14 MAART 2014. - Besluit van de Vlaamse Regering met betrekking tot de erkenning en de subsidiëring van ondersteuningsteams

De Vlaamse Regering,

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20 en artikel 87, § 1;

Gelet op het decreet van 17 oktober 2003 betreffende de kwaliteit van gezondheids- en welzijnsvoorzieningen, artikel 3, § 3, artikel 5, § 1, § 2 en § 3 en artikel 6, § 1;

Gelet op het decreet van 7 maart 2008 inzake bijzondere jeugdbijstand, artikel 52/1, ingevoegd bij artikel 97 van het decreet van 12 juli 2013 betreffende de integrale jeugdhulp;

Gelet op het decreet van 12 juli 2013 betreffende de integrale jeugdhulp, artikel 78;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën van 22 november 2013;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 24 januari 2014;

Gelet op het advies 55.196/3 van de Raad van State, gegeven op 27 februari 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op het overleg met de sector, in uitvoering van artikel 6, § 3 van het decreet van 17 oktober 2003 betreffende de kwaliteit van gezondheids- en welzijnsvoorzieningen;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;

Na beraadslaging,

Besluit :

HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder:

  1. agentschap: het intern verzelfstandigd agentschap Jongerenwelzijn, opgericht bij artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2008 tot uitvoering van het decreet van 7 maart 2008 inzake bijzondere jeugdbijstand en het kaderdecreet Bestuurlijk Beleid van 18 juli 2003;

  2. decreet van 17 oktober 2003: het decreet van 17 oktober 2003 betreffende de kwaliteit van de gezondheids- en welzijnsvoorzieningen van 17 oktober 2003;

  3. erkende voorzieningen: de voorzieningen die erkend zijn conform de bepalingen van dit besluit;

  4. inrichtende macht: een rechtspersoon zonder winstoogmerk onder de verantwoordelijkheid waarvan een erkende voorziening functioneert;

  5. minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen;

  6. ondersteuningsteam: het team van interculturele bemiddelaars ter ondersteuning van de hulp- en dienstverlening aan minderjarigen en hun context, waarbij elementen van interculturele of levensbeschouwelijke diversiteit een rol spelen.

    HOOFDSTUK 2. - De ondersteuningsteams

    Afdeling 1. - Algemene beginselen

    Art. 2. Per provincie en in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest kan maximaal één ondersteuningsteam worden erkend en gesubsidieerd.

    Het werkgebied van een ondersteuningsteam kan een of meer provincies en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest omvatten.

    Afdeling 2. - Opdrachten en taken

    Art. 3. Een ondersteuningsteam stelt zich tot doel voor minderjarigen en hun context, waarbij elementen van interculturele of levensbeschouwelijke diversiteit een rol spelen, ondersteuning te organiseren voor de hulp- en dienstverlening die door de toegangspoort, de gemandateerde voorzieningen en de sociale diensten voor gerechtelijke jeugdbijstand wordt ingeschakeld of georganiseerd.

    Art. 4. § 1. De opdrachten van het ondersteuningsteam bestaan uit:

  7. ondersteuning door een consult te verzorgen;

  8. deskundigheidsbevordering door middel van coaching of vorming.

    § 2. Het consult, vermeld in paragraaf 1, 1°, kan participatief of adviserend zijn. Een participatief consult bestaat uit een overleg met de aanmelder, een verkennend, herkaderend of een bemiddelingsgesprek met de aanmelder, met de jongere en zijn context.

    Een adviserend consult houdt een vraagverheldering of doorverwijzing en advies in functie van de aangemelde vraag in.

    § 3. De coaching, vermeld in paragraaf 1, 2°, betreft coaching in een dossier door middel van een grondige dossierbespreking, in voorkomend geval met deelname aan een case of netwerkoverleg, en teamcoaching door supervisie.

    Afdeling 3. - Erkenningsvoorwaarden

    Art. 5. Om erkend te worden en te blijven, moet een ondersteuningsteam aan de volgende algemene erkenningsvoorwaarden voldoen:

  9. het werkt onder de verantwoordelijkheid van een inrichtende macht;

  10. de personeelsleden zijn van goed zedelijk gedrag en hun gezondheidstoestand houdt geen gevaar in voor de minderjarigen met wie ze in contact komen;

  11. naast de wettelijk verplichte verzekeringen is een verzekering afgesloten voor de burgerlijke aansprakelijkheid van het ondersteuningsteam en van de personen die er deel van uitmaken;

  12. de voorziening beschikt over een geschreven referentiekader voor grensoverschrijdend gedrag ten aanzien van de gebruikers. De organisatie hanteert een procedure voor preventie van, detectie van en gepast reageren op grensoverschrijdend gedrag ten aanzien van de gebruikers. In die procedure is een registratiesysteem met geanonimiseerde gegevens opgenomen. Grensoverschrijdend gedrag ten aanzien van gebruikers wordt onverwijld gemeld aan de administratie.

    Art. 6. Een ondersteuningsteam moet bovendien voldoen aan de volgende bijzondere erkenningsvoorwaarden:

  13. het ondersteuningscentrum staat onder leiding van een coördinator;

  14. de coördinator heeft kennis van en inzicht in migratiemechanismen en diversiteit in de samenleving;

  15. de coördinator heeft ervaring in het opzetten en uitbouwen van samenwerkingsverbanden binnen de jeugdhulp om de hulp- en dienstverlening aan minderjarigen en hun context, waarbij elementen van interculturele of levensbeschouwelijke...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT