Wet tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 ingevolge de invoering van de gewestelijke aanvullende belasting op de personenbelasting als bedoeld in titel III/1 van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, tot wijziging van de regels op het stuk van de belasting van niet-inwoners en tot wijziging van de wet van 6 januari 2014 met betrekking tot de Zesde Staatshervorming inzake de aangelegenheden bedoeld in artikel 78 van de Grondwet, de 8 mai 2014

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

HOOFDSTUK 2. - Toepassing van de gewestelijke belastingregels in de belasting van niet-inwoners

Art. 2. In titel V, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, wordt een hoofdstuk V ingevoegd, met als opschrift "Hoofdstuk V - Toepassing van de gewestelijke belastingregels".

Art. 3. In titel V, hoofdstuk V, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij artikel 2 van deze wet, wordt een artikel 248/1 ingevoegd, luidende :

"Art. 248/1. Aan de in artikel 227, 1°, vermelde belastingplichtigen worden de belastingverminderingen verleend die op grond van artikel 6, § 2, eerste lid, 4°, van de bijzondere wet van 16 januari 1989 tot financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, zoals het bestond alvorens het werd gewijzigd door de bijzondere wet van 6 januari 2014, door een gewest worden verleend, wanneer ze aan elk van de onderstaande voorwaarden voldoen :

  1. de belastingplichtige is een inwoner van een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte;

  2. de belastingplichtige heeft in België belastbare beroepsinkomsten behaald of verkregen die ten minste 75 pct. bedragen van het geheel van zijn in het belastbaar tijdperk behaalde of verkregen binnenlandse en buitenlandse beroepsinkomsten;

  3. de belastingplichtige is overeenkomstig de artikelen 248/2 en 248/3 gelokaliseerd in het gewest dat de verminderingen verleent.".

    Art. 4. Artikel 248/1 van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij artikel 3 van deze wet, wordt vervangen als volgt :

    "Art. 248/1. Om rekening te houden met de gewestelijke belastingregels wordt een in artikel 227, 1°, vermelde belastingplichtige in wiens hoofde de belasting overeenkomstig artikel 244 wordt berekend, in een gewest gelokaliseerd overeenkomstig de artikelen 248/2 en 248/3.".

    Art. 5. In titel V, Hoofdstuk V, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij artikel 2 van deze wet wordt een artikel 248/2 ingevoegd, luidende :

    "Art. 248/2. § 1. Voor de toepassing van dit hoofdstuk worden de in artikel 227, 1° bedoelde niet-inwoners in één enkel gewest gelokaliseerd.

    Enkel de in België belastbare beroepsinkomsten die in de aangifte daadwerkelijk worden geregulariseerd overeenkomstig de artikelen 232 en 248, §§ 2 en 3, worden in aanmerking genomen voor de toepassing van dit hoofdstuk.

    § 2. Om een niet-inwoner in een gewest te lokaliseren, worden achtereenvolgens de volgende regels toegepast :

  4. wanneer de niet-inwoner zijn in België belastbare beroepsinkomen in een enkel gewest heeft behaald, wordt hij geacht in dat gewest gelokaliseerd te zijn;

  5. wanneer de niet-inwoner zijn in België belastbare beroepsinkomen in meer dan één gewest heeft behaald, wordt hij geacht gelokaliseerd te zijn in het gewest waar het hoogste netto beroepsinkomen - berekend op twee decimalen - werd behaald;

  6. wanneer de niet-inwoner zijn in België belastbare beroepsinkomen in meer dan één gewest heeft behaald en hij ofwel in elk gewest een gelijk netto beroepsinkomen heeft behaald - berekend op twee decimalen -, ofwel in twee gewesten een gelijk hoogste netto beroepsinkomen heeft behaald, wordt hij geacht gelokaliseerd te zijn in het gewest waar het hoogste aantal effectief gewerkte dagen werd gepresteerd;

  7. wanneer de niet-inwoner in meer dan één gewest een gelijk hoogste netto beroepsinkomen heeft behaald en in elk van die gewesten een gelijk aantal effectief gewerkte dagen heeft gepresteerd, wordt hij geacht gelokaliseerd te zijn in het gewest waarin hij het vorige belastbaar tijdperk was gelokaliseerd.

    Voor de toepassing van dit artikel wordt onder netto-beroepsinkomen verstaan het beroepsinkomen na aftrek van de beroepskosten en vóór toepassing van de economische vrijstellingen en de aftrek van beroepsverliezen.

    § 3. In geval van een gemeenschappelijke aanslag :

  8. worden beide echtgenoten in hetzelfde gewest gelokaliseerd;

  9. worden voor de toepassing van § 2, eerste lid, 1° en 2°, de netto beroepsinkomsten van beide echtgenoten samengeteld;

  10. worden voor de toepassing van § 2, eerste lid, 3°, de effectief gepresteerde dagen van beide echtgenoten samengeteld.".

    Art. 6. In titel V, hoofdstuk V, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij artikel 2 van deze wet, wordt een artikel 248/3 ingevoegd, luidende :

    "Art. 248/3. § 1. Om te bepalen in welk gewest een beroepsinkomen werd behaald, worden de in paragraaf 2 vermelde regels toegepast.

    § 2. Bezoldigingen van werknemers, andere dan vergoedingen tot volledig of gedeeltelijk herstel van een tijdelijke derving van bezoldigingen, worden geacht te zijn behaald :

  11. wat de bezoldigingen van een werknemer die het belangrijkste deel van zijn verplichtingen ten aanzien van zijn werkgever op eenzelfde plaats van tewerkstelling in België vervult, betreft, in het gewest waar die gewoonlijke plaats van tewerkstelling is gelegen.

    Een werknemer die zijn beroepswerkzaamheid uitoefent aan boord van een transportmiddel dat wordt geëxploiteerd in het nationaal of internationaal transport, wordt geacht zijn gewoonlijke plaats van tewerkstelling te hebben op de plaats in België waar hij in de regel een dienstperiode of een reeks van dienstperiodes aanvangt en beëindigt;

  12. wat de bezoldigingen van een werknemer die geen gewoonlijke plaats van tewerkstelling heeft in de zin van het 1° betreft : in het gewest waar de vestiging van de werkgever is gelegen waar of van waaruit hij zijn instructies ontvangt;

  13. wat de niet bij toepassing van het 1° en 2° lokaliseerbare bezoldigingen betreft :

    - in het gewest waar de beroepswerkzaamheid effectief werd uitgeoefend, indien de beroepswerkzaamheid in België wordt uitgeoefend;

    - in het gewest waar de werkgever is gevestigd, in de andere gevallen.

    Bezoldigingen van bedrijfsleiders, andere dan vergoedingen tot volledig of gedeeltelijk herstel van een tijdelijke derving van bezoldigingen, worden geacht te zijn behaald :

  14. wat de beloningen die zijn verkregen voor de uitoefening van een opdracht als bestuurder, zaakvoerder, vereffenaar of soortgelijke functies betreft, in het gewest waar de rechtspersoon is gevestigd;

  15. wat de andere beloningen betreft, in het gewest dat wordt bepaald overeenkomstig de in het eerste lid vermelde regels voor bezoldigingen van werknemers.

    Winst, andere dan vergoedingen tot volledig of gedeeltelijk herstel van een tijdelijke winstderving, wordt geacht te zijn behaald :

  16. in het gewest waar de Belgische inrichting is gelegen waaraan de winst kan worden toegekend;

  17. wat de inkomsten uit de verhuring of vervreemding van een onroerend goed of uit de vestiging of overdracht van zakelijke rechten op een onroerend goed die niet aan een Belgische inrichting kunnen worden toegekend betreft, in het gewest waar het onroerend goed is gelegen;

  18. wat de winst die voortkomt uit de hoedanigheid van vennoot in een vennootschap, een samenwerkingsverband of een vereniging die bij toepassing van artikel 29, § 2, wordt geacht een vereniging zonder rechtspersoonlijkheid te zijn, betreft, in het gewest waar de zetel van de vennootschap, het samenwerkingsverband of de vereniging is gevestigd.

    Baten, andere dan vergoedingen tot volledig of gedeeltelijk herstel van een tijdelijke derving van baten, worden geacht te zijn behaald :

  19. in het gewest waar de inrichting is gelegen waaraan de baten kunnen worden toegekend;

  20. wat de niet overeenkomstig het 1° lokaliseerbare inkomsten betreft, in het gewest waar de beroepswerkzaamheid wordt uitgeoefend.

    Winst en baten van een vorige beroepswerkzaamheid worden geacht te zijn behaald in het gewest dat wordt bepaald overeenkomstig de regels voor winst of baten, naargelang het geval.

    Bezoldigingen van meewerkende echtgenoten worden geacht te zijn behaald in het gewest waar de toekennende echtgenoot winst of baten behaalt.

    Vergoedingen tot volledig of gedeeltelijk herstel van een tijdelijke derving van inkomsten worden geacht te zijn behaald :

  21. wat de vergoedingen die door een gewest worden toegekend betreft, in het gewest dat de vergoeding toekent;

  22. wat de andere vergoedingen betreft :

    - in het gewest waar de inkomsten uit de beroepswerkzaamheid uit hoofde waarvan de vergoedingen worden uitgekeerd, overeenkomstig de regels die zijn omschreven in de vorige leden, laatst werden behaald;

    - in het gewest waar de schuldenaar van de vergoedingen is gevestigd, wanneer de vergoedingen niet uit hoofde van de uitoefening van een beroepswerkzaamheid worden uitgekeerd.

    Pensioenen, renten en als zodanig geldende toelagen worden geacht te zijn behaald :

  23. in het gewest waar, overeenkomstig de regels die zijn omschreven in de vorige leden, het hoogste netto beroepsinkomen werd behaald of, in geval van toepassing van artikel 248/2, § 2, eerste lid, 3°, het hoogste aantal effectief gewerkte dagen werd gepresteerd, in het belastbaar tijdperk voorafgaand aan het belastbaar tijdperk van de pensionering of de vaststelling van de bestendige arbeidsongeschiktheid van de belastingplichtige;

  24. onder voorbehoud van het 1°, in het gewest waar, overeenkomstig de regels die zijn omschreven in de vorige leden, de beroepsinkomsten die de pensioenrechten hebben doen ontstaan werden behaald;

  25. onder voorbehoud van het 1° en 2°, in het gewest waar de schuldenaar van het pensioen is gevestigd, wanneer :

    - de beroepsinkomsten die de pensioenrechten hebben doen ontstaan, geen verband houden met een in België uitgeoefende beroepswerkzaamheid;

    - niet kan worden aangetoond in welk gewest de beroepsinkomsten die de pensioenrechten hebben doen ontstaan, werden behaald;

    - het pensioen geen verband houdt met het uitoefenen van een beroepswerkzaamheid.

    De in artikel 228, § 3, vermelde inkomsten worden geacht te zijn behaald in het gewest waar de schuldenaar van de inkomsten is gevestigd.".

    Art. 7. De artikelen 2, 3, 5 en 6 zijn van toepassing vanaf aanslagjaar 2014.

    Artikel 4 is van toepassing vanaf aanslagjaar 2015.

    HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen aan het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 met het oog op de invoering van de gewestelijke...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT