21 OKTOBER 2010. - Besluit van de Waalse Regering tot toekenning van een premie voor de installatie van een zonneboiler en tot opheffing van het besluit van de Waalse Regering van 27 november 2003 tot toekenning van een premie voor de installatie van een zonneboiler

De Waalse Regering,

Gelet op het decreet van 9 december 1993 betreffende de hulp en de tegemoetkomingen van het Waalse Gewest voor de bevordering van rationeel energiegebruik, energiebesparingen en hernieuwbare energieën, inzonderheid op de artikelen 5 tot 10;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 27 november 2003 tot toekenning van een premie voor de installatie van een zonneboiler;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 12 juli 2010;

Gelet op het advies nr. 48.635/2/V van de Raad van State, gegeven op 26 augustus 2010, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 21 oktober 2010;

Overwegende dat de Waalse Regering het bestaande kader wil verstevigen om de kwaliteit van de geïnstalleerde zonnesystemen te verbeteren;

Gelet op de constante evolutie van de zonneboilertechnologie, alsook op de ontwikkeling van die sector;

Gelet op de inwerkingtreding van de regelgeving m.b.t. de energieprestatie van de gebouwen;

Op de voordracht van de Minister van Duurzame Ontwikkeling en Ambtenarenzaken;

Na beraadslaging,

Besluit :

HOOFDSTUK I. - Omzetting

Artikel 1. Artikel 13 van Richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en houdende wijziging en intrekking van Richtlijn 2001/77/EG en Richtlijn 2003/30/EG wordt gedeeltelijk omgezet bij dit besluit.

HOOFDSTUK II. - Definities

Art. 2. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

  1. "Minister" : de Minister bevoegd voor het Energiebeleid;

  2. "aanvrager" : iedere natuurlijke of rechtspersoon, met uitzondering van degenen die een investeringstoelage voor de installatie van een zonneboiler hebben genoten krachtens het besluit van de Waalse Regering van 10 april 2003 tot toekenning van subsidies aan de publiekrechtelijke personen en aan de niet-commerciële instellingen voor de verwezenlijking van studies en werken die een betere energieprestatie van de gebouwen beogen (UREBA);

  3. "administratie" : het Departement Energie en Duurzaam Gebouw van het Operationeel Directoraat-generaal Ruimtelijke Ordening, Huisvesting, Erfgoed en Energie van de Waalse Overheidsdienst;

  4. "zonneboiler" : systeem voor warmwaterproductie waarbij zonneënergie gebruikt wordt d.m.v. een (vlakke of buisvormige) glazen zonnecollector;

  5. "zonnefractie" : verhouding tussen de energie opgeleverd door het zonnedeel van de sanitair warmwaterinstallatie en de totale energieoplevering van de sanitair warmwaterinstallatie;

  6. "woning" : elk gebouw bestemd voor bewoning door één of meer gezinnen; het gebouw bestemd voor gemengd gebruik wordt ook als woning beschouwd als het woongedeelte 40 % van de totaaloppervlakte overschrijdt;

  7. "wooneenheid" : gedeelte van een woning, zoals een appartement, waavan de lokalen bestemd zijn om uitsluitend door één enkel gezin gebruikt te worden;

  8. "peil van de globale thermische isolatie K" : het peil van de globale thermische isolatie van een gebouw, zoals omschreven in bijlage VII bij het besluit van de Waalse Regering van 17 april 2008 tot vaststelling van de berekeningsmethode en de eisen, de goedkeuringen en de sancties op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen;

  9. "EW-peil" : het peil van het primaire energieverbruik zoals omschreven in de bijlagen I en II bij het besluit van de Waalse Regering van 17 april 2008 tot vaststelling van de berekeningsmethode en de eisen, de goedkeuringen en de sancties op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen;

  10. "E.P.B.-slotaangifte" : het document bedoeld in artikel 237/1, 12°, van het Waals Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium en Energie.

    HOOFDSTUK III. - Toekenning van de toelage

    Art. 3. Binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten kan de Minister een premie toekennen aan de aanvrager die een zonneboiler in Wallonië laat plaatsen, voor zover :

  11. de collector aan de vereisten van de Europese norm voldoet. De Minister kan vereisten inzake de naleving van de Europese normen toevoegen voor andere elementen van het systeem. De Minister kan de naleving van dwingendere normen dan de Europese normen vorderen;

  12. wat individuele installaties betreft, de dimensionering van de installatie een zonnefractie van minimum 60 % toelaat. De Minister kan het niveau van die zonnefractie verhogen;

  13. het systeem een minimaal globaal prestatieniveau haalt. Dat minimaal niveau wordt bepaald door de naleving van de voorwaarden betreffende o.a. de oriëntering van de collector en het telsysteem waarmee de installatie uitgerust is;

  14. de werken uitgevoerd worden door een installateur die overeenkomstig dit besluit door de Minister erkend is.

    De Minister bepaalt de exacte modaliteiten van die voorwaarden.

    Art. 4. § 1. De premie bestaat uit een forfaitair bedrag van duizend vijfhonderd euro voor een individuele installatie bestaande uit zonnecollectoren met een optische oppervlakte van twee m2 tot vier m2 en uit een bijkomend bedrag van honderd euro per m2 optische oppervlakte per bijkomende zonnecollector. Dat bedrag wordt toegekend in de volgende gevallen :

  15. installatie op een eengezinswoning waarvoor de datum van het bericht van ontvangst van de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning voorafgaat aan 1 mei 2010;

  16. installatie beschouwd als individueel krachtens artikel 5, § 1, en geplaatst op een gebouw waarvoor de datum van het bericht van ontvangst van de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning na 1 mei 2010 valt;

  17. installatie beschouwd als individueel krachtens artikel 5, § 2;

  18. installatie op een gebouw dat niet bestemd is voor bewoning door één of meer gezinnen en dat niet opgenomen is in de vorige punten.

    Het totaalbedrag van de premie toegekend per individuele installatie bedoeld in deze paragraaf mag niet hoger zijn dan zesduizend euro.

    § 2. Het premiebedrag bestaat uit een forfaitair bedrag van vijfhonderd euro voor een individuele installatie bestaande uit zonnecollectoren met een optische oppervlakte van twee m2 tot vier m2 en uit een bijkomend bedrag van honderd euro per m2 optische oppervlakte per bijkomende zonnecollector. Dat bedrag wordt toegekend voor een installatie die op een eegezinswoning geplaatst wordt met inachtneming van de volgende voorwaarden :

    - de datum van het bericht van ontvangst van de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning valt na 30 april 2010;

    - het EW-peil en het globale thermische isolatieniveau K van het gebouw zijn lager dan of gelijk aan die welke door de Minister zijn vastgelegd.

    Het totaalbedrag van de premie toegekend per individuele installatie bedoeld in deze paragraaf mag niet hoger zijn dan vijfduizend euro.

    § 3. Het premiebedrag is een forfaitair bedrag van vijfhonderd euro voor een individuele die krachtens artikel 5, § 1 als individueel beschouwd wordt. In dat geval moeten de volgende voorwaarden vervuld worden :

    - de datum van het bericht van ontvangst van de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning valt na 30 april 2010;

    - het EW-peil en het globale thermische isolatieniveau K van het gebouw zijn lager dan of gelijk aan die welke door de Minister zijn vastgelegd.

    Art. 5. § 1. Indien gemeenschappelijke installaties verschillende wooneenheden bevoorraden, wordt de gemeenschappelijke installatie beschouwd als zijnde gelijkwaardig aan evenveel individuele installaties als er bevoorrade wooneenheden zijn. Daar een individuele installatie minimum 2 m2 optische oppervlakte moet hebben, mag het maximumaantal gelijkwaardige individuele installaties in geen geval hoger zijn dan de helft van het aantal geïnstalleerde m2 optische zonnecollectoroppervlakte.

    § 2. In het specifieke geval van rusthuizen of verblijfdiensten wordt de gemeenschappelijke installatie gelijkgesteld met evenveel individuele installaties als er verblijfbedden zijn. Daar een individuele installatie minimum 2 m2 optische oppervlakte moet hebben, mag het maximumaantal gelijkwaardige individuele installaties in geen geval hoger zijn dan de helft van het aantal geïnstalleerde m2 optische zonnecollectoroppervlakte.

    § 3. De gemeenschappelijke installaties die niet in § 2 vermeld worden, worden als individuele installaties beschouwd.

    § 4. Voor de installaties bedoeld in de §§ 2 et 3 wordt een afschrift van de audit verstrekt waarbij het bewijs wordt geleverd van de dimensionering naar gelang van de behoeften

    Art. 6. § 1. Om de premie te genieten verstrekt de aanvrager of de installateur namens zijn klant binnen de door de Minister vastgelegde termijn de volgende documenten aan de administratie :

  19. het premieaanvraagformulier, behoorlijk ingevuld;

  20. het technisch dossier, behoorlijk ingevuld;

  21. de facturen van de aankoop en de installatie, alsmede de betalingsbewijzen;

  22. in voorkomend geval, een afschrift van de stedenbouwkundige vergunning;

  23. in voorkomend geval, een afschrift van de EPB-slotaangifte;

  24. in voorkomend geval, het behoorlijk ingevulde formulier waaruit blijkt dat de premie overgedragen is van de aanvrager aan de installateur.

    § 2. Het technisch dossier bedoeld in het eerste lid, 2°, bevat het standaardformulier met de beschrijving van de installatie van de zonneboiler, een foto gemaakt vóór de installatie als ze in een bestaand gebouw geplaatst wordt, en een foto van de geplaatste installatie.

    § 3. De premie wordt aan de aanvrager of de installateur uitbetaald, voor zover de installateur, wat...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT