Decreet houdende de organisatie van de lokale en provinciale verkiezingen en houdende wijziging van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, het Provinciedecreet van 9 december 2005 en het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn (aangehaald als : het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 25-08-2011 en tekstbijwerking tot, de 8 juillet 2011

http://www.juridat.be"/cgi_loi/arch_a.pl?N=&=&sql=(text+contains+(''))&rech=1&language=nl&tri=dd+AS+RANK&numero=1&table_name=wet&cn=2011070824&caller=archive&fromtab=wet&la=N&ver_arch=001"

Deel 1. - Inleidende bepalingen

Artikel 1. Dit decreet regelt een gewest- en gemeenschapsaangelegenheid.

Art. 2. In dit decreet wordt verstaan onder :

  1. Gemeentedecreet : het Gemeentedecreet van 15 juli 2005;

  2. Provinciedecreet : het Provinciedecreet van 9 december 2005;

  3. stadsdistricten : de binnengemeentelijke territoriale organen, vermeld in artikel 41 van de Grondwet en titel X van het Gemeentedecreet;

  4. Controlecommissie Verkiezingsuitgaven : de Vlaamse Controlecommissie voor de Verkiezingsuitgaven, zoals opgericht bij artikel 3 van het decreet van 7 mei 2004 houdende regeling van de controle van de verkiezingsuitgaven en de herkomst van de geldmiddelen voor de verkiezing van het Vlaams Parlement, de provincieraden, de gemeenteraden en de districtraden.

    Art. 3. Dit decreet is van toepassing op de organisatie van de verkiezingen van de provinciale, gemeentelijke en binnengemeentelijke organen in alle gemeenten en provincies van het Vlaamse Gewest met behoud van de toepassing van de regelingen, vermeld in artikel 6, § 1, VIII, eerste lid, 4°, eerste lid, a) en b), en artikel 6, § 1, VIII, eerste lid, 4°, tweede lid, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen. In het bijzonder is dit decreet van toepassing op :

  5. de organisatie van de verkiezing van de gemeenteraad in alle gemeenten van het Vlaamse Gewest;

  6. de organisatie van de verkiezing van de stadsdistrictraad in alle gemeenten van het Vlaamse Gewest;

  7. de organisatie van de verkiezing van de provincieraad in alle provincies van het Vlaamse Gewest;

  8. de organisatie van de rechtstreekse verkiezing van de schepenen in de gemeenten, vermeld in artikel 7 van de wet van 18 juli 1966 op het gebruik van de talen in bestuurszaken, en in Voeren;

  9. de organisatie van de rechtstreekse verkiezing van de raad voor maatschappelijk welzijn en de verkiezing van het vast bureau in de gemeenten, vermeld in artikel 7 van de wet van 18 juli 1966 op het gebruik van de talen in bestuurszaken, en in Voeren.

    Art. 4. De Vlaamse Regering kan alle noodzakelijke maatregelen nemen met het oog op het goede verloop van de verkiezingen. Zij kan de provinciegouverneur daartoe eveneens de vereiste opdrachten geven.

    Art. 5. Dit decreet wordt aangehaald als : het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011.

    Deel 2. - Voor de verkiezingsdag

    Titel 1. - Vaststelling van de datum van de verkiezingen

    Art. 6. De verkiezingen voor de vernieuwing van de gemeenteraden, provincieraden en stadsdistrictsraden hebben van rechtswege plaats om de zes jaar, op de tweede zondag van oktober.

    Titel 2. - Vaststelling van het aantal te verkiezen vertegenwoordigers

    Art. 7. § 1. Overeenkomstig artikel 5, § 3, eerste lid, en artikel 273, § 2, van het Gemeentedecreet en artikel 5, § 2, eerste lid, van het Provinciedecreet stelt de Vlaamse Regering uiterlijk op 1 juni van het jaar waarin de verkiezingen zullen plaatsvinden een lijst op van :

  10. het aantal te verkiezen gemeenteraadsleden per gemeente, als vermeld in artikel 5, § 1, van het Gemeentedecreet;

  11. het aantal te verkiezen stadsdistrictsraadsleden per stadsdistrict, als vermeld in artikel 273, § 2, van het Gemeentedecreet;

  12. het aantal te verkiezen provincieraadsleden per provincie en per provinciedistrict, als vermeld in artikel 5, § 1, en artikel 6, § 1, tweede en derde lid, van het Provinciedecreet.

    De lijst van de provinciedistricten en de aanwijzing van de provinciedistricthoofdplaats wordt vastgesteld in de tabel die als bijlage bij dit decreet is gevoegd.

    § 2. De lijst van het aantal te verkiezen raadsleden wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

    Titel 3. - Kiesvoorwaarden en kiezerslijst

    HOOFDSTUK 1. - Kiesvoorwaarden voor Belgische onderdanen

    Art. 8. Om gemeenteraadskiezer te zijn, moet men :

  13. Belg zijn;

  14. de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt;

  15. in de bevolkingsregisters van de gemeente ingeschreven zijn;

  16. zich niet bevinden in één van de gevallen van uitsluiting of schorsing, vermeld in hoofdstuk 4 van deze titel.

    Art. 9. De kiesvoorwaarden, vermeld in artikel 8, 1° en 3°, moeten vervuld zijn op de datum waarop de kiezerslijst wordt afgesloten.

    De kiesvoorwaarden, vermeld in artikel 8, 2° en 4°, moeten vervuld zijn op de dag van de verkiezing.

    Art. 10. De gemeenteraadskiezer, die voldoet aan de kiesvoorwaarden, vermeld in artikel 8, is een provincieraadskiezer en een stadsdistrictsraadskiezer. De stadsdistrictsraadskiezer moet in het desbetreffende stadsdistrict wonen om kiezer te kunnen zijn voor de verkiezingen van de stadsdistrictsraad.

    HOOFDSTUK 2. - Kiesvoorwaarden voor onderdanen van de andere lidstaten van de Europese Unie

    Art. 11. Overeenkomstig artikel 1bis, § 1, eerste lid, en artikel 86 van de Gemeentekieswet kunnen onderdanen van de andere lidstaten van de Europese Unie eveneens de hoedanigheid van gemeenteraadskiezer en stadsdistrictsraadskiezer verwerven als zij voldoen aan de kiesvoorwaarden, vermeld in artikel 8, 2° tot en met 4°, en als zij, overeenkomstig artikel 12, voor 1 augustus van het jaar waarin de gewone verkiezing van de gemeenteraden en de stadsdistrictsraden plaats heeft hun wil te kennen hebben gegeven om dat stemrecht in België uit te oefenen.

    Art. 12. § 1. Om te kunnen worden ingeschreven op de kiezerslijst, vermeld in hoofdstuk 5, moeten overeenkomstig artikel 1bis, § 2, eerste lid, en artikel 86 van de Gemeentekieswet de personen, vermeld in artikel 11, bij de gemeente waar zij hun hoofdverblijfplaats hebben, een schriftelijke aanvraag indienen overeenkomstig het model dat de minister van Binnenlandse Zaken heeft vastgesteld, met vermelding van :

  17. hun nationaliteit;

  18. het adres van hun hoofdverblijfplaats.

    Overeenkomstig artikel 1bis, § 2, tiende lid, en artikel 86 van de Gemeentekieswet worden de aanvragen die worden ingediend tijdens de periode die begint op de datum van het opmaken van de kiezerslijst en afloopt op de datum van de verkiezing waarvoor ze werden opgemaakt, onontvankelijk verklaard.

    § 2. Overeenkomstig artikel 1bis, § 2, zesde lid, en artikel 86 van de Gemeentekieswet controleert het college van burgemeester en schepenen of de betrokkene de kiesvoorwaarden vervult. Als dat het geval is, geeft het college met een aangetekende brief de betrokkene kennis van zijn beslissing om hem in te schrijven op de kiezerslijst.

    Overeenkomstig artikel 1bis, § 2, zevende lid, en artikel 86 van de Gemeentekieswet wordt de inschrijving in de bevolkingsregisters vermeld volgens de door de Koning vastgestelde nadere regelen.

    § 3. Als de aanvrager één of andere kiesvoorwaarde niet vervult, geeft overeenkomstig artikel 1bis, § 2, achtste lid, en artikel 86 van de Gemeentekieswet het college van burgemeester en schepenen van de gemeente van zijn verblijfplaats hem met een aangetekende brief kennis van zijn gemotiveerde beslissing om de inschrijving van de betrokkene op de kiezerslijst te weigeren.

    § 4. Overeenkomstig artikel 1bis, § 2, negende lid, en artikel 86 van de Gemeentekieswet worden de beslissingen van inschrijving of van weigering van inschrijving op de kiezerslijst opgesteld volgens de modellen die de minister van Binnenlandse Zaken heeft vastgesteld.

    § 5. Overeenkomstig artikel 1bis, § 2, elfde lid, artikel 1bis, § 4, en artikel 86 van de Gemeentekieswet kan, buiten de periode, vermeld in paragraaf 1, tweede lid, iedereen die in de hoedanigheid van kiezer erkend is, schriftelijk verklaren dat hij van die hoedanigheid afziet bij de gemeente waar hij zijn hoofdverblijfplaats gevestigd heeft.

    In dat geval mag hij pas na de gemeente- of stadsdistrictsraadsverkiezingen waarvoor hij als kiezer ingeschreven was, een nieuwe aanvraag tot erkenning als kiezer indienen.

    § 6. Overeenkomstig artikel 1bis, § 2, twaalfde lid, en artikel 86 van de Gemeentekieswet blijft de erkenning in de hoedanigheid van kiezer geldig zolang de betrokkene blijft voldoen aan de kiesvoorwaarden of zolang hij niet afgezien heeft van zijn hoedanigheid van kiezer, ongeacht de gemeente waar hij zijn verblijfplaats in België heeft.

    HOOFDSTUK 3. - Kiesvoorwaarden voor de onderdanen van de staten die geen lid zijn van de Europese Unie

    Art. 13. Overeenkomstig artikel 1ter en artikel 86 van de Gemeentekieswet kunnen onderdanen van de staten die geen lid zijn van de Europese Unie eveneens de hoedanigheid van gemeenteraadskiezer en stadsdistrictsraadskiezer verwerven als zij voldoen aan de andere kiesvoorwaarden, vermeld in artikel 8, 2° tot en met 4°.

    Art. 14. § 1. Om te kunnen worden ingeschreven op de kiezerslijst, vermeld in hoofdstuk 5, moeten overeenkomstig artikel 1ter, 1°, en artikel 86 van de Gemeentekieswet de personen, vermeld in artikel 13, bij de gemeente waar zij hun hoofdverblijfplaats hebben, een schriftelijke aanvraag indienen overeenkomstig het model bepaald bij een koninklijk besluit, dat is vastgesteld na overleg in de ministerraad, met vermelding van :

  19. hun nationaliteit;

  20. het adres van hun hoofdverblijfplaats;

  21. een verklaring waarin de indiener van de aanvraag zich ertoe verbindt de Grondwet, de wetten van het Belgische volk en het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden na te leven.

    Aan de betrokkene wordt een attest van die verklaring overhandigd. Als hij later een aanvraag indient om in een andere gemeente op de kiezerslijst te worden ingeschreven, legt hij dat attest voor.

    § 2. De personen, vermeld in artikel 13, moeten overeenkomstig artikel 1ter, 2°, en artikel 86 van de Gemeentekieswet kunnen bewijzen dat ze op het ogenblik van de indiening van de aanvraag vijf jaar ononderbroken hun hoofdverblijfplaats in België hebben, gedekt door een wettelijk verblijf.

    § 3. Artikel 12, § 1, tweede lid, en § 2 tot en met § 6, zijn van toepassing op de personen, vermeld in artikel 13.

    HOOFDSTUK 4. - Schorsing en uitsluiting

    Art. 15. §...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT