GRONDWET VAN BELGIE. (Publikatie: Bulletin officiel des décrets du Congrès national de Belgique et des arrêtés du Pouvoir exécutif, no du Bulletin 14, no d'ordre 44, p. 174 e.v. De Nederlandse tekst werd vastgesteld bij Grondwetswijziging van 10 april 1967 (Staatsblad 3-5-1967))., de 7 février 1831

TITEL I _ (HET FEDERALE BELGIE, ZIJN SAMENSTELLING EN ZIJN GRONDGEBIED)

Artikel 1. (België is een federale staat, samengesteld uit de gemeenschappen en de gewesten.

Het Vlaamse Gewest is ingedeeld in de provincies Antwerpen, Limburg, Oost-Vlaanderen, Vlaams-Brabant en West-Vlaanderen. Het Waalse Gewest is ingedeeld in de provincies Henegouwen, Luik, Luxemburg, Namen en Waals-Brabant.)

(De bevoegdheden die in het Vlaamse en Waalse Gewest worden uitgeoefend door verkozen provinciale organen, worden in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad uitgeoefend door de Vlaamse en de Franse Gemeenschap en door de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, elk voor wat betreft de aangelegenheden die krachtens artikel 59bis tot hun bevoegdheid behoren, en door het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest voor wat de andere aangelegenheden betreft.

Evenwel stelt een wet, aangenomen met de meerderheid bepaald in het laatste lid, de nadere regelen vast volgens welke het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest of elke instelling waarvan het de leden benoemt, de in het vorige lid bedoelde bevoegdheden uitoefent die geen in artikel 107quater bedoelde aangelegenheden betreffen. Een wet aangenomen met dezelfde meerderheid legt de nadere regelen vast voor de toewijzing aan de in artikel 108ter, § 3, bedoelde instellingen van bepaalde of van alle in het vorige lid bedoelde bevoegdheden die in artikel 59bis bedoelde aangelegenheden betreffen.)

De wet kan, indien daartoe redenen zijn, het grondgebied indelen in een groter aantal provincies.

(Een wet kan bepaalde gebieden, waarvan zij de grenzen vaststelt, aan de indeling in provincies onttrekken, ze onder het rechtstreeks gezag plaatsen van de uitvoerende macht en ze een eigen statuut toekennen.

Deze wet moet worden aangenomen met de meerderheid van de stemmen in elke taalgroep van elke Kamer, op voorwaarde dat de meerderheid van de leden van elke taalgroep aanwezig is en voor zover het totaal van de ja-stemmen in beide taalgroepen tweederde van de uitgebrachte stemmen bereikt.)

(Overgangsbepaling.

De eerstvolgende verkiezing voor de provincieraden vindt plaats, samen met de eerstvolgende gemeenteraadsverkiezingen, op de tweede zondag van oktober 1994. Voor zover de in het voorlaatste lid van deze overgangsbepaling bedoelde wet in werking is getreden worden de kiezers voor de verkiezing van de provincieraden van Vlaams-Brabant en Waals-Brabant diezelfde zondag opgeroepen.

Tot 31 december 1994 zijn de provincies : Antwerpen, Brabant, Henegouwen, Limburg, Luik, Luxemburg, Namen, Oost-Vlaanderen en West-Vlaanderen.

De personeelsleden en het patrimonium van de provincie Brabant worden verdeeld tussen de provincie Vlaams-Brabant, de provincie Waals-Brabant, het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, de in de artikelen 59bis, § 4bis, tweede lid, en 108ter, § 3, bedoelde overheden en instellingen, evenals de federale overheid, op de wijze bepaald door een wet aangenomen met de in artikel 1, laatste lid, bedoelde meerderheid.

Na de eerstvolgende vernieuwing van de provincieraden en tot op het moment van hun verdeling worden het gemeenschappelijk gebleven personeel en patrimonium gezamenlijk beheerd door de provincie Vlaams-Brabant, de provincie Waals-Brabant en de in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad bevoegde overheden.)

Art. 2. De onderverdelingen van de provincies kunnen alleen door de wet worden vastgesteld.

Art. 3. In de grenzen van het Rijk, van de provincies en van de gemeenten kan geen verandering of correctie worden aangebracht dan krachtens een wet.

Art. 3bis. België omvat vier taalgebieden: het Nederlands taalgebied, het Frans taalgebied, het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad en het Duits taalgebied.

Elke gemeente van het Rijk maakt deel uit van één van deze taalgebieden.

In de grenzen van de vier gebieden kan geen verandering of correctie worden aangebracht dan bij een wet, aangenomen met de meerderheid van de stemmen in elke taalgroep van elke Kamer, op voorwaarde dat de meerderheid van de leden van elke taalgroep aanwezig is en voor zover het totaal van de ja-stemmen in beide taalgroepen tweederde van de uitgebrachte stemmen bereikt.

TITEL Ibis _ DE (...) GEMEENSCHAPPEN.

Art. 3ter. België omvat drie gemeenschappen: de Vlaamse gemeenschap, de Franse gemeenschap en de Duitstalige gemeenschap.

Elke gemeenschap heeft de bevoegdheden welke haar door de Grondwet of door de wetten aangenomen krachtens deze laatste, worden toegekend.

TITEL II _ DE BELGEN EN HUN RECHTEN.

Art. 4. De staat van Belg wordt verkregen, behouden en verloren volgens de regels bij de burgerlijke wet gesteld.

Deze Grondwet en de overige wetten op de politieke rechten bepalen welke de vereisten zijn waaraan men moet voldoen, benevens de staat van Belg, om die rechten te kunnen uitoefenen.

Art. 5. Naturalisatie wordt verleend door de wetgevende macht.

(Lid 2 opgeheven.)

Art. 6. Er is in de Staat geen onderscheid van standen.

De Belgen zijn gelijk voor de wet; zij alleen zijn tot de burgerlijke en militaire bedieningen benoembaar, behoudens de uitzonderingen die voor bijzondere gevallen door een wet kunnen worden gesteld.

Art. 6bis. Het genot van de rechten en vrijheden aan de Belgen toegekend moet zonder discriminatie verzekerd worden. Te dien einde waarborgen de wet en het decreet onder meer de rechten en vrijheden van de ideologische en filosofische minderheden.

Art. 7. De vrijheid van de persoon is gewaarborgd.

Niemand kan worden vervolgd dan in de gevallen die de wet bepaalt en in de vorm die zij voorschrijft.

Niemand kan behalve bij ontdekking op heter daad, worden aangehouden dan krachtens een met redenen omkleed bevel van de rechter, dat moet worden betekend bij de aanhouding of uiterlijk binnen vierentwintig uren.

Art. 8. Niemand kan tegen zijn wil worden afgetrokken van de rechter die de wet hem toekent.

Art. 9. Geen straf kan worden ingevoerd of toegepast dan krachtens de wet.

Art. 10. De woning is onschendbaar; geen huiszoeking kan plaats hebben dan in de gevallen die de wet bepaalt en in de vorm die zij voorschrijft.

Art. 11. Niemand kan van zijn eigendom worden ontzet dan ten algemenen nutte, in de gevallen en op de wijze bij de wet bepaald en tegen billijke en voorafgaande schadeloosstelling.

Art. 12. De straf van verbeurdverklaring der goederen kan niet worden ingevoerd.

Art. 13. De burgerlijke dood is afgeschaft; hij kan niet opnieuw worden ingevoerd.

Art. 14. De vrijheid van eredienst, de vrije openbare uitoefening ervan, alsmede de vrijheid om op elk gebied zijn mening te uiten, zijn gewaarborgd, behoudens bestraffing van de misdrijven die ter gelegenheid van het gebruikmaken van die vrijheden worden gepleegd.

Art. 15. Niemand kan worden gedwongen op enigerlei wijze deel te nemen aan handelingen en aan plechtigheden van een eredienst of de rustdagen ervan te onderhouden.

Art. 16. De Staat heeft niet het recht zich te bemoeien met de benoeming of de installatie der bedienaren van enige eredienst of hun te verbieden briefwisseling te houden met hun overheid en de akten van deze overheid openbaar te maken, onverminderd, in laatstgenoemd geval, de gewone aansprakelijkheid inzake drukpers en openbaarmaking.

Het burgerlijk huwelijk moet altijd aan de huwelijksinzegening voorafgaan, behoudens de uitzonderingen door de wet te stellen, indien daartoe redenen zijn.

Art. 17. (§ 1.) Het onderwijs is vrij; elk preventieve maatregel is verboden; de bestraffing van de misdrijven wordt alleen door de wet (of het decreet) geregeld.

(De Gemeenschap waarborgt de keuzevrijheid van de ouders.

De Gemeenschap richt neutraal onderwijs in. De neutraliteit houdt onder meer in, de eerbied voor de filosofische, ideologische of godsdienstige opvattingen van de ouders en de leerlingen.

De scholen ingericht door openbare besturen bieden, tot het einde van de leerplicht, de keuze aan tussen onderricht in een der erkende godsdiensten en de niet-confessionele zedenleer.)

(§ 2. Zo een Gemeenschap als inrichtende macht bevoegdheden wil overdragen aan een of meer autonome organen, kan dit slechts bij decreet, aangenomen met een tweederde-meerderheid.

§ 3. Iedereen heeft recht op onderwijs, met eerbiediging van de fundamentele rechten en vrijheden. De toegang tot het onderwijs is kosteloos tot het einde van de leerplicht.

Alle leerlingen die leerplichtig zijn, hebben ten laste van de Gemeenschap recht op een morele of religieuze opvoeding.

§ 4. Alle leerlingen of studenten, ouders, personeelsleden en onderwijsinstellingen zijn gelijk voor de wet of het decreet. De wet en het decreet houden rekening met objectieve verschillen, waaronder de eigen karakteristieken van iedere inrichtende macht, die een aangepaste behandeling verantwoorden.

§ 5. De inrichting, erkenning of subsidiering van het onderwijs door de Gemeenschap wordt geregeld door de wet of het decreet.

- Overgangsbepaling : (opgeheven)

Art. 18. De drukpers is vrij; de censuur kan nooit worden ingevoerd; geen borgstelling kan worden geëist van de schrijvers, uitgevers of drukkers.

Wanneer de schrijver bekend is en zijn woonplaats in België heeft, kan de uitgever, de drukker of de verspreider niet worden vervolgd.

Art. 19. De Belgen hebben het recht vreedzaam en ongewapend te vergaderen, mits zij zich gedragen naar de wetten, die het uitoefenen van dit recht kunnen regelen zonder het echter aan een voorafgaand verlof te onderwerpen.

Deze bepaling is niet van toepassing op bijeenkomsten in de open lucht, die ten volle aan de politiewetten onderworpen blijven.

Art. 20. De Belgen hebben het recht van vereniging; dit recht kan niet aan enige preventieve maatregel worden onderworpen.

Art. 21. Ieder heeft het recht verzoekschriften, door een of meer personen ondertekend, bij de openbare overheden in te dienen.

Alleen de gestelde overheden hebben het recht verzoekschriften in gemeenschappelijke naam in te dienen.

Art. 22. Het briefgeheim is onschendbaar.

De wet bepaalt welke agenten verantwoordelijk zijn voor de schending van het geheim der aan de post toevertrouwde brieven.

...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT