Raad voor adoptie

    Art. 2. Aan de voorzitter, de ondervoorzitter en de leden van de Raad, met uitzondering van de personeelsleden van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, wordt een presentiegeld ten bedrage van vijfentwintig euro per vergadering toegekend.

    De in het eerste lid bedoelde personen hebben ook recht op de terugbetaling van hun reiskosten, volgens de tarieven vastgesteld bij de regeling ter zake die toepasselijk zijn op de personeelsleden van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap.

    De in het tweede lid bedoelde reiskosten worden eveneens toegekend aan de deskundigen die geen lid van de Raad zijn en die uitgenodigd worden om de vergaderingen van de Raad bij te wonen.

    HOOFDSTUK 3. - De autoriteit voor de adoptie in de Franse Gemeenschap

    Art. 3. De Dienst Adoptie van de Algemene Directie Hulpverlening aan de Jeugd van het Ministerie van de Franse Gemeenschap wordt aangewezen als Centrale Autoriteit van de Gemeenschap bij toepassing van artikel 12 van het decreet.

    HOOFDSTUK 4. - De adoptie-instellingen

    Afdeling 1. - Procedure voor de toekenning, de vernieuwing en de intrekking van de erkenning, voor de schorsing van de toekenning van de subsidies, de machtigingen tot samenwerking in het buitenland, en voor het beroep

    Art. 4. § 1. De vereniging zonder winstoogmerk, de internationale vereniging zonder winstoogmerk of de publiekrechtelijke rechtspersoon die haar/zijn erkenning als adoptie-instelling wenst te verkrijgen overeenkomstig artikel 13 van het decreet of haar/zijn erkenning wenst te behouden overeenkomstig artikel 54 van het decreet, dient een aanvraag om erkenning bij de C.A.G. bij aangetekend schrijven in. De C.A.G. zendt er een afschrift van aan de Minister over.

    De aanvraag omvat :

  8. een exemplaar van de statuten, als het gaat om een vereniging zonder winstoogmerk of om een internationale vereniging zonder winstoogmerk, overeenkomstig de wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen, gewijzigd op 2 mei 2002;

  9. de namen en adressen, kwalificaties en ervaringen op het gebied van adoptie, getuigschrift van goed zedelijk gedrag, voor de personen die tot het beheersorgaan behoren;

  10. de namen en adressen, kwalificaties en ervaringen, voor eensluidend verklaard afschrift van de diploma's, getuigschriften van goed zedelijk gedrag model 2, voor de personen die door de aanvrager in het kader van deze aanvraag worden tewerkgesteld;

  11. een aanvraag om samen te werken tot de interne adoptie of tot de interlandelijke adoptie of tot beide, waarbij de geplande samenwerkingsverbanden worden vermeld, en, in geval van interlandelijke adoptie, ten minste een geplande samenwerking in het buitenland wordt voorgesteld;

  12. een document tot bepaling van zijn werkwijze, zoals bedoeld in artikel 13, 3°, van het decreet;

  13. een document tot bepaling van de voorwaarden voor de infrastructuur en de werkwijze bedoeld in artikel 13, 5°, b), van het decreet en in artikel 14.

    § 2. De adoptie-instelling die een aanvraag om vernieuwing van haar erkenning wenst in te dienen, brengt de C.A.G. uiterlijk één jaar vóór het einde van haar erkenning op de hoogte daarvan.

    Binnen de drie maanden volgend op die kennisgeving, deelt de C.A.G. de adoptie-instelling haar eventuele opmerkingen over die aanvraag mee.

    De adoptie-instelling dient de aanvraag om vernieuwing van haar erkenning bij de C.A.G. bij aangetekend schrijven ten minste zes maanden vóór het einde van de erkenning in. Bij die aanvraag voegt zij een nota waarin de middelen worden uiteengezet die worden aangewend om de opmerkingen van de C.A.G. te beantwoorden, alsook elk stuk dat in voorkomend geval de documenten bedoeld in § 1, tweede lid, aanvult.

    § 3. Binnen de tien dagen volgend op de ontvangst van de aanvraag om toekenning of vernieuwing van de erkenning, zendt de C.A.G. een ontvangstbewijs aan de aanvrager over, en, als de aanvraag onvolledig is, vraagt ze de ontbrekende stukken of informatie. Wanneer de aanvraag volledig is, zendt de C.A.G. de aanvrager een schrijven over dat hem dit meedeelt.

    Om de Erkenningscommissie bedoeld in artikel 46 van het decreet van 4 maart 1991 inzake hulpverlening aan de jeugd op de hoogte te brengen, stelt de C.A.G. een verslag op binnen de drie maanden, als het gaat om een aanvraag om erkenning, en binnen de maand, als het gaat om een aanvraag om vernieuwing van de erkenning.

    Zodra de aanvraag en het verslag die door de C.A.G. werden meegedeeld, ontvangen zijn, brengt de Erkenningscommissie de Minister op de hoogte van de ingediende aanvraag. Binnen de drie maanden volgend op de ontvangst van de aanvraag en het verslag die door de C.A.G. werden meegedeeld, legt de Erkenningscommissie de Minister haar advies voor. Wordt die termijn niet in acht genomen, dan wordt het advies geacht uitgebracht te zijn.

    Binnen de twee maanden volgend op de mededeling van het advies van de Erkenningscommissie, beslist de Minister over de aanvraag of de vernieuwing van de erkenning en deelt hij zijn beslissing aan de aanvrager bij aangetekend schrijven mee.

    Bij weigering van de erkenning of de vernieuwing, kan de aanvrager een nieuwe aanvraag pas ten minste één jaar nadat hem van die weigering kennis werd gegeven, indienen.

    Art. 5. Er kan een procedure voor de intrekking van de erkenning worden ingezet op initiatief van de C.A.G., die er de Minister vooraf op de hoogte van brengt, of op initiatief van de Minister.

    De adoptie-instelling wordt bij aangetekend schrijven door de Minister of door de C.A.G. ervan op de hoogte gebracht dat een procedure voor de intrekking van de erkenning zal worden ingezet.

    Binnen de maand volgend op die informatie, stelt de C.A.G. een verslag op dat de tekortkomingen vermeldt die aan de adoptie-instelling worden verweten. De C.A.G. deelt dat verslag mee aan de adoptie-instelling en aan de Minister.

    De adoptie-instelling wordt verzocht de C.A.G. haar schriftelijke opmerkingen binnen de maand mee te delen.

    Binnen de drie maanden volgend op de informatie bedoeld in het tweede lid, legt de Commissie haar advies aan de Minister voor. Wordt die termijn niet in acht genomen, dan wordt het advies geacht uitgebracht te zijn.

    Binnen de twee maanden volgend op de mededeling van het advies van de Erkenningscommissie, beslist de Minister over de intrekking van de erkenning en deelt zijn beslissing aan de aanvrager bij aangetekend schrijven mee.

    De adoptie-instelling waarvan de erkenning ingetrokken is, neemt, in onderlinge overeenstemming met de C.A.G., de maatregelen die geschikt zijn voor de voortzetting van het beheer van de lopende dossiers.

    Art. 6. Bij een met redenen omklede beslissing kan de Minister de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT