26 DECEMBER 2013. - Wet houdende invoeging van boek XVII 'Bijzondere rechtsprocedures' in het Wetboek van economisch recht, en houdende invoeging van een aan boek XVII eigen definitie en sanctiebepalingen in hetzelfde Wetboek (1)

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

HOOFDSTUK II. - Het Wetboek van economisch recht

Art. 2. In het boek I, titel 2, van het Wetboek van eonomisch recht, wordt een hoofdstuk 12 ingevoegd, luidende :

HOOFDSTUK 12. - Definitie eigen aan boek XVII

Art. I. 20. Voor de toepassing van boek XVII, geldt de volgende definitie :

1° bevoegde instantie : elke organisatie die naar het recht van een lidstaat is opgericht, die een rechtmatig belang heeft bij het instellen van een vordering tot staking van een inbreuk om de collectieve belangen van de consumenten te beschermen op grond van de criteria vastgesteld door het recht van die lidstaat.

Art. 3. In hetzelfde Wetboek wordt een boek XVII ingevoegd, luidende :

"Boek XVII. - Bijzondere rechtsprocedures

TITEL 1. - Vordering tot staking

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

[Art. XVII. 1. tot XVII. 4.]

Art. XVII. 5. De vordering bedoeld in de artikelen XVII. 1 en XVII. 2 kan niet meer worden ingesteld één jaar nadat de feiten waarop men zich beroept een einde hebben genomen.

Art. XVII. 6. De vordering wordt ingesteld en behandeld zoals in kortgeding.

Zij mag worden ingesteld bij verzoekschrift op tegenspraak, overeenkomstig de artikelen 1034ter tot 1034sexies van het Gerechtelijk Wetboek.

Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad, niettegenstaande elk rechtsmiddel en zonder borgtocht.

Elke uitspraak ingevolge een op de artikelen XVII. 1 en XVII. 2 gegronde vordering wordt binnen acht dagen en door toedoen van de griffier van het bevoegde rechtscollege meegedeeld aan de minister, tenzij de uitspraak is gewezen op zijn vordering.

Bovendien is de griffier verplicht de minister onverwijld in te lichten over de voorziening tegen elke uitspraak die op grond van de artikelen XVII. 1 en XVII. 2 is gewezen.

Wanneer de uitspraak betrekking heeft op een overtreder met een gereglementeerd beroep dat ressorteert onder een beroepsregulerende overheid, moet die uitspraak bovendien worden meegedeeld aan die overheid. Ook moet de griffier van het rechtscollege, waar beroep is aangetekend tegen deze uitspraak, zulks onmiddellijk melden aan de bevoegde beroepsregulerende overheid.

HOOFDSTUK 2. - Titularissen van de vordering tot staking

Art. XVII. 7. De vordering gegrond op artikel XVII.1 wordt ingesteld op verzoek van :

  1. de belanghebbenden;

  2. de voor deze materie bevoegde minister of de directeur-generaal van de algemene directie Controle en Bemiddeling van de federale overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, tenzij het verzoek betrekking heeft op een daad als bedoeld in artikel VI. 104;

  3. een beroepsregulerende overheid, een beroeps- of interprofessionele vereniging met rechtspersoonlijkheid;

  4. een vereniging ter verdediging van de consumentenbelangen die rechtspersoonlijkheid bezit en voor zover zij in de Raad voor het Verbruik vertegenwoordigd is of door de minister erkend is, volgens criteria vastgesteld bij een koninklijk besluit, vastgesteld na overleg in de Ministerraad, tenzij het verzoek betrekking heeft op een daad als bedoeld in artikel VI. 104.

    In afwijking van de bepalingen in de artikelen 17 en 18 van het Gerechtelijk Wetboek kunnen de verenigingen bedoeld in het eerste lid, 3° en 4°, in rechte optreden voor de verdediging van hun statutair omschreven collectieve belangen.

    Art. XVII. 8. Onverminderd de eventuele toepassing van artikel VI. 104 en van artikel XVII.1 op de daarin bedoelde daden kan de vordering wegens schending van artikel XVII.2 enkel worden ingesteld op verzoek van de minister die voor de betrokken aangelegenheid bevoegd is.

    De vordering op grond van artikel XVII.2, 9°, wordt ingesteld op verzoek van de minister bevoegd voor het Leefmilieu. Het Comité dat is opgericht bij de wet van 14 juli 1994 inzake de oprichting van het Comité voor het toekennen van het Europese milieukeurmerk kan aan de minister voorstellen een dergelijke vordering aanhangig te maken.

    De vordering op grond van artikel XVII.2, 2° tot 6°, voor wat betreft het beletten van het toezicht uitgeoefend krachtens de wetten betreffende het bijhouden van sociale documenten, of deze op grond van artikel XVII.2, 8° en 13°, wordt ingesteld op verzoek van de minister of de leidinggevende ambtenaar van de bevoegde inspectiedienst bedoeld in artikel 17 van het Sociaal Strafwetboek.

    HOOFDSTUK 3. - Bijzondere bepalingen eigen aan boek VI

    [Art. XVII. 9.]

    Art. XVII. 10. Als de inbreuk een reclame betreft, kan de vordering tot staking wegens overtreding van de bepalingen van de artikelen VI. 17, VI. 93 tot VI. 95, VI. 105 en VI. 106 van dit Wetboek alleen tegen de adverteerder van de gewraakte reclame...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT