Besluit van de Waalse Regering tot bepaling van de sectorale voorwaarden voor de installaties voor de verzameling en de sortering van recycleerbare metaalhoudende afvalstoffen, voor de installaties voor de verzameling, de sortering of de terugwinning van onderdelen van afgedankte voertuigen, de demontage- en reinigingscentra..., de 27 février 2003

TITEL I. - Algemene bepalingen.

HOOFDSTUK I. - Voorwerp, toepassingsgebied en begripsomschrijvingen.

Artikel 1. Bij dit besluit wordt de richtlijn 2000/53/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 18 september 2000 betreffende de afgedankte voertuigen gedeeltelijk omgezet.

Art. 2. Deze sectorale voorwaarden zijn van toepassing op de installaties en activiteiten bedoeld in de rubrieken 37.10.01, 37.10.02, 37.10.03 en 37.10.04 van bijlage I bij het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002 tot bepaling van de lijst van de aan een milieueffectstudie onderworpen projecten en van de ingedeelde installaties en activiteiten.

Art. 3. Voor de toepassing van deze voorschriften wordt verstaan onder :

  1. Dienst : de leidende ambtenaar van de "Office wallon des déchets" (Waalse dienst voor afvalstoffen) of diens afgevaardigde;

  2. afgedankt voertuig : afgedankt voertuig zoals bepaald in bijlage I bij het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002 tot bepaling van de lijst van de aan een milieueffectstudie onderworpen projecten en van de ingedeelde installaties en activiteiten;

  3. technische ambtenaar : de ambtenaar omschreven in het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002 tot bepaling van de algemene voorwaarden voor de exploitatie van de inrichtingen bedoeld in het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning.

    HOOFDSTUK II. - Vestiging en bouw.

    Art. 4. De vestiging wordt over zijn gehele omtrek beschermd door een afgerasterde omheining die minstens twee meter hoog is, om op doeltreffende wijze te verhinderen dat personen noch voertuigen er zich buiten de openingsuren toegang toe kunnen verschaffen.

    Andere materiële middelen, die vast van aard en blijvend geplaatst zijn, kunnen enkel worden gebruikt voorzover de beschermingsgraad die zij waarborgen minstens even groot is.

    Art. 5. Toe- en uitgang van de vestiging zijn van stevige poorten voorzien, die met een doeltreffende vergrendeling uitgerust zijn. Die poorten mogen enkel open blijven wanneer de uitbater of diens vertegenwoordiger aanwezig zijn.

    Art. 6. De wegen waarop de voertuigen binnen de vestiging rijden en de privé-toegangswegen ervan zijn voorzien van een gemakkelijk onderhoudbare wegbedekking.

    Art. 7. De voertuigen die de installatie verlaten, mogen de openbare weg niet abnormaal vervuilen. Uitrustingen zoals voor het schoonmaken van de wielen van de voertuigen zijn, voor het geval dat ze nodig zijn, op een waterdichte oppervlakte aangebracht.

    Art. 8. De opslag- en werkruimten worden ingericht om te verhinderen dat verschillende vloeistoffen en andere daarbij horende producten die de grond en de ondergrond zouden kunnen verontreinigen, in de grond dringen. Grond en ondergrond zijn scheikundig inert tegenover die vloeibare verontreinigende stoffen en worden in een goede staat van onderhoud gehouden.

    Art. 9. De grondbedekking wordt lichtjes hellend aangelegd, zodat afvloeiend hemelwater en schoonmaakwater afgevoerd kunnen worden.

    Art. 10. Dat water wordt naar een inzamel- en draineringssysteem afgevoerd dat op dusdanige wijze ontworpen en opgebouwd is dat :

  4. het terugwinnen van het water vergemakkelijkt wordt;

  5. het afvloeien ervan over de buitenkant van bovenbedoelde ruimten voorkomen wordt;

  6. het water ofwel via een decanteer- en ontolietoestel, waarvan het afvloeisel de voorschriften van hoofdstuk V naleeft, stroomt; ofwel naar een dubbelwandige, waterdichte opslagtank afgeleid wordt die over een voldoende inhoud beschikt en die regelmatig leeggepompt wordt door een onderneming die als inzamelaar en vervoerder van gevaarlijke afvalstoffen overeenkomstig het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 9 april 1992 betreffende de gevaarlijke afvalstoffen erkend is.

    Art. 11. In aanvulling op de voorschriften van artikel 2 van het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002 tot bepaling van de algemene voorwaarden voor de exploitatie van de inrichtingen bedoeld in het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning is het bord, met een oppervlakte van minstens 1 m2, goed zicht- en leesbaar vanaf de straat. Op het bord worden de inlichtingen met betrekking tot de gewone openingsuren voor het inleveren van de afvalstoffen vermeld.

    HOOFDSTUK III. - Exploitatie.

    Afdeling 1. - Algemene bepalingen.

    Art. 12. De uitbater treft alle dienstige maatregelen om de verspreiding van ongedierte zoals knaagdieren, insecten, vogels te voorkomen. De ambtenaar belast met de bewaking kan, in voorkomend geval, de opdracht geven om het ongedierte uit te roeien.

    Art. 13. De vernietiging van afvalstoffen door verbranding is verboden.

    Art. 14. De uitbater waakt erover dat de afvalstoffen vanaf de straatkant niet zichtbaar zijn.

    De beschikkingen om de visuele hinder te beperken worden in de bijzondere voorwaarden voorgeschreven.

    Art. 15. De afgedankte voertuigen en de versleten metalen dienen niet hoger opgestapeld te worden dan wat verenigbaar is met de zorgvuldige inrichting en het architectonisch karakter van de plaats waar de vestiging zich bevindt. Indien er geen bijzondere voorwaarden bestaan, is die hoogte lager dan drie meter wanneer de opslagplaats zich in de open lucht bevindt. Op de oppervlakte van een onderneming die als hoofdbedrijvigheid de recuperatie van metaalhoudende en niet-metaalhoudende samenstellende grondstoffen heeft met het oog op recyclage, valorisering of wegwerking ervan, mag men tot op een hoogte van zes meter opstapelen. In geen enkel geval mogen de opgestapelde afgedankte voertuigen en versleten metalen hoger uitkomen dan het zichtscherm, behalve in het hoger bedoelde geval, waar de stapelhoogte zes meter mag bereiken.

    Art. 16. De activiteiten inzake de afvalstoffen worden onder het gezag van één persoon geplaatst die uitdrukkelijk door de uitbater aangewezen wordt als die persoon niet de uitbater is. Laatstgenoemde dient in dat geval de identiteit van die verantwoordelijke schriftelijk mede te delen aan de technische ambtenaar, evenals aan de Dienst, en vóór inbedrijfname.

    Art. 17. In de bijzondere voorwaarden wordt de maximumcapaciteit inzake opslag en behandeling door de vestiging bepaald, rekening houdend met de dienstoppervlakte en de technische middelen.

    Afdeling 2 . - Criteria en procedures voor het inleveren van de afvalstoffen.

    Art. 18. Het inleveren en lossen van de afvalstoffen zijn enkel toegelaten in aanwezigheid en onder de bewaking van een aangestelde, die door de verantwoordelijke persoon bedoeld in artikel 16 aangewezen wordt en die permanent over een exemplaar van de toelatingsakte en van het werkplan bedoeld in artikel 32 beschikt.

    Afdeling 3. - Controle en weigeringsprocedure.

    Art. 19. De uitbater is verantwoordelijk voor de controle over de overeenstemming van het afgedankte voertuig met het specifiek karakter van de vestiging.

    Elke binnenkomende lading wordt minstens visueel gecontroleerd.

    Indien er afvalstoffen geweigerd worden, noteert de uitbater chassisnummer, identiteit van de vervoerder van het voertuig en diens bestemming.

    Afdeling 4. - Criteria en procedures voor het afvoeren van de afvalstoffen.

    Art. 20. Alle contracten en overeenkomsten die de uitbater met firma's of instanties heeft afgesloten die met de afvoer, de uitvoer en/of de behandeling, de valorisering of de wegwerking van de afvalstoffen worden belast, vermelden uitdrukkelijk de installaties waar zij uiteindelijk weggewerkt of gevaloriseerd zullen worden. Onder vermelden ervan wordt verplicht verstaan :

    de adresgegevens van die installaties of vestigingen;

    alle dienstige inlichtingen waarmee aangetoond wordt dat hun exploitatie gedekt wordt door de vereiste toelatingen en dat zij regelmatig gemachtigd zijn om de bedoelde afvalstoffen op te vangen.

    HOOFDSTUK IV. - Ongevallen- en brandpreventie.

    Art. 21. Vóór uitvoering van het ontwerp en bij elke wijziging van de plaats en/of van de bedrijfsvoorwaarden die het brand- en het brandverspreidingsrisico zouden kunnen wijzigen, wint de uitbater het advies in van de territoriaal bevoegde brandweerdienst over de te treffen maatregelen en de uitrustingen die inzake brand- en explosiepreventie en -bestrijding aangebracht dienen te worden, met naleving van de bescherming van publiek en milieu.

    Art. 22. Het brandbestrijdingsmaterieel is in goede staat van werking, en beschermd tegen vriesweer, door symbolen aangegeven, toegankelijk en over de vestiging verspreid.

    Dat materiaal wordt jaarlijks gecontroleerd en de uitbater waakt over de kwaliteit van de brandblusproducten.

    HOOFDSTUK V. - Water.

    Art. 23. De voorwaarden voor het lozen van industrieel afvalwater in het oppervlaktewater worden in de bijzondere voorwaarden vastgesteld. Het lozen van industrieel afvalwater in het ondergronds water is verboden.

    HOOFDSTUK VI. - Lucht.

    Art. 24. De containers of voertuigen die de al dan niet valoriseerbare afvalstoffen afvoeren, zijn met zeilen of netten uitgerust om te voorkomen dat stofdeeltjes tijdens het vervoer vrijkomen dan wel wegvliegen.

    HOOFDSTUK VII. - Geluid.

    Art. 25. De noodzakelijke voorzorgsmaatregelen dienen te worden getroffen om te voorkomen dat de trillingen die zouden kunnen ontstaan naar aanleiding van de behandeling van de afgedankte voertuigen de stabiliteit van de bouwwerken schade zou toebrengen. Indien nodig worden er tussen de bodem en de bodemplaat waarop de machines geplaatst zijn, aangepaste schokdempers geplaatst.

    HOOFDSTUK VIII. - Zekerheden en verzekeringen.

    Art. 26. De zekerheid bedoeld in artikel 55 van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning is steeds vereist voor elke vestiging bedoeld in dit besluit. Het bedrag ervan wordt in de bijzondere voorwaarden vastgesteld.

    Art. 27. De uitbater is ertoe verplicht een verzekeringscontract af te sluiten met...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT