Koninklijk besluit tot wijziging van sommige bepalingen inzake de referteperiode betreffende loon- en arbeidstijdgegevens., de 10 juin 2001

HOOFDSTUK I. - Sociale zekerheid voor werknemers.

Artikel 1. Artikel 24, 2° van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, vervangen bij het koninklijk besluit van 10 juni 2001, wordt aangevuld met het volgende lid :

" In afwijking van het voorgaande eindigt het vierde kwartaal van elk jaar op 31 december van dat jaar en begint het eerste kwartaal van elk jaar op 1 januari van dat jaar. ".

Art. 2. Artikel 37 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de wet van 1 augustus 1985, wordt opgeheven.

HOOFDSTUK II. - Arbeidsongevallen.

Art. 3. In hoofdstuk II, afdeling Ibis van het koninklijk besluit van 21 december 1971 houdende uitvoering van sommige bepalingen van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 10 juni 2001, wordt een artikel 34quinquies ingevoegd, luidende :

" Art. 34quinquies. Wanneer de loon- en arbeidstijdgegevens aangegeven worden per kwartaal en slechts een gedeelte van dit kwartaal ligt binnen de referteperiode bedoeld in artikel 34, eerste lid, van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, worden deze gegevens toegewezen aan dit gedeelte van het kwartaal op basis van de volgende regels :

  1. de in het kwartaal aangegeven dagen of uren waarop arbeid werd verricht, zoals bedoeld in artikel 34bis, eerste lid, en het ermee overeenstemmend loon worden maximaal in aanmerking genomen tot beloop van het aantal dagen waarop de getroffene overeenkomstig zijn normaal werkrooster binnen het bedoelde gedeelte van het kwartaal geacht wordt arbeid te verrichten;

  2. indien in de overige kwartalen van de referteperiode het aantal dagen wettelijke vakantie lager ligt dan het aantal waarop de getroffene voor een vakantiedienstjaar aanspraak kan maken overeenkomstig de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van werknemers gecoördineerd op 28 juni 1971, worden de in het kwartaal aangegeven dagen wettelijke vakantie geacht zich te situeren binnen dit gedeelte van het kwartaal tot het maximaal aantal wettelijke vakantiedagen voor een jaar bereikt wordt en wordt vervolgens de regel onder a) toegepast. ".

    HOOFDSTUK III. - Gezinsbijslag voor werknemers.

    Art. 4. Artikel 6, § 1, van het koninklijk besluit van 12 juni 1989 tot uitvoering van artikel 71, § 2, van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders, vervangen door het koninklijk besluit van 12 maart 1990 en gewijzigd door het koninklijk besluit van 12 december 1990, wordt vervangen als volgt :

    " § 1. Indien de bewijsstukken betreffende de tewerkstelling, de ingevolge artikel 53 van de samengeordende wetten daarmede gelijkgestelde situaties of de al dan niet vergoede tijdelijke werkloosheid, bedoeld in artikel 56novies van dezelfde wetten voor de referentiemaand van een kalenderkwartaal ontbreken dan wel onvolledig zijn, betaalt de instelling de kinderbijslag provisioneel door, over het volgend kalenderkwartaal.

    Indien de bewijsstukken betreffende de situaties van toekenning bedoeld in de artikelen 56 of 56octies van de samengeordende wetten of betreffende de al dan niet vergoede volledige werkloosheid, bedoeld in...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT