De preventie en het beheer van afvalstoffen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. - Plan 1998-2002 (goedgekeurd door het besluit van de Regering van 9 juli 1998) (Vertaling)., de 9 juillet 1998

DEEL I. - Strategie.

Artikel M. (Om technische redenen werd dit artikel onderverdeeld als volgt : M0 - M53).

Art. M0. Het plan voor het beheer en de preventie van afval in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor de periode 1997-2002 bestaat uit een reeks opties op basis van een strategie. De principes van deze strategie stemmen overeen met de Europese strategie voor afvalbeheer zoals ze door de Europese Commissie werd herzien op 30 juli 1996, waarbij bepaalde thema's werden geÎxpliciteerd.

Uit die principes resulteren de voorstellen die in deel II worden beschreven.

Art. M1. 1.1. HiÎrarchie van de principes van afvalbeheer.

Het Gewest neemt de volgende dalende prioriteitshiÎrarchie aan voor de principes van afvalbeheer met de bedoeling de negatieve effecten van afvalproductie- en beheer te beperken en tegen 2002 bepaalde becijferde doelstellingen (uitgedrukt in % van het gewicht) te realiseren. Wat in het bijzonder de afvalverbranding betreft, zal er geen vergunning worden toegekend voor een verbrandingsinstallatie op het grondgebied van het Brusselse Gewest en zal het aantal ovens in de installatie van Neder-over-Heembeek tot drie worden beperkt :

  1. Voorkomen van de productie van afval aan de bron en in voorkomend geval hun schadelijkheid voor het milieu verminderen of zelfs elimineren.

    Het Gewest beoogt een vermindering van de productie aan de bron met 10 % voor alle afvaltypes en voor alle sectoren tezamen, onder meer door een beroep te doen op hergebruik.

    Het Gewest beoogt een kwaliteitsverbetering van bepaalde afvalstromen waarvan de schadelijke substanties zorgen voor vervuiling.

  2. Nuttige toepassing van afval.

    Het Gewest zal de nuttige toepassing van afval verplichten. Daarbij dient gebruik te worden gemaakt van technieken die goed zijn voor het milieu en die economisch aanvaardbaar zijn.

    2.1. Individuele compostering.

    Een individuele compostering van hoge kwaliteit maakt een nuttige toepassing van de organische fractie van het huishoudelijk afval mogelijk, met een minimaal effect op het milieu.

    Het Gewest stelt zich tot doel om 10 000 gezinnen aan individuele compostering te laten doen.

    2.2. Recycling van materialen en organische verwerking.

    Het Gewest stelt zich tot doel 33 % van het huishoudelijk afval en 88 % van het niet-huishoudelijk afval te hergebruiken of te recycleren.

    2.3. Energieterugwinning.

    Het Gewest beoogt de energetische valorisatie van afval dat, omwille van buitensporige economische, sociale of milieukosten niet voor recycling in aanmerking komt.

  3. Afvalverwijdering.

    3.1. Afvalverbranding.

    Het Gewest stelde zich tot doel de verbranding van afval in installaties zonder energieterugwinningssysteem af te schaffen.

    3.2. Storten.

    Voor het jaar 2002 heeft het Gewest als doelstelling het stopzetten van het storten van niet-huishoudelijk afval dat niet werd gesorteerd aan de bron en/of geen voorbehandeling onderging.

    Deze hiÎrarchie is bedoeld als leidraad voor een rationeel afvalbeleid, maar is geenszins strikt en dogmatisch. In sommige gevallen kunnen onpartijdige studies de overheid doen inzien dat de ene of andere optie het meest geschikt is voor het milieu, ook al staat die niet op de eerste plaats binnen deze hiÎrarchie.

    Art. M2. 1.2. De verregaande verantwoordelijkheid van de producent.

    De verantwoordelijkheid van de producent wordt het centrale principe van het beleid van de overheid.

    De verregaande verantwoordelijkheid van de producent betekent de producent van een goed de verantwoordelijkheid geven voor het beleid van het afval dat ontstaat op het einde van de levensduur van het betreffende goed. De toekenning van een dergelijke verantwoordelijkheid aan deze schakel in de keten van productie, lancering, verbruik, afvalbeheer, is ingegeven door het afgeleide effect van preventie en recycling. Als een producent wordt belast met het afvalbeheer van zijn producten zal hij vanzelf rekening houden met de milieuaspecten die samenhangen met het afvalbeheer voor de producten die hij maakt. Dat zet mede aan tot een geÔntegreerde reflectie binnen het bedrijf met betrekking tot afvalproductie tijdens de productie en na de consumptie : dat noemen wij eco-design.

    In sommige gevallen is kan de producent echter niet kiezen en moet een andere schakel in de keten de verantwoordelijkheid krijgen. Dat geldt bijvoorbeeld voor verpakkingen. De producent van verpakkingen kan niet beslissen. Het is immers degene die een product voor consumptie vrijgeeft, die beslist welke verpakking voor dat product zal worden gebruikt. In dit specifieke geval, in het kader van het samenwerkingsakkoord tussen de Gewesten, is de verantwoordelijke dus de verpakkingsverantwoordelijke, maw degene die een verpakt goed voor consumptie vrijgeeft. De uitgebreide verantwoordelijkheid van de producent kan met behulp van regelgeving of op vrijwillige basis worden ingesteld en uitmonden in economische mechanismen als eco-taksen.

    Art. M3. 1.3. Een multi-instrumentele benadering.

    Het Gewest zal bij voorkeur gebruik maken van economische instrumenten en zal een samenhang nastreven tussen de verschillende soorten instrumenten die bestaan : eco-taksen, tarifering van de diensten van het Agentschap, subsidies, enz.

    1.3.1. De economische instrumenten.

    Het Gewest zal voorrang verlenen aan economische instrumenten.

    In het kader van de markteconomie kunnen de economische instrumenten een heel belangrijke rol spelen bij de invoering van een afvalbeleid. De hiÎrarchie van de principes van afvalbeheer integreert de aspecten van milieubescherming en spaarzaamheid bij het gebruik van natuurlijke middelen, terwijl de realiteit van de kosten van afvalbeheer deze hiÎrarchie in het geheel niet weerspiegelt, aangezien de kosten voor milieubescherming over het algemeen niet vervat zitten in de kosten van de verschillende procÈdÈs voor afvalbeheer. Dank zij de economische instrumenten kan er dus een afvalbeheer in de hand worden gewerkt door de economische actoren, in overeenstemming met de hiÎrarchie van de principes van het afvalbeheer.

    De noodzaak en de modaliteiten van een hervorming of invoering van economische instrumenten gebonden aan de productie, het beheer of de verwijdering van afval die een betere verdeling van de fiscale druk toelaten, zonder deze te moeten verantwoorden, zullen het voorwerp vormen van een ruimere studie die rekening houdt met sociale en economische aspecten en met de kosten/batenanalyse voor het milieu. De tarifering van het Agentschap Net Brussel zal constant worden aangepast om zo een maximale aanzet tot preventie en recyclage te verzekeren.

    Anderzijds loopt men het risico dat in een gewest dat gekenmerkt wordt door een bedrijfsstructuur waarin het bedrijfstype KMO overheerst, het gebruik van schone hoogwaardige technologieÎn wordt afgeremd door de geringe kapitaalkracht van KMO's. Een beroep doen op de regionale expansiepolitiek heeft een gunstige invloed op de noodzakelijke mutaties.

    1.3.2. De akkoorden op vrijwillige basis.

    Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zal de akkoorden op vrijwillige basis stimuleren die worden afgesloten om de doelstellingen van het Gewest en de Europese Unie te realiseren.

    Over het algemeen veronderstelt een goed milieubeleid een mobilisatie van alle betrokken partners, die bovendien stuk voor stuk hun goede wil moeten tonen. Al bestaat er verregaand overleg bij het uitwerken van de regelgeving, toch is de formulering ervan soms stroef en biedt ze niet steeds de mogelijkheid de beste opties te kiezen om het vooropgestelde doel te bereiken.

    De vrijwillige akkoorden die rond een regelgevend doel worden opgebouwd, bieden daarentegen de mogelijkheid de meest geschikte maatregelen zo flexibel mogelijk toe te passen. Toch is er voor akkoorden op vrijwillige basis een juridisch kader nodig.

    1.3.3. De juridische instrumenten.

    Het Gewest zal de reglementen van Brussel in verband met afval verduidelijken en aanvullen. De Brusselse wetgeving in verband met afval moet op sommige punten, zoals op het gebied van het beheer van gevaarlijk afval, verduidelijkt en vereenvoudigd worden. Ze moet ook vervolledigd worden om een kader te scheppen voor het gebruik van bepaalde instrumenten zoals de terugnameplicht en de akkoorden op vrijwillige basis.

    1.3.4. Sensibilisering en informatie.

    Het Gewest zal bij elke actie van het plan een pro-actief beleid voeren inzake sensibilisering en informatie.

    Het succes van het afvalbeleid hangt voor een groot deel af van de participatie van mensen en de samenwerking met de bemiddelende organismen. Het is een kwestie van verandering van gewoonten op het werk en thuis. Dat veronderstelt een permanente aandacht en het op zoek gaan naar partners.

    Art. M4. 1.4. Economische ontwikkeling en tewerkstelling.

    Het Gewest zal eigen initiatieven nemen om bepaalde activiteiten inzake afvalbeheer te ontwikkelen, die voor bijkomende tewerkstelling kunnen zorgen, vooral voor laaggeschoolden en ter bevordering van sociale integratie. De sociale rol van het ANB past in dit kader.

    De activiteiten die samenhangen met een afvalbeheer dat beantwoordt aan de hiÎrarchie van het afvalbeheer bieden interessante mogelijkheden inzake economische ontwikkeling en het scheppen van werkgelegenheid in bepaalde sectoren. Het is belangrijk dat het Brussels Gewest in bepaalde sectoren van het afvalbeheer een positie inneemt, rekening houdend met de sociaal-economische en stedelijke structuur van het Gewest.

    Anderzijds is de ontwikkeling van banen die integratie bevorderen door de samenwerking tussen bedrijven, verenigingen en openbare instanties een weg die in bepaalde gevallen moet worden bewandeld, bijvoorbeeld voor het beheer van afgedankt elektrisch en elektronisch materiaal.

    Art. M5. 1.5. De samenwerking tussen de Belgische Gewesten.

    Omwille van de geografische grenzen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is men afhankelijk van de industriÎle infrastructuren voor afvalbeheer van het Vlaamse en het Waalse Gewest. Het Brussels Gewest zal aan beide andere gewesten een dynamisch overleg...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT