Aanvullende Gemeenschappelijke Verklaring op de Gemeenschappelijke Verklaring van 10 december 2012 voor de realisatie van netwerken en zorgcircuits in de ggz voor kinderen en jongeren Op basis van

Aanvullende Gemeenschappelijke Verklaring op de Gemeenschappelijke Verklaring van 10 december 2012 voor de realisatie van netwerken en zorgcircuits in de ggz voor kinderen en jongeren

Op basis van een Gemeenschappelijke Verklaring beslisten de Ministers bevoegd voor Volksgezondheid en gezondheidsbeleid op 12 december 2012 om samen te werken aan een nieuw beleid inzake geestelijke gezondheid voor kinderen en jongeren. In deze verklaring werden eerst de motieven en uitgangspunten voor de vernieuwing van het geestelijke gezondheidsbeleid voor kinderen en jongeren uitgeklaard. Vervolgens werden de verschillende mijlpalen om het nieuwe beleid te realiseren beschreven.

De Gemeenschappelijke Verklaring van 10 december 2012 werd voorbereid en uitgewerkt door het redactiecomité `hervorming ggz-aanbod voor kinderen en jongeren'. De verwachte opleveringen van het comité bestaan uit een gids en praktische beleidsscenario's, met andere woorden concreet te implementeren maatregelen voorzien van een timing, een begrotingsvoorstel met concrete financieringstechnieken en gedetailleerde voorstellen tot wijziging van elke relevante regelgeving (1).

Het redactiecomité heeft besloten om in eerste instantie een Aanvullende Gemeenschappelijke Verklaring op te stellen. De voorliggende aanvullende verklaring wil de hoofdlijnen van het nieuwe geestelijke gezondheidsbeleid voor kinderen en jongeren aangeven, gebaseerd op een maatschappelijke situering en actuele wetenschappelijke vaststellingen, en vervolgens omgezet in een strategisch plan en de beschrijving van een nieuw beleidsmodel. Voor de realisatie van dit nieuwe geestelijke gezondheidsbeleid voor kinderen en jongeren heeft het redactiecomité een aangepast timing en algemene planning uitgewerkt.

Deze Aanvullende Gemeenschappelijke Verklaring vormt de basis voor de verdere samenwerking tussen de Gemeenschappen, de Gewesten en de Federale Overheid binnen het kader van het redactiecomité.

Inleiding

Het `Verdrag inzake de Rechten van het Kind' van de Verenigde Naties (VN) is duidelijk. Artikel 24 § 1 stelt `De Staten die partij zijn, erkennen het recht van het kind op het genot van de grootst mogelijke mate van gezondheid en op voorzieningen voor de behandeling van ziekte en het herstel van de gezondheid. De Staten die partij zijn, streven ernaar te waarborgen dat geen enkel kind zijn of haar recht op toegang tot deze voorzieningen voor gezondheidszorg wordt onthouden. (2)' Ook het `Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap' (VN) wijdt artikel 25 aan gezondheid en stelt dat `personen met een handicap zonder discriminatie op grond van hun handicap recht hebben op het genot van het hoogst haalbare niveau van gezondheid. (3)'

Om deze rechten effectief te waarborgen, is de uitbouw van een toegankelijke, betrokken, positieve, deskundige, kwaliteitsvolle en continue geestelijke gezondheidszorg (ggz) op maat van de noden van ieder kind en jongere cruciaal. De `health'-definitie van de World Health Organization (WHO) beschrijft geestelijke gezondheid als volgt : "A state of complete physical, mental and social well-being, and not merely the absence of disease (4) ". Het belang van een geestelijk gezondheidsbeleid wordt door dezelfde WHO benadrukt in allerhande publicaties, guidelines, ... (5). "Mental health policy defines the vision for the future mental health of the population, specifying the framework which will be put in place to manage and prevent priority mental and neurological disorders."

Het belang van een nieuw geestelijk gezondheidsbeleid voor kinderen en jongeren wordt door Interministeriële Conferentie Volksgezondheid op 10 december 2012 bekrachtigd in de `Gemeenschappelijk Verklaring voor de realisatie van netwerken en zorgcircuits in de ggz voor kinderen en jongeren'. De Federale Overheid, de Gemeenschappen en Gewesten verbinden zich ertoe om samen, vanuit een duidelijke, coherente en geloofwaardige visie, de verdere ontwikkeling van de ggz kinderen en jongeren te realiseren. De motieven uit de Gemeenschappelijke Verklaring zijn :

  1. het ontoereikende aanbod versus de behoeften

  2. de niet geïntegreerde werking van de ggz voor kinderen en jongeren

  3. de geestelijke gezondheidszorg voor kinderen en jongeren houdt onvoldoende rekening met de gezondheidsdeterminanten en de socio-economische context

    Daarnaast beschrijft de Gemeenschappelijke Verklaring de methodologie die zal worden gebruikt om een nieuw beleid mogelijk te maken. De realisatie zal in drie fasen verlopen, die telkens een mijlpaal in de af te leggen weg betekenen :

  4. Mijlpaal 1 : Stappen voor de ontwikkeling van een geestelijke gezondheidszorgbeleid als onderdeel van een algemeen gezondheidsbeleid

  5. Mijlpaal 2 : Het ontwikkelen van een plan voor de geestelijke gezondheid van kinderen en jongeren

  6. Mijlpaal 3 : Uitvoering van het beleid en de plannen voor de geestelijke gezondheidszorg van kinderen en jongeren (6)

    De samenvattende tijdstabel uit de Gemeenschappelijke Verklaring blijkt niet haalbaar door de korte tijdspanne tussen de ondertekening van de Gemeenschappelijke Verklaring en de verkiezingen in het voorjaar van 2014. Nieuwe beleidsmatige en financiële beslissingen zijn door de aankomende verkiezingen niet mogelijk, noch aangewezen. Hierdoor kan enkel mijlpaal 1 gerealiseerd worden.

    Deze Aanvullende Gemeenschappelijke Verklaring aan de Gemeenschappelijke Verklaring beschrijft het gemeenschappelijk kader voor de ontwikkeling van een nieuw beleid geestelijke gezondheid voor kinderen en jongeren als onderdeel van een algemeen gezondheidsbeleid. De inhoudelijke basis en het beschreven kader worden overeenkomstig de Gemeenschappelijke Verklaring vertaald in een gids en een concreet actieplan. Deze zullen na de verkiezingen opgenomen worden in een af te sluiten protocol en ter ondertekening voorgelegd worden aan alle bevoegde ministers waarna mijlpaal 2 en 3 gerealiseerd worden. De timing om begin 2015 te starten met de proefprojecten, blijft behouden.

    Het nieuwe geestelijke gezondheidsbeleid voor kinderen en jongeren integreert de huidige ontwikkelingen in de chronische zorg. Een aantal concepten uit de `Oriëntatienota `Geïntegreerde visie op de zorg voor chronische zieken in België'' worden meegenomen.

    België telt een veelvoud aan inspirerende praktijken. Deze zijn geïnventariseerd a.d.h.v. een enquête en een aantal initiatieven werden uitgenodigd ter hoorzitting. Deze inspirerende praktijken zullen in het kader van het nieuw beleid geëvalueerd en gevalideerd worden.

    Naast deze inspirerende praktijken zijn volgende bronnen als uitgangspunt voor de ontwikkeling van het nieuwe beleid genomen :

    • Adviezen van de Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen (NRZV) :

    o Uitbouw van een ggz-programma voor kinderen en jongeren (2011)

    o Basisprincipes, randvoorwaarden en criteria voor een geografische gebiedsomschrijving van de proefopstellingen zorgcircuits en netwerken voor de ggz-doelgroep jeugd (2003)

    • Advies Hoge Gezondheidsraad kinderen en jongeren : gedragsstoornissen in context (2011) (7)

    • Rapporten Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) :

    o Spoedeisende psychiatrische hulp voor kinderen en adolescenten (2010)

    o Ontwikkeling van een beleidsscenario (2011)

    o Organisatie van ggz voor kinderen en jongeren : literatuurstudie en internationaal overzicht (2011)

    • Studiedag `Kinder- en jeugdpsychiatrie vanuit een internationaal perspectief!?'met sprekers uit Engeland, Verenigde Staten, Griekenland en Nederland

    • Studiebezoeken naar Italië, Frankrijk en Nederland

    De overige geraadpleegde bronnen zijn opgenomen in de voetnoten.

    Uit de inventarisatie van binnenlandse inspirerende praktijken bleek dat het werkveld vanuit engagement en betrokkenheid talloze vernieuwende initiatieven heeft opgezet en gerealiseerd. Deze initiatieven zullen geëvalueerd, gevalideerd en, in de mate van het mogelijke, geïntegreerd worden in het nieuw geestelijke gezondheidsbeleid voor kinderen en jongeren.

  7. Situering van het nieuw beleid geestelijke gezondheid voor kinderen en jongeren

    Het nieuw beleid geestelijke gezondheid voor kinderen en jongeren focust prioritair op kinderen en jongeren van 0 tot 18 jaar en hun context. Naast hun natuurlijke context (ouders, familie, andere opvoedingsfiguren, vrienden,...) houdt het beleid rekening met het belang van samenwerking en afstemming met alle partners binnen de ggz, bv. privépraktijken (psychologen, psychiaters, ...) alsook het aanbod dat zich richt naar de leeftijdsgroep volwassenen (jongvolwassenen, ouders van kinderen en jongeren, ...) en partners uit belendende sectoren, zoals voorzieningen uit de gehandicaptenzorg, onderwijs, (jongeren)welzijn, justitie,...

    De geestelijke gezondheidszorg voor kinderen en jongeren richt zich in hoofdzaak naar kinderen en jongeren met psychische of psychiatrische stoornis en hun context.

    1.1. Prevalentie van psychische stoornissen bij kinderen en jongeren

    1.1.1. Aantal kinderen en jongeren in België

    20,4 % van de Belgische bevolking zijn kinderen en jongeren (van 0 tot 18 jaar). Op 1 januari 2013 telde België 2.258.716 minderjarigen op een totaal van 11.099.554 inwoners (8). Deze cijfers zijn belangrijk om de prevalentie te plaatsen binnen een Belgische context.

    1.1.2. Prevalentie van psychische stoornissen vanuit internationaal onderzoek

    Door het gebrek aan Belgisch prevalentieonderzoek wordt in dit hoofdstuk enkel verwezen naar internationale onderzoeken en gegevens. Aangezien deze cijfergegevens mogelijks niet representatief zijn voor de Belgische context, is de nodige voorzichtigheid bij het hanteren ervan aangewezen.

    De geestelijke gezondheidsproblemen in onze samenleving worden over het algemeen onderschat. De WHO schatte de prevalentie van psychische stoornissen bij kinderen en jongeren reeds in 2005 op +20 % (9). Dit cijfer wordt vaak geciteerd, alhoewel de prevalentiecijfers van "clinically important mental disorders" bij kinderen en jongeren van een aantal toonaangevende onderzoeken variëren van 10 % tot 20 %...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT