Besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest houdende vaststelling van de modaliteiten van de toekenning van een provisie voor geringe uitgaven in toepassing van artikel 46ter van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, ingelast bij ordonnantie van 3 juni 2003 betreffende het administratief toezicht en de financiële, budgettaire en boekhoudkundige voorschriften van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn., de 23 octobre 2008

Artikel 1. Het huidig besluit regelt, in toepassing van artikel 135 van de Grondwet, een aangelegenheid als bedoeld in artikel 128, § 1, van dezelfde wet.

Art. 2. De kleine dagelijkse uitgaven als bedoeld in artikel 46ter van de voornoemde organieke wet zijn deze die enkel contant kunnen worden uitbetaald of die slechts verantwoord zijn om reden van de hoogdringendheid of van de veiligheid.

Art. 3. Elke vastgelegde uitgave uitbetaald door middel van bedoelde provisie mag een bedrag van 500 euro niet overschrijden.

Art. 4. Voor elk betrokken personeelslid mag de provisie een bedrag van 1 500 euro niet overschrijden.

Art. 5. De ontvanger overhandigt de provisie tegen kwitantie aan het betrokken personeelslid.

Art. 6. De provisie wordt niet als uitgave in de boekhouding van het Centrum ingeschreven. De aan de ontvanger afgeleverde kwitantie vormt een geldig bewijs dat door hem bewaard dient te worden.

Art. 7. Bij het beëindigen van de functies van het personeelslid aan wie een provisie ter beschikking werd gesteld, zorgen de voorzitter en de ontvanger ervoor dat de provisie of de verantwoordingsstukken van nog niet geregulariseerde betalingen, uitgevoerd door middel van de bewuste geldsom, aan de opvolger worden overgemaakt.

Art. 8. De regelmatige uitgaven, uitgevoerd door middel van de provisies, worden terugbetaald aan het personeelslid belast met het beheer van de gelden op voorlegging van aanvragen tot uitbetaling. De aanvragen moeten minstens om de drie maanden worden ingediend en de laatste aanvraag uiterlijk op de laatste werkdag van het jaar waarop de gedane betalingen betrekking hebben.

Deze aanvragen, gestaafd door de betaalde facturen, kwitanties en ontvangstbewijzen afgeleverd door de leveranciers en getekend voor ontvangst en voor echtverklaring, worden bij ontvangst dadelijk in het grootboek ingeschreven als definitief vastgelegde uitgaven en vervolgens toegevoegd aan het betalingsmandaat dat ten voordele van het personeelslid wordt uitgeschreven om de oorspronkelijke provisie opnieuw samen te stellen.

Het verzoek tot terugbetaling mag uitsluitend uitgaven omvatten die op eenzelfde artikel van de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT