6 DECEMBER 2013. - Decreet houdende de oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap 'Agentschap Plantentuin Meise' (1)

Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt:

Decreet houdende de oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap "Agentschap Plantentuin Meise"

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1. Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.

Art. 2. Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder:

  1. Kaderdecreet: het Kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003;

  2. Agentschap: het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde Agentschap Plantentuin Meise;

  3. Samenwerkingsakkoord: het samenwerkingsakkoord van 17 mei 2013 tussen de Vlaamse en de Franse Gemeenschap betreffende het beheer en de werking van de Nationale Plantentuin van België;

  4. wetenschappelijk onderzoeker: de personeelsleden bedoeld in artikel 8, tweede lid, van het Samenwerkingsakkoord;

  5. rechtspersoonlijkheid: het, in het koninklijk besluit van 12 november 1997 waarbij de voorwaarden worden bepaald waaronder de Nationale Plantentuin van België rechtspersoonlijkheid verkrijgt en tot vastlegging van de financieringsvoorwaarden ervan, bedoeld vermogen verbonden aan de Nationale Plantentuin van België, dat rechtspersoonlijkheid bezit.

    HOOFDSTUK II. - Oprichting

    Art. 3. Er wordt een publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid opgericht, zoals bedoeld in artikel 13 van het Kaderdecreet. Dat agentschap draagt als naam Agentschap Plantentuin Meise.

    De Vlaamse Regering bepaalt tot welk homogeen beleidsdomein het Agentschap behoort.

    Behoudens afwijkingen in dit decreet, zijn de bepalingen van het Kaderdecreet op het Agentschap Plantentuin Meise van toepassing.

    HOOFDSTUK III. - Missie, opdrachten en taken

    Art. 4. Het Agentschap heeft als missie en opdracht het wetenschappelijk onderzoek in de botanie en de mycologie te verrichten en te bevorderen met het oog op een grotere kennis over en het behoud van planten door middel van botanisch onderzoek voornamelijk op het gebied van de systematiek en de verwante disciplines. Dit geschiedt in een bredere context van onderzoek inzake biodiversiteit en de geschiedenis van de wetenschap.

    Het Agentschap draagt bij tot het behoud van de genetische hulpbronnen door het beheren, bewaren en valoriseren van gedocumenteerde wetenschappelijke verzamelingen van levende of gedroogde planten, fungi, zaden en plantaardige weefsels. Het Agentschap bouwt zijn museale, toeristische en educatieve functie verder uit om zo bij te dragen aan de bewustwording en de vorming van het publiek.

    Het Agentschap neemt daartoe het globale beheer van de plantentuin waar en voert op loyale wijze het Samenwerkingsakkoord uit.

    Art. 5. Het Agentschap vervult de volgende taken:

  6. organiseren en verrichten van en participeren aan multidisciplinair fundamenteel en toegepast wetenschappelijk onderzoek en het verwerven van wetenschappelijke kennis;

  7. multidisciplinair wetenschappelijk onderzoek conceptualiseren en initiëren;

  8. vertalen van de verworven inzichten naar het beleid;

  9. kennis opbouwen en verspreiden, onder meer via wetenschappelijke publicaties, onderzoeksrapportering en voordrachten;

  10. aanbieden van wetenschappelijke diensten en producten aan de overheid en derden, onder andere door advisering, analyses, het aanreiken van technieken en documentatie;

  11. initiatieven opzetten rond wetenschapscommunicatie en -popularisering en meewerken aan de vorming en bewustwording van bedrijven en particulieren;

  12. beheren, bewaren, valoriseren en uitbouwen van de diverse onderzoeksondersteunende collecties van planten en fungi;

  13. instaan voor de vernieuwing, aankoop of ruil van nieuwe specimen met het oog op de uitbreiding van het wetenschappelijk patrimonium waarvan de federale of deelstatelijke entiteit die in de financiering ervan voorziet, de eigendom verwerft;

  14. ontwikkelen van een toeristisch, educatief en museaal aanbod en de hiervoor noodzakelijke infrastructuur.

    Art. 6. § 1. Met het oog op het vervullen van de in de artikelen 4 en 5 bedoelde missie, opdrachten en taken is het Agentschap gerechtigd alle activiteiten te verrichten die rechtstreeks of onrechtstreeks bijdragen tot de verwezenlijking van voormelde missie, opdrachten en taken.

    § 2. Het Agentschap is rechts-, handelings- en procesbekwaam binnen de perken van zijn missie, opdrachten en taakstelling, zoals bedoeld in de artikelen 4 en 5.

    Art. 7. De Vlaamse Regering wordt gemachtigd, in het raam van de missie, opdrachten en de taken van het Agentschap, om bijzondere opdrachten aan het Agentschap toe te wijzen.

    HOOFDSTUK IV. - Bestuur en werking

    Afdeling I. - Raad van bestuur

    Art. 8. § 1. Het Agentschap wordt bestuurd door een raad van bestuur die bestaat uit negen leden.

    In afwijking van artikel 18, § 1, wat de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT