24 JANUARI 2011. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 december 2006 houdende de rechtspleging voor de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, de artikelen 39/57, ingevoegd door de wet van 15 september 2006, vervangen door de wet van 6 mei 2009 en gewijzigd bij de wet van 29 december 2010, 39/57-1, ingevoegd door de wet van 29 december 2010, 39/71, ingevoegd door de wet van 15 september 2006 en gewijzigd bij de wet van 29 december 2010 en 39/82, § 7 ingevoegd door de wet van 15 september 2006;

Gelet op het koninklijk besluit van 21 december 2006 houdende de rechtspleging voor de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 9 december 2010;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting van 17 december 2010;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat de rechtsplegingsprocedure voor de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen gewijzigd wordt door de artikelen 36 tot en met 45 van de wet diverse bepalingen van 29 december 2010 (Belgisch Staatsblad 31 december 2010) en deze artikelen bepalingen omvatten die strijdig zijn met bepalingen die zijn opgenomen in het koninklijk besluit van 21 december 2006 houdende de rechtspleging voor de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen, is het vereist dat op de datum dat het nieuwe wettelijk bepaalde regime in werking treedt ook voormeld koninklijk besluit is aangepast aan de nieuwe normering. Tevens kan de nieuwe door de wetgever voorziene procedure, die prioritair dient te worden ingevoerd om het hoofd te bieden aan de asiel- en migratiecrisis, slechts degelijk functioneren indien de vereiste uitvoeringsmodaliteiten voor deze datum geregeld zijn. Teneinde te vermijden dat de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen verplicht wordt zijn rechtsprekende taak uit te oefenen met een lacunaire regelgeving en de rechtzoekende geconfronteerd wordt met een reglementair kader dat niet in overeenstemming is met de wet, wat tot rechtsonzekerheid kan leiden, is het vereist om bij hoogdringendheid het procedurereglement voor de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen aan te passen.

Gelet op het advies 49.162/4 van de Raad van State, gegeven op 12 januari 2011, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister belast met het Migratie- en Asielbeleid en...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT