Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van de personeelsstatuten van sommige Vlaamse openbare instellingen., de 14 avril 2000

Artikel A. Commissariaat-generaal voor de Bevordering van de lichamelijke ontwikkeling, de sport en de openluchtrecreatie.

Art. A1. In artikel II 6, 1°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 april 1995 houdende organisatie van het Commissariaat-generaal voor de Bevordering van de lichamelijke ontwikkeling, de sport en de openluchtrecreatie en de regeling van de rechtspositie van het personeel, worden, na de woorden " een ambtenaar ", de woorden " of een stagiair " ingevoegd.

Art. A2. In artikel II 29 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  1. de woorden " binnen de drie maanden na de inwerkingtreding van dit besluit " worden vervangen door de woorden " vóór 10 juni 1996 ";

  2. de woorden " binnen de eerste twee jaar na zijn aanwijzing " worden vervangen door de woorden " binnen de eerste drie jaar na zijn aanwijzing ".

    Art. A3. In artikel II 31 van hetzelfde besluit, wordt § 2 vervangen door wat volgt :

    " § 2. De beroepen ingesteld tegen een beoordeling toegekend vóór 31 december 1995 worden verder afgehandeld door de Raad van beroep voor sommige instellingen van openbaar nut, die onder het gezag of de controlebevoegdheid van de Vlaamse Regering staan, volgens de procedure en samenstelling die gold vóór 1 januari 1995. ".

    Art. A4. In artikel V 13, eerste lid, van hetzelfde besluit, worden de woorden " gelijkwaardige graad " vervangen door de woorden " graad van dezelfde rang ".

    Art. A5. In artikel VI 8, derde lid, van hetzelfde besluit, worden de woorden " het hogere niveau " vervangen door de woorden " het andere niveau ".

    Art. A6. In artikel VI 22 van hetzelfde besluit, wordt het eerste lid vervangen door wat volgt :

    " De geslaagden voor een vergelijkend aanwervingsexamen behouden het voordeel van hun uitslag gedurende vier jaar te rekenen van de datum van het proces-verbaal van het vergelijkend examen, tenzij de leidend ambtenaar een andere termijn bepaalt. Een kortere geldigheidsduur wordt uitdrukkelijk en vooraf vastgesteld in het examenreglement. De verlenging van de wervingsreserve is mogelijk om redenen die verband houden met de noden van de dienst. ".

    Art. A7. In artikel VII 2, eerste lid, 2°, van hetzelfde besluit, worden de woorden " naar een hoger niveau " vervangen door de woorden " naar het andere niveau ".

    Art. A8. In artikel VII 33 van hetzelfde besluit, worden de woorden " dat afgesloten werd vóór de datum van inwerkingtreding van dit besluit " vervangen door de woorden " dat georganiseerd werd vóór 31 december 1994 en dat afgesloten werd vóór 31 december 1995 ".

    Art. A9. In artikel VIII 6 van hetzelfde besluit, wordt het tweede lid opgeheven.

    Art. A10. Artikel VIII 8 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :

    " Art. VIII 8. § 1. Voor de toepassing van deze titel en van dit besluit wordt verstaan onder :

  3. de functioneringsevaluatie : het beoordelen van het functioneren van de functiehouder in de huidige functie ten opzichte van vooraf bepaalde verwachtingen.

    In het begin van de evaluatieperiode worden de verwachtingen ten aanzien van resultaten en functioneren bepaald (de planning). Na afloop van de evaluatieperiode worden de resultaten en het functioneren beoordeeld ten opzichte van deze verwachtingen (de vaststelling van de evaluatie);

  4. de functiebeschrijving : de beschrijving van een aantal relatief permanente aspecten van een functie zoals het doel van de functie, de resultaatgebieden en de functioneringscriteria.

    De resultaatgebieden zijn de explicitering op welke domeinen welke resultaten verwacht worden in de functie (het " wat ").

    De functioneringscriteria zijn de criteria die bepalend zijn voor het goed uitoefenen van een functie (het " hoe ").

    De onderscheiden criteria worden opgenomen in bijlage 13 bij dit besluit;

  5. de hiërarchische meerdere : enerzijds de leidend ambtenaar, de adjunct-leidend ambtenaar en de afdelingshoofden ten overstaan van de onder hun gezag staande personeelsleden en anderzijds de ambtenaar die is aangewezen door het afdelingshoofd of door de adjunct-leidend ambtenaar, of bij ontstentenis door de leidend ambtenaar, om gezag uit te oefenen over een aantal personeelsleden met een lagere rang dan de zijne en in uitzonderlijke gevallen over personeelsleden van zijn rang.

    De aanwijzing als hiërarchische meerdere over personeelsleden met dezelfde rang dient gemotiveerd te worden en ter bekrachtiging voorgelegd te worden aan de Directieraad.

    De onmiddellijke hiërarchische meerdere is de hiërarchische meerdere die het dichtst in rang staat tot het onder zijn gezag staand personeel. Hij treedt op als eerste evaluator.

    § 2. De functioneringsevaluatie is verplicht voor elke ambtenaar die zich in de administratieve toestand dienstactiviteit bevindt. ".

    Art. A11. Artikel VIII 9 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :

    " Art. VIII 9. De functioneringsevaluatie dient op een zorgvuldige wijze te gebeuren. ".

    Art. A12. Artikel VIII 10 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :

    " Art. VIII 10. § 1. Een opleiding tot evaluator is verplicht voor alle ambtenaren die met functioneringsevaluatie belast zijn. Alleen de functioneringsevaluaties opgemaakt door ambtenaren die deze opleiding hebben gevolgd, zijn geldig.

    De evaluatoren volgen de opleiding georganiseerd door de Administratie Personeelsontwikkeling van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap of een gelijkwaardige opleiding.

    § 2. De evaluatoren worden geëvalueerd op de kwaliteit van de functioneringsevaluaties die zij opmaken.

    § 3. In het begin van elke evaluatieperiode bespreekt de geëvalueerde met een evaluator de concrete verwachtingen ten aanzien van de resultaten en het functioneren.

    De formele vaststelling door de evaluatoren in onderlinge overeenstemming, van deze verwachtingen qua resultaten en functioneren dient ook schriftelijk aan de geëvalueerde te worden toegestuurd.

    Bij deze planning van de prestaties vertrekken de evaluatoren en de geëvalueerde van alle beschikbare informatie over de functie, zoals onder meer de resultaatgebieden en de functioneringscriteria, de resultaten van voorbije evaluaties en de doelstellingen van de entiteit.

    De geëvalueerde krijgt inzage in de functiebeschrijving en de doelstellingen van de eerste evaluator van de naast hogere rang.

    § 4. Ingevolge onvoorziene wijzigingen in de doelstellingen of de organisatie van de werkzaamheden kunnen de verwachtingen qua resultaten en functioneren van de geëvalueerde aangepast worden. Deze aanpassing dient op dezelfde zorgvuldige manier te worden besproken en toegelicht als bij het begin van de evaluatieperiode. Zij dient ook schriftelijk aan de geëvalueerde te worden toegestuurd. Deze aanpassing wordt meegedeeld aan de opdrachthouder voor de vorming, het human resources management en de organisatieontwikkeling.

    § 5. Na afloop van elke evaluatieperiode wordt de geëvalueerde uitgenodigd voor een evaluatiegesprek. Tijdens dit evaluatiegesprek geeft de geëvalueerde ook zijn eigen visie weer op zijn functioneren tijdens de evaluatieperiode.

    Het evaluatiegesprek wordt gevoerd tussen de geëvalueerde en één evaluator. Op verzoek van de geëvalueerde of één van zijn evaluatoren, gebeurt het evaluatiegesprek met de twee evaluatoren.

    § 6. Na het evaluatiegesprek wordt het definitieve beschrijvende evaluatieverslag opgesteld door de evaluatoren. Het beschrijvend evaluatieverslag omvat geen samenvattende waardering of einduitspraak over de geëvalueerde, behalve indien de evaluatoren oordelen dat hij de vermelding " onvoldoende " verdient.

    De geëvalueerde kan zijn opmerkingen toevoegen aan het evaluatieverslag. ".

    Art. A13. Artikel VIII 11 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :

    " Art. VIII 11. Over elke ambtenaar wordt een jaarlijks individueel evaluatiedossier aangelegd. Het omvat :

  6. de functiebeschrijving als relatief permanente basis;

  7. de beschrijving van de verwachtingen ten aanzien van resultaten en functioneren in de evaluatieperiode, zoals geformuleerd in het begin van deze periode, of gedurende deze periode zoals bedoeld in artikel VIII 10, § 4;

  8. de persoonlijke nota's bedoeld in artikel VIII 14 en de opmerkingen die de ambtenaar erbij heeft geformuleerd;

  9. de uitslagen die de ambtenaar tijdens dat jaar heeft behaald in de loopbaanexamens;

  10. de definitieve beschrijvende evaluatieverslagen en hun bijlagen zoals bedoeld in artikel VIII 27, § 1;

  11. de beslissingen in beroep, bedoeld in artikel VIII 28 en VIII 29;

  12. de staat van tuchtstraffen uitgesproken in het evaluatiejaar, vermeld in artikel IX 26.

    Het evaluatiedossier is ter beschikking van alle instanties bevoegd voor het individueel personeelsbeheer en van de opdrachthouder voor de vorming, het human resources management en de organisatieontwikkeling. ".

    Art. A14. Artikel VIII 14 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :

    " Art. VIII 14. De persoonlijke nota's bedoeld in artikel VIII 11, eerste lid, 3°, handelen over de behaalde resultaten en/of over het functioneren. Zij handelen eventueel over gebeurtenissen of gedragingen buiten de dienst die de ambtsuitoefening kunnen beïnvloeden of in het gedrang brengen.

    Deze persoonlijke nota's omvatten een nauwkeurig relaas van alle gunstige of ongunstige feiten die als evaluatiegrond kunnen dienen. Telkens de evaluatoren dat nodig achten, of op gemotiveerd verzoek van de belanghebbende ambtenaar, stellen de evaluatoren een persoonlijke nota op over feiten die hoogstens één maand voor de ondertekening van de nota plaatshadden.

    Een persoonlijke nota wordt tevens opgemaakt telkens de ambtenaar gedurende een door de evaluatoren voldoende significant geachte periode ter beschikking wordt gesteld van een project. De projectleider is verantwoordelijk voor het opstellen van de persoonlijke nota.

    Elke persoonlijke nota wordt onmiddellijk aan de belanghebbende ambtenaar voorgelegd. Hij viseert dit document, krijgt er een afschrift van en beschikt over vijftien kalenderdagen om zijn eventuele opmerkingen te formuleren.

    Indien de ambtenaar opmerkingen...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT