28 SEPTEMBER 2006. - Koninklijk besluit tot overheveling van de goederen, rechten en plichten betreffende de door de Administratie der Pensioenen van het Ministerie van Financiën uitgeoefende opdrachten naar de Pensioendienst voor de overheidssector

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 12 januari 2006 houdende oprichting van de « Pensioendienst voor de overheidssector », inzonderheid op artikel 27;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, van 27 januari 2006;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, van 23 maart 2006;

Gelet op het advies nr. 40.498/2 van de Raad van State van 22 mei 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van state;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid gemotiveerd door het feit dat de opdrachten van de Administratie der Pensioenen sinds 1 januari 2006 overgeheveld werden naar de Pensioendienst voor de overheidssector en dat het bijgevolg noodzakelijk is, teneinde de continuïteit van de openbare dienst te verzekeren, de goederen, rechten en plichten betreffende deze opdrachten onverwijld over te hevelen naar deze Dienst;

Op de voordracht van Onze Minister van Pensioenen en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

  1. de Administratie : de Administratie der Pensioenen van het Ministerie van Financiën;

  2. de Dienst : de Pensioendienst voor de overheidssector.

Art. 2. De door de personeelsleden van de Administratie gebruikte roerende goederen met inbegrip van de lasten en plichten die erop wegen worden zonder vergoeding naar de Dienst overgedragen. De goederen worden overgedragen in de staat waarin ze zich bevinden.

De overdracht gebeurt van rechtswege en is tegenstelbaar aan derden zonder enige andere formaliteit.

Art. 3. De Dienst treedt in de rechten en de plichten van de Belgische Staat, vertegenwoordigd door de bevoegde Minister, met betrekking tot de aan hem overgedragen goederen, met inbegrip van de rechten en plichten die voortvloeien uit lopende gerechtelijke procedures.

Art. 4. De Dienst treedt in de rechten en de plichten met betrekking tot de volgende overeenkomsten :

- de conventies afgesloten tussen de Belgische Staat, vertegenwoordigd door de Minister van Pensioenen, en voorzorgsinstellingen;

- de overeenkomsten afgesloten tussen de Belgische Staat, vertegenwoordigd door de Minister van Financiën, in verband met door de Administratie gebruikte...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT