Wet op het politieambt. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 22-12-1992 en tekstbijwerking tot 14-03-2007), de 5 août 1992

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.

Artikel 1. De politiediensten vervullen hun opdrachten onder het gezag en de verantwoordelijkheid van de overheden die daartoe door of krachtens de wet worden aangewezen.

Bij het vervullen van hun opdrachten van bestuurlijke of gerechtelijke politie, waken de politiediensten over de naleving en dragen zij bij tot de bescherming van de individuele rechten en vrijheden, evenals tot de democratische ontwikkeling van de maatschappij.

Om hun opdrachten te vervullen, gebruiken zij slechts dwangmiddelen onder de voorwaarden die door de wet worden bepaald.

Art. 2. Deze wet is van toepassing op (de federale politie en de lokale politie) bij de parketten, (...).

Ze is ook van toepassing op (...), (...) (...), die bijzondere politiediensten zijn.

Deze politiediensten maken deel uit van de openbare macht.

Art. 3. In deze wet wordt verstaan onder :

  1. politiemaatregel : elke juridische of materiële uitvoerbare handeling van bestuurlijke of gerechtelijke politie die voor de burgers een aanwijzing, een verplichting of een verbod inhoudt;

  2. politieoverheid : de overheid door of krachtens de wet aangewezen om juridische politiemaatregelen te nemen en om politiemaatregelen uit te voeren of door de politiediensten te doen uitvoeren;

  3. politieambtenaar : een lid van een politiedienst door of krachtens de wet bevoegd om bepaalde politiemaatregelen te nemen of uit te voeren en daden van bestuurlijke of gerechtelijke politie te stellen;

  4. agent van gerechtelijke politie : de politieambtenaar door of krachtens de wet belast met opdrachten van gerechtelijke politie zonder bekleed te zijn met de hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie, hulpofficier van de procureur des Konings of van de krijgsauditeur of met deze van officier van gerechtelijke politie;

  5. agent van bestuurlijke politie : de politieambtenaar door of krachtens de wet belast met opdrachten van bestuurlijke politie zonder bekleed te zijn met de hoedanigheid van officier van bestuurlijke politie.

    Art. 4. (Met de hoedanigheid van officier van bestuurlijke politie zijn bekleed :

    - de provinciegouverneurs;

    - de arrondissementscommissarissen;

    - de burgemeesters;

    - de officieren van de federale politie en van de lokale politie).

    Bij in Ministerraad overlegd besluit kan de Koning aan de politieambtenaren bekleed met de hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie, hulpofficieren van de procureur des Konings, die de leiding van de door Hem bepaalde permanente interventiediensten uitoefenen, de hoedanigheid van officier van bestuurlijke politie toekennen tijdens de uitoefening van die functie.

    HOOFDSTUK II. - Gezag over de politiediensten en leiding ervan.

    Afdeling 1. - (Algemene bepalingen).

    Art. 5. Voor het vervullen van de opdrachten van bestuurlijke politie staan de politiediensten onder het gezag van de bestuurlijke overheden, waaronder zij overeenkomstig de wet ressorteren.

    Onverminderd de eigen bevoegdheden van de Hoven van beroep, van de procureurs-generaal bij de Hoven van beroep, van de auditeur-generaal bij het militair gerechtshof, (van de federale procureur, van de onderzoeksrechters,) van de procureurs des Konings, van de krijgsauditeurs en van de arbeidsauditeurs, staan de politiediensten voor het vervullen van de opdrachten van gerechtelijke politie onder het gezag van de Minister van Justitie, die hun de algemene richtlijnen kan geven die nodig zijn voor het vervullen van die opdrachten. De algemene richtlijnen van de Minister van Justitie worden ter informatie aan de burgemeester gegeven als ze een rechtstreekse invloed hebben op de organisatie van de (lokale) politie.

    (Overeenkomstig artikel 143ter van het Gerechtelijk Wetboek en uitgaande van de principes van specialiteit en subsidiariteit, bepaalt de minister van Justitie bij richtlijn de opdrachten van gerechtelijke politie die prioritair worden vervuld, enerzijds, door de lokale politie, anderzijds, door de (gedeconcentreerde gerechtelijke directies) en andere diensten van de federale politie.)

    Afdeling 2. - (Betrekkingen van de politiediensten met de overheden).

    Art. 5/1. De overheden van bestuurlijke politie en de politiediensten moeten elkaar de hen toegekomen inlichtingen betreffende de openbare orde mededelen, die tot preventieve of beteugelende maatregelen aanleiding kunnen geven.

    Art. 5/2. De politiediensten moeten bij bijzonder verslag de betrokken bestuurlijke overheden informeren over de buitengewone gebeurtenissen betreffende de openbare orde waarvan zij kennis hebben.

    Om de burgemeester in staat te stellen zijn verantwoordelijkheden van bestuurlijke politie uit te oefenen, informeren de korpschef van de lokale politie, de bestuurlijke directeur-coördinator en de gerechtelijke directeur van de federale politie hem onverwijld over de gewichtige feiten die de openbare rust, veiligheid of gezondheid in de gemeente kunnen verstoren.

    De korpschef van de lokale politie brengt bij hem verslag uit over de veiligheidsproblemen in de gemeente, over de vervulling van de opdrachten van bestuurlijke politie op het grondgebied van de gemeente en over de gedane en voorziene uitvoering van het zonaal veiligheidsplan.

    De korpschef van de lokale politie informeert hem bovendien voorafgaandelijk over de initiatieven die de lokale politie overweegt te nemen op het grondgebied van de gemeente en die een invloed hebben op het gemeentelijk veiligheidsbeleid.

    De bestuurlijke directeur-coördinator informeert voorafgaandelijk de burgemeester over alle initiatieven die hij wil ondernemen in het kader van zijn bevoegdheden op het grondgebied van de gemeente, en die een invloed hebben op het gemeentelijk veiligheidsbeleid. Hij brengt hem bovendien verslag uit over het vervullen van de opdrachten van bestuurlijke politie, waarvan hij de coördinatie waarneemt en die betrekking hebben op het grondgebied van zijn gemeente.

    (De gerechtelijke directeur) informeert voorafgaandelijk de bestuurlijke directeur-coördinator en de burgemeester over alle operaties die de (gerechtelijke directie) onderneemt op het grondgebied van de gemeente en die van aard zijn om de openbare rust te verstoren.

    Art. 5/3. Voor het vervullen van de opdrachten van gerechtelijke politie worden geregelde dienstbetrekkingen onderhouden : 1° met de procureur des Konings, door de korpschef van de lokale politie en door de gerechtelijke directeur en in de gevallen bedoeld in artikel 104 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, de bestuurlijke directeur-coördinator van de federale politie;

  6. met de procureurs-generaal, met het college van procureurs-generaal en met de federale procureur door de commissaris-generaal en de directeurs-generaal van de federale politie.

    Art. 5/4. Telkens zij er kennis van krijgen, brengen de politiediensten de territoriale militaire overheden, bij bijzonder verslag, op de hoogte van alles wat de veiligheid van de strijdkrachten kan schaden, van alle propaganda waarbij de militairen tot tuchteloosheid worden aangezet, alsook van alle voorvallen waarbij militairen betrokken zijn.

    Art. 5/5. In de gebieden in staat van beleg, wanneer de macht waarmede de burgerlijke overheden voor de handhaving van de orde en van de politie bekleed zijn, door de militaire overheid wordt uitgeoefend, kan deze, met het oog op het vervullen van die opdracht, de door de omstandigheden geboden vorderingen aan de politiedienaren richten.

    Art. 5/6. De politiediensten vervullen hun opdrachten overeenkomstig (de bevelen, onderrichtingen, vorderingen en richtlijnen) van de bevoegde overheden, onverminderd de bevoegdheden en verplichtingen die voor bepaalde politieambtenaren voortvloeien uit hun hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie, hulpofficier van de procureur des Konings of van de krijgsauditeur.

    (Leden 2 en 3 opgeheven)

    Art. 6. In de gevallen waarin de politiediensten krachtens de wet op eigen initiatief kunnen optreden, blijven zij overeenkomstig de wet ressorteren onder de bevoegde overheden.

    Afdeling 3. - (Coördinatie en leiding van de operaties).

    Art. 7. Bij het vervullen van hun opdrachten staan (de leden van het operationeel kader van de politiediensten) uitsluitend onder de leiding van de meerderen van de politiedienst waartoe (deze leden van het operationeel kader) behoren, (behalve wanneer een politieambtenaar van een ander politiekorps wordt belast met de leiding op basis van een uitdrukkelijk akkoord of van een wetsbepaling).

    (In afwijking van het eerste lid, is dat akkoord niet noodzakelijk, wanneer de gerechtelijke overheid, in uitvoering van de artikelen 28ter, § 4 of 56, § 3, van het Wetboek van Strafvordering, in een bepaald onderzoek verscheidene politiediensten heeft belast met opdrachten van gerechtelijke politie en de operationele leiding van dat onderzoek aan één onder hen heeft toegewezen.)

    Art. 7/1. Met uitzondering van de opdrachten bedoeld bij artikel 102 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, worden de operationele coördinatie en leiding van de opdrachten van politie waarvan de uitvoering zich uitstrekt over het grondgebied van meer dan een politiezone, als volgt toevertrouwd :

  7. in geval van gezamenlijk optreden op basis van een akkoord tussen verschillende lokale politiekorpsen, aan een korpschef van de lokale politie, die hiervoor wordt aangewezen door de betrokken burgemeester of burgemeesters;

  8. in geval van gezamenlijk optreden van verschillende lokale politiekorpsen en van de federale politie, met inbegrip wanneer deze laatste tussenkomt na vordering, aan de bestuurlijke directeur-coördinator;

  9. voor de uitvoering, door een lokale politie, van een vordering door de minister van Binnenlandse Zaken bedoeld bij artikel 64 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, aan de bestuurlijke...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT