Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 november 1993 betreffende de bescherming van proefdieren, voor wat betreft de opleiding van personen die dierproeven uitvoeren, eraan meewerken of instaan voor de verzorging van proefdieren., de 13 septembre 2004

Artikel 1. In hoofdstuk I van het koninklijk besluit van 14 november 1993 betreffende de bescherming van proefdieren worden de punten 5° en 6° van artikel 1 gewijzigd als volgt :

" 5° Dienst : Dienst Dierenwelzijn van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.

6° Minister : de minister bevoegd voor het dierenwelzijn. "

Art. 2. In hoofdstuk III van hetzelfde koninklijk besluit, wordt artikel 5, § 5, zoals ingevoegd door het koninklijk besluit van 9 december 1998, geschrapt.

Art. 3. In hetzelfde besluit wordt een artikel 5bis ingevoegd, luidend als volgt :

" Artikel 5bis. § 1. Personen die instaan voor de elementaire verzorging van de dieren moeten, op verzoek van de Dienst, het bewijs leveren van een opleiding zoals omschreven in bijlage V bij dit besluit of moeten een relevante beroepservaring van ten minste zes maand kunnen inroepen.

§ 2. Personen die instaan voor de bijzondere verzorging van de dieren moeten in het bezit zijn van een door de Dienst geaccepteerd getuigschrift of diploma uitgereikt na een opleiding zoals omschreven in bijlage VI bij dit besluit of een relevante beroepservaring van ten minste drie jaar kunnen inroepen.

§ 3. Personen die actief deelnemen aan op dieren uitgevoerde proeven moeten in het bezit zijn van een door de Dienst geaccepteerd getuigschrift of diploma uitgereikt na een opleiding zoals omschreven in bijlage VII bij dit besluit of een relevante beroepservaring van ten minste vijf jaar kunnen inroepen.

§ 4. De proefleiders zoals omschreven in artikel 3, 18° van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren, moeten in het bezit zijn van een universitair diploma zoals omschreven in artikel 26 § 1, eerste lid van voornoemde wet. Zij moeten daarenboven houder zijn van een universitair of postuniversitair diploma of van een aanvullend certificaat in de proefdierkunde, geaccepteerd door de Dienst, uitgereikt na een opleiding zoals omschreven in bijlage VIII bij dit besluit of een relevante beroepservaring van ten minste vijf jaar kunnen inroepen.

Al naargelang de reeds genoten opleiding of het reeds behaalde diploma kan een volledige of gedeeltelijke vrijstelling worden verleend voor de in bijlage VIII vermelde onderwerpen.

§ 5. De Dienst stelt na onderzoek van het getuigschrift of diploma van een in een andere Staat erkende instelling vast of de persoon die er in het bezit van is een voldoende hoog opleidingsniveau heeft bereikt.

§ 6. De directeur van het laboratorium mag enkel een beroep doen op personeel dat voldoet aan alle voorwaarden inzake opleiding en ervaring zoals bepaald in dit artikel. "

Art. 4. Bijlagen V tot VIII worden bij hetzelfde besluit gevoegd.

Art. 5. Personen die op de datum van inwerkingtreding van dit besluit niet voldoen aan de voorwaarden van dit besluit en die reeds in dienst zijn in een laboratorium beschikken over een termijn van ten hoogste vijf jaar om het in dit besluit vermelde diploma of getuigschrift te behalen en wel voor zover hun activiteiten worden uitgeoefend onder de verantwoordelijkheid van een persoon die de vereiste opleiding heeft genoten.

Art. 6. Tijdens een periode van vijf jaar te rekenen vanaf de inwerkingtreding van dit besluit beschikken de personen die op het moment van hun indiensttreding in een laboratorium niet in het bezit zijn van het van dit besluit vermelde diploma of getuigschrift, over een termijn van ten hoogste drie jaar om dit diploma of getuigschrift te behalen en dit voor zover hun activiteiten worden uitgeoefend onder...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT