14 NOVEMBER 2008. - Decreet tot wijziging van het decreet van 16 april 1991 houdende organisatie van het onderwijs voor sociale promotie, ter bevordering van de integratie van zijn hoger onderwijs in de Europese ruimte van het hoger onderwijs (1)

Het Parlement van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

HOOFDSTUK I. - Wijzigingsbepalingen

Artikel 1. In artikel 5 van het decreet van 16 april 1991 houdende organisatie van het onderwijs voor sociale promotie, wordt het volgende lid ingevoegd tussen het 1e en het 2e lid :

De afdelingen en de korte autonome opleidingen van stelsel 2 van het hoger onderwijs en van het secundair onderwijs voor sociale promotie worden ten laatste op 1 september 2009 afgeschaft. Een bijkomende termijn van drie jaar wordt toegekend om de studenten toe te laten de ondernomen studies tot een goed einde te brengen, overeenkomstig artikel 5ter.

.

Art. 2. Artikel 5bis van hetzelfde decreet wordt aangevuld met een punt 14°, luidend als volgt :

14° algemeen studiereglement : het reglement dat de organisatie van studies vaststelt.

.

Art. 3. Na artikel 5bis van het decreet van 16 april 1991 houdende organisatie van het onderwijs voor sociale promotie, zoals ingevoegd bij het decreet van 3 maart 2004 en aangevuld bij het decreet van 27 oktober 2006, wordt een artikel 5ter ingevoegd, luidend als volgt :

Art. 5ter. De Regering bepaalt wat er verstaan moet worden onder de studies tot een goed eind brengen.

.

Art. 4. Artikel 17, § 1, 2e lid, 1° van hetzelfde decreet, aangevuld met het decreet van 27 oktober 1994, wordt vervangen door de volgende bepaling :

1° de opstelling van het pedagogisch dossier dat de volgende elementen bevat : de minimale referentielessenrooster, de minimale inhoud en de kenmerken van de afdelingen en vormingseenheden.

.

Art. 5. In artikel 75 van hetzelfde decreet worden tussen het tweede en het derde lid twee nieuwe leden ingevoegd, luidend als volgt :

Voor het hoger onderwijs wordt het Vast bureau bedoeld in artikel 74 eveneens geraadpleegd.

Bij een overeenstemming of een gelijkstelling van niveau wordt het advies van het Vast bureau gevoegd bij het eensluidend advies van de Overlegcommissie. Ingeval de adviezen van die twee instanties verschillend zijn, beschikken zij over 60 dagen om elkaar te raadplegen en tot een akkoord te komen. Als zij niet tot een akkoord gekomen zijn op het einde van de termijn, worden de twee adviezen naar de Regering gezonden die dan een beslissing neemt.

.

Art. 6. De hoofdstukken V en VI van Titel II van hetzelfde decreet, met de artikelen 41 tot 74, worden als volgt vervangen :

HOOFDSTUK V. - Hoger onderwijs voor sociale promotie

Afdeling 1. - Gemeenschappelijke bepalingen voor het hoger onderwijs voor sociale promotie

van het korte type en van het lange type

Onderafdeling 1. - Definities

Art. 41. De definities van bachelor, kwalificatiekader, kwalificatie, studiepunt, curriculum, cyclus, diploma, instelling voor hoger onderwijs met volledig leerplan, academische graad, master, brug, type, valorisatie van de verworven kennis zijn die bedoeld in artikel 6 van het decreet van 31 maart 2004 betreffende de organisatie van het hoger onderwijs ter bevordering van de integratie in de Europese ruimte van het hoger onderwijs en betreffende de herfinanciering van de universiteiten. Deze zijn van toepassing op de afdelingen die graden uitreiken die gelijkgesteld zijn alsmede aan andere opleidingen van het hoger onderwijs voor sociale promotie.

De definitie van studiepunt bedoeld in het 1e lid wordt aangevuld met de bepalingen van artikel 26, § 2, van voornoemd decreet van 31 maart 2004.

In afwijking van artikel 6 van voornoemd decreet van 31 maart 2004 moet onder « studieprogramma » verstaan worden : het geheel onderwijsactiviteiten die de vormingseenheden vormen van een afdeling van het hoger onderwijs voor sociale promotie. Het programma van de afdelingen die de graden van bachelor, master, specialisatie of brevet van het hoger onderwijs uitreiken, bepaalt de studiepunten die gepaard gaan met de onderwijsactiviteiten van de student.

Onderafdeling 2. - Doelstellingen en opdrachten

Art. 42. Onverminderd artikel 7 zet het hoger onderwijs voor sociale promotie, georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, de algemene doelstellingen voort die bepaald zijn in artikel 2 van voornoemd decreet van 31 maart 2004.

Het hoger onderwijs voor sociale promotie past didactische methodes toe die aangepast zijn aan een volwassen publiek en overeenkomen met de doelstellingen vermeld in het 1e lid. Die pedagogie steunt inzonderheid op gemeenschappelijke of individuele activiteiten, onder de rechtstreekse of onrechtstreekse leiding van onderwijzers of deskundigen, maar ook op persoonlijke werken van studenten die autonoom verricht zijn.

Onderafdeling 3. - Structuur

Art. 43. Het hoger onderwijs voor sociale promotie kan georganiseerd worden in de volgende categorieën :

1° Het technisch hoger onderwijs;

2° Het economisch hoger onderwijs;

3° Het landbouwkundig hoger onderwijs;

4° Het paramedisch hoger onderwijs;

5° Het sociaal hoger onderwijs;

6° Het pedagogisch hoger onderwijs;

7° Het maritiem hoger onderwijs;

8° Het hoger onderwijs voor toegepaste kunsten.

Art. 44. Elke vormingseenheid wordt door de Regering, op advies van de Hoge raad van het onderwijs voor sociale promotie bedoeld in artikel 78, in een van de categorieën bedoeld in artikel 43 gerangschikt.

Art. 45. Elke afdeling van het hoger onderwijs voor sociale promotie wordt door de Regering, op advies van de Hoge raad van het onderwijs voor sociale promotie bedoeld in artikel 78, in een van de categorieën bedoeld in artikel 43 gerangschikt.

De lijst van de afdelingen die de graden van bachelor en master uitreiken, vormt bijlage I van dit decreet. Deze kan gewijzigd worden door de Regering en bevestigd worden door het Parlement.

De machtigingen om de in dit hoofdstuk vermelde afdelingen te organiseren en om de academische graden die zij bekrachtigen toe te kennen, worden verleend aan instellingen voor onderwijs voor sociale promotie die georganiseerd of gesubsidieerd worden door de Franse Gemeenschap. Die machtigingen worden bepaald door de Regering van de Franse Gemeenschap, op advies van de Hoge raad van het onderwijs voor sociale promotie bedoeld in artikel 78. Een besluit van de Regering zal overeenkomstig artikel 123bis, § 3, eerste streepje, de criteria bepalen die zullen toelaten de lijst van de machtigingen vast te stellen.

Bij overgangsmaatregel en tot 30 juni 2011 ten laatste wordt de lijst van de machtigingen die aan de instellingen worden verleend voor de opleidingen die zij organiseerden op 23 juni 2008 bepaald in bijlage II van dit decreet.

Art. 46. Elke afdeling omvat een geïntegreerde proef. Met uitzondering van de specialisatieafdelingen moet elke afdeling eveneens stages omvatten. Er worden omkaderingsperiodes georganiseerd voor de geïntegreerde proef en de stages in de referentierooster.

De Professionele activiteit van de studenten kan, met verwijzing naar de pedagogische dossiers, gelijkgesteld worden met de stages bedoeld in het vorige lid, op beslissing van de Studieraad.

Onderafdeling 4. - Bekwaamheidsbewijzen

Art. 47. § 1. De afdelingen van het hoger onderwijs voor sociale promotie worden bekrachtigd :

1° Ofwel door graden van een niveau dat gelijkwaardig is met het niveau van deze die worden uitgereikt door het hoger onderwijs met volledig leerplan;

2° Ofwel door specifieke bekwaamheidsbewijzen die eigen zijn aan het hoger onderwijs voor sociale promotie;

§ 2. De volgende graden hebben een gelijkwaardig niveau in de zin van § 1, 1° :

1° De graad van bachelor;

2° De graad van master;

3° De specialisatiegraad.

§ 3. De opleidingen die de graden van bachelor, master of een specialisatiegraad uitreiken van het hoger onderwijs voor sociale promotie en eveneens bestaan in het hoger onderwijs met volledig leerplan, moeten een geheel van bekwaamheden bekrachtigen die overeenstemmend verklaard zijn door de Regering, overeenkomstig artikel 75.

§ 4. De graden van bachelor of de specialisatiegraden van het hoger onderwijs voor sociale promotie waarvoor geen overeenstemmend bekwaamheidsbewijs bestaat in het hoger onderwijs met volledig leerplan bekrachtigen gehele bekwaamheden die eigen zijn aan het hoger onderwijs voor sociale promotie waarvan het niveau als gelijkwaardig erkend wordt met dat van de opleidingen van de 1e cyclus van het hoger onderwijs met volledig leerplan volgens de procedure bedoeld in artikel 75.

§ 5. In het kader van samenwerkingsovereenkomsten voor de organisatie van studies met het oog op de gezamenlijke toekenning van een graad met een instelling voor hoger...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT