Politiebesluit van de Minister-President tot behoud van bepaalde sanitaire restricties ter bestrijding van COVID-19 en houdende de opheffing van het politiebesluit van 28 oktober 2021, de 15 novembre 2021

HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

  1. "een mondmasker of elk ander alternatief in stof": hiervoor wordt verwezen naar de definitie vermeld in artikel 1, 10° van het Koninklijk besluit houdende de nodige maatregelen van bestuurlijke politie teneinde de gevolgen voor de volksgezondheid van de afgekondigde epidemische noodsituatie betreffende de coronavirus COVID-19 pandemie te voorkomen of te beperken;

  2. "het Koninklijk besluit van 28 oktober 2021": het Koninklijk besluit van 28 oktober 2021 houdende de nodige maatregelen van bestuurlijke politie teneinde de gevolgen voor de volksgezondheid van de afgekondigde epidemische noodsituatie betreffende de coronavirus COVID-19 pandemie te voorkomen of te beperken;

  3. "de CST-ordonnantie": de ordonnantie van de Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 8 oktober 2021 betreffende de uitbreiding van het COVID Safe Ticket in geval van noodzakelijkheid voortvloeiend uit een specifieke epidemiologische situatie";

  4. "CERM": hiervoor wordt verwezen naar de definitie vermeld in artikel 1, 11° van het Koninklijk besluit van 28 oktober 2021;

  5. "CIRM": hiervoor wordt verwezen naar de definitie vermeld in artikel 1, 12° van het Koninklijk besluit van 28 oktober 2021;

  6. " residentiële zorginstellingen voor kwetsbare personen ": hiervoor wordt verwezen naar artikel 2, 11°, van de CST-ordonnantie.

    HOOFDSTUK 2. - Het dragen van een mondmasker en social distancing

    Art. 2. § 1. Onverminderd de maatregelen die reeds zijn uitgevaardigd op het federaal niveau en in de CST-ordonnantie is het dragen van een mondmasker of een stoffen alternatief verplicht voor iedereen die ouder is dan 12 jaar:

    - In residentiële zorginstellingen voor kwetsbare personen;

    - In de winkelstraten en op elke private of publieke druk bezochte plaats, zoals bepaald door de bevoegde lokale overheid en afgebakend met een aanplakking die de tijdstippen preciseert waarop de verplichting van toepassing is;

    - Op de markten, kermissen, braderijen, jaarmarkten, brocante- en rommelmarkten;

    - Tijdens betogingen.

    Met uitzondering van de residentiële zorginstellingen voor kwetsbare personen en onverminderd de CST-ordonnantie is het niet verplicht een mondmasker te dragen op de plaatsen en evenementen bedoeld in het eerste lid waarvan de toegang de voorlegging van een COVID Safe Ticket vereist.

    § 2. Wanneer het dragen van een mondmasker of een stoffen alternatief wegens medische redenen niet mogelijk is, mag een gelaatsscherm worden gebruikt.

    De personen die in de onmogelijkheid zijn een mondmasker, een stoffen alternatief of een gelaatsscherm te dragen omwille van een beperking, gestaafd door middel van een medisch attest, moeten niet voldoen aan de bepalingen van dit besluit die deze verplichting voorzien.

    Art. 3. De regels inzake social distancing moeten worden nageleefd:

  7. in de publiek toegankelijke ruimten van bedrijven, overheidsbesturen en overheidsgebouwen;

  8. in de publiek toegankelijke ruimten van de inrichtingen die behoren tot de culturele, feestelijke, recreatieve en evenementensector wanneer de toegang hiertoe niet valt binnen het toepassingsgebied en de modaliteiten vastgesteld in de CST-ordonnantie;

    De bepalingen van dit artikel dienen eveneens te worden nageleefd door de personen die buiten de inrichting wachten.

    HOOFDSTUK 3. - Erediensten en plechtigheden

    Art. 4. § 1. Een maximum van 200 personen, kinderen tot en met 12 jaar, de ambtenaar van de burgerlijke stand en de bedienaar van de eredienst niet meegeteld, mogen tegelijkertijd aanwezig zijn bij de volgende activiteiten in de gebouwen die daarvoor bestemd zijn, ongeacht het aantal ruimtes binnen het gebouw:

  9. burgerlijke huwelijken;

  10. de collectieve uitoefening van de eredienst en de collectieve uitoefening van de niet-confessionele morele dienstverlening en van activiteiten binnen een niet-confessionele levensbeschouwelijke vereniging;

  11. de individuele uitoefening van de eredienst en de individuele uitoefening van de niet-confessionele morele dienstverlening en van activiteiten binnen een niet-confessionele levensbeschouwelijke vereniging;

  12. het individueel of collectief bezoek aan een gebouw voor de eredienst of een gebouw voor de openbare uitoefening van niet-confessionele morele dienstverlening.

    Een maximum van 200 personen, kinderen tot en met 12 jaar en de bedienaar van de eredienst niet meegeteld, mag tegelijkertijd aanwezig zijn bij begrafenissen en crematies in afzonderlijke ruimtes van de gebouwen die daarvoor bestemd zijn.

    Een maximum van 400 personen, kinderen tot en met 12 jaar, de ambtenaar van de burgerlijke stand en de bedienaar van de eredienst niet meegeteld, mag tegelijkertijd aanwezig zijn bij de volgende activiteiten:

  13. het bezoek aan een begraafplaats naar aanleiding van een begrafenis;

  14. de activiteiten bedoeld in het eerste lid, 1°, 2° en 3°, voor zover deze buiten worden georganiseerd op de daartoe bestemde plaatsen, desgevallend overeenkomstig het toepasselijke protocol.

    § 2. In afwijking van het eerste, tweede en derde lid van de eerste paragraaf kan het maximumaantal aanwezige personen na toelating van de bevoegde gemeentelijke overheid die gebruik maakt van het CERM of het CIRM indien het van...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT