28 NOVEMBER 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor de porfiergroeven in de provincie Henegouwen en de kwartsietgroeven in de provincie Waals-Brabant, betreffende de arbeidsvoorwaarden (1)

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de porfiergroeven in de provincie Henegouwen en de kwartsietgroeven in de provincie Waals-Brabant;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor de porfiergroeven in de provincie Henegouwen en de kwartsietgroeven in de provincie Waals-Brabant, betreffende de arbeidsvoorwaarden.

Art. 2. Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 28 november 2001.

ALBERT

Van Koningswege :

De Minister van Werkgelegenheid,

Mevr. L. ONKELINX

_______

Nota

(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad :

Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Bijlage

Paritair Subcomité voor de porfiergroeven in de provincie Henegouwen en de kwartsietgroeven in de provincie Waals-Brabant

Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 1999

Arbeidsvoorwaarden

(Overeenkomst geregistreerd op 30 juli 1999 onder het nummer 51807/COF/102.03)

HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is toepasselijk op de werkgevers en op de werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de porfiergroeven in de provincie Henegouwen en de kwartsietgroeven in de provincie Waals-Brabant.

Met "werknemers" worden de werklieden en werksters bedoeld.

Art. 2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft tot doel de vroegere bestaande bepalingen aan te passen en te coördineren.

HOOFDSTUK II. - Koppeling van de lonen en premies aan het indexcijfer van de consumptieprijzen

Art. 3.

  1. Het op 1 januari 1999 toegepaste indexcijfer is 102,38.

  2. Een loonsverhoging van 9 BEF per uur is toegekend vanaf 1 januari 1999, in een arbeidstijdregeling van 40 uren/week.

  3. De loonperequatie zal worden toegepast in het bekken van Lessen en Bierk, wat betekend een loonsverhoging van 9,23 BEF per uur vanaf 1 januari 1999, in een arbeidstijdregeling van 39 uren/week.

    Art. 4. De uurlonen en de in de artikelen 13, 14, 16, 17, 18, 19, 21 en 24 bedoelde premies en vergoedingen stemmen overeen met de reeks van de indexcijfers 102,38 tot 103,40 op 1 januari 1999.

    Art. 5. De lonen en premies veranderen naargelang van het indexcijfer dat betrekking heeft op de vorige maand, en dit per reeks van 1 pct., overeenkomstig de onderstaande tabel die wordt vermeld bij wijze van voorbeeld en die niet beperkend is, en waarbij de indexcijfers worden vastgesteld die een loonschommeling met zich meebrengen.

    Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

    De loonschommelingen worden berekend op het laatste loon dat werd betaald op het ogenblik van de publicatie van het indexcijfer dat de schommelingen met zich brengt en zijn toepasselijk vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarop dit indexcijfer betrekking heeft.

    Indien de derde indexsprong niet bereikt wordt op 15 december 2000 zal een netto compenserende premie van 2 000 BEF toegekend worden op die datum.

    HOOFDSTUK III. - Loonschaal van de jongere werknemers

    Art. 6. Het loon van de werknemers die minder dan 21 jaar oud zijn wordt vastgesteld op het hierna volgende percentage van het loon van de werknemers van dezelfde beroepencategorie :

    Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

    Art. 7. De jongere werknemers die dezelfde geschiktheid en hetzelfde rendement hebben als een volwassene ontvangen 100 pct. van het loon van hun categorie.

    HOOFDSTUK IV. - Mobiliteit van de werklieden

    Art. 8. De werkman die tijdelijk of occasioneel moet werken in een lagere categorie behoudt het recht op zijn gewoon loon of eventueel op het gemiddelde van het loon voor stukwerk dat werd verricht tijdens deze periode door de groep of afdeling waaraan hij was verbonden.

    Art. 9. De werkman die tijdelijk of occasioneel moet werken in een hogere categorie ontvangt voor deze periode het loon van deze categorie.

    Art. 10. Indien de overgeplaatste werknemer om welke reden ook moet blijven werken in zijn nieuwe functie, wordt hij 14 dagen vooraf ingelicht over deze beslissing; bij het verstrijken van deze termijn wordt hij betaald tegen het loon voor de functie die hij uitoefent.

    Art. 11. De hierboven in de artikelen 8 tot 10 opgenomen bepalingen hebben geen betrekking op :

    1) de overplaatsingen waarover de twee partijen vooraf zijn overeengekomen, noch op de bijkomstige werkzaamheden die worden uitgevoerd door sommige categorieën van werknemers die stukwerk verrichten en waarover er overeengekomen uurlonen worden betaald;

    2) de gevallen van werknemers die gewoonlijk twee of meer beroepen uitoefenen en aan wie normaal verschillende bedragen worden betaald.

    Voorbeeld : werknemer van de "dienst beton", die occasioneel aan het werk wordt gezet in de productie.

    HOOFDSTUK V. - Overplaatsingsaanvragen

    Art. 12.

  4. Iedere werknemer die minimum 10 jaar nachtarbeid heeft verricht, kan zijn overplaatsing naar een dagfunctie vragen, met behoud van het loon van de nieuwe functie.

  5. De aanvragen tot mutatie van werknemers uit de sector die minstens 10 jaar nachtarbeid doen gelden zullen, geval per geval, gunstig onderzocht worden, rekening houdend met de vereisten van de bedrijfsorganisatie.

  6. In geval van niet-akkoord zullen de sociale partners, vertegenwoordigd in dit paritair subcomité uitgenodigd worden.

    HOOFDSTUK VI. - Nachtpremie en premie voor arbeid in een verschoven arbeidstijdregeling in de groeven van Bierk en van Lessen

    Art. 13. Vanaf 1 januari 1999 wordt er een nachtpremie van 65,62 BEF per uur...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT