Koninklijk besluit tot regeling van de organisatie en de werking der raden van de Orde der geneesheren., de 6 février 1970

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen betreffende de provinciale raden.

Artikel 1. Elke provinciale raad heeft zijn zetel in de hoofdplaats van de provincie.

Art. 2. De voorzitter bepaalt de datum van de vergaderingen. De secretaris roept ervoor de leden van de provinciale raad op alsmede het lid van de nationale raad, indien het door de provinciale raad buiten zijn midden werd verkozen.

De oproepingsbrief vermeldt de plaats, de dag en het uur van de vergadering; hij bevat de agenda zoals zij door de voorzitter werd vastgelegd.

Behalve in dringende gevallen, wordt de oproepingsbrief minstens volle acht dagen voor de datum van de vergadering aan de leden van de raad toegestuurd.

Art. 3. Om wettig zitting te kunnen houden moeten, benevens de assessor, minstens twee derde van de stemgerechtigde leden aanwezig zijn.

Indien na twee opeenvolgende oproepingen het quorum der stemgerechtigde leden niet aanwezig is, kan de raad na een nieuwe oproeping en ongeacht het aantal van de aanwezige stemgerechtigde leden, wettig beraadslagen en beslissen over de voor de derde maal op de agenda vermelde vraagstukken.

Art. 4. Onverminderd de toepasssing van de bepalingen van artikel 26 van dit besluit, worden de beslissingen van de provinciale raad getroffen bij meerderheid van stemmen.

Art. 5. De notulen worden ter goedkeuring voorgelegd aan de leden van de raad.

Art. 6. De leden van het dagelijks bestuur, alsmede het lid van de nationale raad dat door de provinciale raad is verkozen, worden door de voorzitter voor de vergaderingen opgeroepen.

Het dagelijks bestuur kan alleen wettig beraadslagen en beslissen wanneer al de leden aanwezig zijn of behoorlijk zijn vertegenwoordigd.

De beslissingen worden getroffen bij meerderheid van stemmen.

Art. 7. Het dagelijks bestuur regelt de gewone werkzaamheden van de raad. Het treft alle vereiste maatregelen om de beslissingen van de raad voor te bereiden; het staat de voorzitter ter zijde bij de opstelling van de agenda van de vergaderingen.

Art. 8. De voorzitter leidt de werkzaamheden, van de raad en van het dagelijks bestuur en ondertekent de notulen evenals alle andere stukken, die van het dagelijks bestuur en van de provinciale raad uitgaan.

Art. 9. De ondervoorzitter vervangt de voorzitter wanneer deze afwezig is; in dit geval vervult hij alle taken die de voorzitter zijn opgedragen.

Art. 10. De secretaris stelt de notulen van het dagelijks bestuur en van de raad op en ondertekent ze samen met de voorzitter; hij houdt het register der beraadslagingen en beslissingen evenals alle andere die de raad voorschrijft te houden.

HOOFDSTUK II. - Algemene bepalingen in verband met de raden van beroep.

Art. 11. De voorzitter maakt de rol van de zaken op en bepaalt de de datum van de terechtzittingen. De leden van elke raad van beroep alsmede het lid van de nationale raad, waarvan sprake in artikel 12, § 3, van het koninklijk besluit nr. 79 van 10 november 1967 betreffende de Orde der geneesheren, worden ervoor door de griffier opgeroepen.

De oproepingsbrief vermeldt de plaats, de dag en het uur van de terechtzitting alsmede de zaken die opgeroepen worden.

Behalve in dringende gevallen, wordt de oproepingsbrief aan de leden toegestuurd, minstens volle acht dagen voor de datum van de terechtzitting.

Art. 12. De raden van beroep kunnen alleen wettig beraaldslagen en beslissen wanneer, benevens de griffier, minstens drie verkozen en drie benoemde leden aanwezig zijn.

Onverminderd de toepassing van de bepalingen van artikel 32 van dit besluit, worden de beslissingen van de raden van beroep getroffen bij meerderheid van stemmen.

Art. 13. Onder de leiding van de voorzitter gaat de griffier de regelmatigheid na van alle akten van rechtspleging en houdt het protocol van de terechtzittingen. Hij houdt de registers die de raad voorschrijft te houden.

HOOFDSTUK III. - Algemene bepalingen in verband met de nationale raad.

Art. 14. De voorzitter en de ondervoorzitters van de nationale raad zorgen voor de coördinatie van de werkzaamheden van beide afdelingen van de raad; zij vormen samen met de griffier een dagelijks bestuur dat de werkzaamheden van de raad voorbereidt.

Art. 15. De voorzitter bepaalt de datum van de vergadering. De leden van elke afdeling van de nationale raad worden er door de griffier voor opgeroepen.

Behoudens in spoedeisende gevallen wordt de oproepingsbrief, die de door de voorzitter vastgelegde agenda bevat, aan de leden toegestuurd, minstens volle acht dagen voor de datum van de vergadering.

Op aanvraag van drie leden-geneesheren van een afdeling, wordt deze door de voorzitter bijeengeroepen binnen de maand na de aanvraag die het onderwerp bepaalt dat op de agenda dient gebracht.

Art. 16. Elke afdeling van de nationale raad kan alleen wettig beraadslagen en beslissen wanneer, benevens de voorzitter en de griffier, vijf leden aanwezig zijn.

Wanneer beide afdelingen gezamenlijk vergaderen, moeten minstens zes leden van elke afdeling aanwezig zijn. Wanneer bepalingen van de code van geneeskundige plichtenleer worden besproken is evenwel de aanwezigheid van vier vijfde van het aantal leden vereist.

Wanneer beide afdelingen gezamenlijk vergaderen, moeten minstens drie verkozen en drie benoemde leden van elke afdeling aanwezig zijn. Wanneer bepalingen van de code van geneeskundige plichtenleer worden besproken is evenwel de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT