Programmawet, de 10 août 2015

TITEL 1. - Algemene bepaling

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.

TITEL 2. - Sociale Zaken

HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994

Afdeling 1. - Begrotingsdoelstelling

Art. 2. In artikel 40, § 1, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 19 december 2014, wordt het vierde lid vervangen als volgt :

" Voor het jaar 2015 wordt de globale jaarlijkse begrotingsdoelstelling vastgesteld op 23.851.797 duizend euro. Vanaf 2016 stemt het bedrag van de globale jaarlijkse begrotingsdoelstelling overeen met het bedrag van de globale jaarlijkse begrotingsdoelstelling van het vorige jaar, vermeerderd met een reële groeinorm van 1,5 pct. en vermeerderd met het bedrag dat overeenstemt met de meerkosten in het begrotingjaar van de indexering van de lonen, verzekeringstegemoetkomingen, tarieven en prijzen bepaald bij of krachtens deze gecoördineerde wet. Voor het jaar 2016 wordt daarenboven het bedrag van de globale jaarlijkse begrotingsdoelstelling van het vorige jaar eerst verminderd met de impact van de financiering van de investeringen in de infrastructuur en de medisch-technische diensten van de ziekenhuizen zoals omschreven in artikel 5, § 1, I, eerste lid, 1°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen. Voor het jaar 2016 wordt het bedrag van de globale jaarlijkse begrotingsdoelstelling bijkomend verhoogd met 14.456 duizend euro. Deze bijkomende verhoging maakt integraal deel uit van de globale jaarlijkse begrotingsdoelstelling voor het jaar 2016. ".

Afdeling 2. - Administratiekosten van de verzekeringsinstellingen

Art. 3. In artikel 195, § 1, 2°, derde lid van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 26 december 2013, worden de eerste en de tweede zin vervangen als volgt :

" Het bedrag van de administratiekosten van de vijf landsbonden wordt vastgesteld op 766.483.000 EUR voor 2003, 802.661.000 EUR voor 2004, 832.359.000 EUR voor 2005, 863.156.000 EUR voor 2006, 895.524.000 EUR voor 2007, 929.160.000 EUR voor 2008, 972.546.000 EUR voor 2009, 1.012.057.000 EUR voor 2010, 1.034.651.000 EUR voor 2011, 1.029.840.000 EUR voor 2012, 1.027.545.000 EUR voor 2013, 1.052.317.000 EUR voor 2014 en 1.070.012.000 EUR voor 2015. Voor de Kas voor geneeskundige verzorging van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen wordt dit bedrag vastgesteld op 13.195.000 EUR voor 2003, 13.818.000 EUR voor 2004, 14.329.000 EUR voor 2005, 14.859.000 EUR voor 2006, 15.416.000 EUR voor 2007, 15.995.000 EUR voor 2008, 16.690.000 EUR voor 2009, 17.368.000 EUR voor 2010, 17.770.000 EUR voor 2011, 17.687.000 EUR voor 2012, 17.648.000 EUR voor 2013, 18.073.000 EUR voor 2014 en 18.377.000 EUR voor 2015. ".

HOOFDSTUK 2. - Strijd tegen de sociale fraude

Afdeling 1. - Aanwezigheidsregistratie in de vleessector

Onderafdeling 1. - Aanwezigheidsregistratie

Art. 4. Er wordt een aanwezigheidsregistratie ingevoerd voor de werknemers die tewerkgesteld zijn op de arbeidsplaatsen waar activiteiten verricht worden die vallen onder de bevoegdheid van het paritair comité voor de voedingsnijverheid of het paritair comité voor de handel in voedingswaren die onderworpen zijn aan de verplichte melding van de overeenkomsten bedoeld in artikel 30ter, § 7, van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders.

Art. 5. Voor de bepaling van deze afdeling wordt verstaan onder :

  1. tewerkgestelden :

    - de werknemers en daarmee gelijkgestelden bedoeld in voornoemde wet van 27 juni 1969;

    - de zelfstandigen en hun helpers bedoeld in het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen;

    - de gedetacheerde werknemers en zelfstandigen bedoeld in de artikelen 139 en volgende van de programmawet van 27 december 2006;

  2. werkgevers : de personen die de personen bedoeld in 1°, eerste en derde streepje, tewerkstellen;

  3. activiteiten : de activiteiten bedoeld in artikel 4;

  4. arbeidsplaatsen : de plaats of de plaatsen (een slachthuis, een uitsnijderij of een bedrijf voor vleesbereidingen of bereidingen van vleesproducten en die te dien einde een erkenning van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen hebben verkregen) waar de activiteiten bedoeld in artikel 4 uitgevoerd worden;

  5. opdrachtgever : eenieder die de opdracht geeft om tegen een prijs werken uit te voeren of te laten uitvoeren. Wordt met de opdrachtgever gelijkgesteld, de natuurlijke persoon of rechtspersoon die voor het beheer van de arbeidsplaatsen instaat, als deze persoon niet dezelfde als de opdrachtgever is;

  6. aannemer :

    - eenieder die zich ertoe verbindt om tegen een prijs voor een opdrachtgever activiteiten bedoeld in artikel 4 uit te voeren of te laten uitvoeren;

    - iedere onderaannemer ten overstaan van de na hem komende onderaannemers;

  7. onderaannemer : eenieder die zich ertoe verbindt, hetzij rechtstreeks, hetzij onrechtstreeks, in welke fase ook, tegen een prijs de aan de aannemer toevertrouwde activiteit of een onderdeel ervan uit te voeren of te laten uitvoeren of daartoe tewerkgestelden ter beschikking te stellen.

    Art. 6. § 1. Voor elke arbeidsplaats wordt de aanwezigheid van elke tewerkgestelde, zoals bepaald in artikel 5, 1°, geregistreerd :

  8. door middel van een elektronisch aanwezigheidsregistratiesysteem, hierna het registratiesysteem genoemd, of;

  9. door een andere automatische registratiewijze te gebruiken of ter beschikking te stellen van hun onderaannemers, voor zover zij gelijkwaardige waarborgen biedt als het registratiesysteem bedoeld in de bepaling onder 1° en het bewijs geleverd wordt dat de personen die zich aanmelden op de arbeidsplaatsen daadwerkelijk worden geregistreerd.

    De Koning bepaalt, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de gelijkwaardige waarborgen waaraan de in het eerste lid, 2°, bedoelde registratie ten minste moet beantwoorden.

    Het registratiesysteem, bedoeld in het eerste lid, 1°, omvat :

  10. een gegevensbank : de gegevensbank beheerd door de overheid die bepaalde gegevens verzamelt met het oog op de controle en het gebruik van deze gegevens;

  11. een registratieapparaat : het apparaat waarin de gegevens kunnen geregistreerd worden en dat toelaat om deze gegevens te verzenden naar de gegevensbank of een systeem dat toelaat om de voormelde gegevens te registreren en te verzenden naar de gegevensbank;

  12. een registratiemiddel : het middel dat elke natuurlijke persoon moet gebruiken om zijn identiteit te bewijzen bij de registratie.

    § 2. Het registratiesysteem bedoeld in § 1, eerste lid, 1°, en de registratiewijze, bedoeld in § 1, eerste lid, 2°, geeft de volgende gegevens weer :

  13. de identificatiegegevens van de natuurlijke persoon;

  14. het adres van de arbeidsplaatsen;

  15. de hoedanigheid waarin een tewerkgestelde prestaties op de arbeidsplaatsen verricht;

  16. de identificatiegegevens van de werkgever, wanneer de natuurlijke persoon een werknemer is;

  17. wanneer de natuurlijke persoon een zelfstandige is, de identificatiegegevens van de natuurlijke persoon of rechtspersoon in wiens opdracht een werk wordt uitgevoerd;

  18. het tijdstip van de registratie.

    De gegevens bedoeld in dit artikel zijn sociale gegevens van persoonlijke aard zoals bedoeld in artikel 2, eerste lid, 6°, van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid.

    De gegevens worden doorgestuurd naar een gegevensbank die bijgehouden wordt door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. De Rijksdienst is de verantwoordelijke voor de verwerking van de gegevens zoals bedoeld in artikel 1, § 4, van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens.

    Het registratiesysteem waarborgt dat de gegevens niet meer onmerkbaar gewijzigd kunnen worden na het doorsturen ervan en dat hun integriteit gehandhaafd wordt.

    § 3. Na advies van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer bepaalt de Koning, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de voorwaarden en de nadere regels waaraan het registratiesysteem moet beantwoorden en bepaalt Hij inzonderheid :

  19. de eigenschappen van het systeem;

  20. de nadere regels betreffende het bijhouden van het systeem;

  21. de inlichtingen betreffende de gegevens die moeten worden opgenomen in het systeem;

  22. de nadere regels voor het doorsturen van de gegevens, inzonderheid het precieze tijdstip van doorsturen;

  23. de verschillende registratiemiddelen en hun technische specificaties die toegelaten zijn om zich te registreren;

  24. de gegevens welke niet moeten geregistreerd worden indien ze reeds op elektronische wijze elders beschikbaar zijn voor de overheid en gebruikt kunnen worden in het kader van deze wet.

    Art. 7. § 1. De opdrachtgever of de daarmee gelijkgestelde persoon stelt het registratiesysteem ter beschikking van de aannemers op wie hij een beroep doet, tenzij er onderling werd overeengekomen dat de aannemer een andere gelijkwaardige registratiewijze bedoeld in artikel 6, § 1, eerste lid, 2°, toepast.

    Elke aannemer op wie de opdrachtgever of de daarmee gelijkgestelde persoon een beroep doet, is ertoe gehouden het door de opdrachtgever of de daarmee gelijkgestelde persoon ter beschikking gestelde registratiesysteem te gebruiken en het ter beschikking te stellen van de onderaannemers op wie hij een beroep doet of de registratiewijze bedoeld in artikel 6, § 1, eerste lid, 2°, toe te passen.

    Elke onderaannemer op wie een aannemer bedoeld in het tweede lid een beroep doet, is ertoe gehouden het hem door de aannemer ter beschikking gestelde registratiesysteem te gebruiken en het ter beschikking te stellen van de onderaannemers op wie hij een beroep...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT