Verdrag van Stockholm inzake persistente organische verontreinigende stoffen, gedaan te Stockholm op 22 mei 2001 (VERTALING)., de 22 mai 2001

Artikel 1. Doel.

Indachtig de voorzorgsbenadering zoals bedoeld in Beginsel 15 van de Verklaring van Rio inzake Milieu en Ontwikkeling, is het doel van dit Verdrag de gezondheid van de mens en het milieu te beschermen tegen persistente organische verontreinigende stoffen.

Art. 2. Begripsomschrijvingen.

Voor de toepassing van dit Verdrag wordt verstaan onder :

a) "Partij", een Staat of regionale organisatie voor economische integratie die ermee heeft ingestemd door dit Verdrag te worden gebonden en ten aanzien waarvan het Verdrag in werking is getreden;

b) "Regionale organisatie voor economische integratie", een organisatie samengesteld uit soevereine Staten van een bepaalde regio aan welke de lidstaten daarvan de bevoegdheid ten aanzien van bij dit Verdrag geregelde aangelegenheden hebben overgedragen en welke in overeenstemming met haar interne procedures naar behoren gemachtigd is dit Verdrag te ondertekenen, te bekrachtigen, te aanvaarden, goed te keuren of hiertoe toe te treden;

c) "Aanwezige Partijen die hun stem uitbrengen" : Partijen die aanwezig zijn en voor- of tegenstemmen.

Art. 3. Maatregelen ter beperking of beÎindiging van vrijkoming bij opzettelijke productie en gebruik.

  1. Elke Partij :

    a) verbiedt en/of treft de nodige wettelijke en bestuurlijke maatregelen ter beÎindiging van :

    i. haar productie en gebruik van de in Bijlage A vermelde chemische stoffen, overeenkomstig de bepalingen van die Bijlage; en

    ii. haar invoer en uitvoer van de in Bijlage A vermelde chemische stoffen, in overeenstemming met de bepalingen van het tweede lid; en

    b) beperkt de productie en het gebruik van de in Bijlage B genoemde chemische stoffen, in overeenstemming met de bepalingen van die Bijlage.

  2. Elke Partij treft maatregelen om te waarborgen :

    a) dat een in Bijlage A of Bijlage B vermelde chemische stof uitsluitend wordt ingevoerd :

    i. ten behoeve van een milieuverantwoorde verwijdering zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdeel d; of

    ii. voor een gebruik of doel dat voor die Partij is toegestaan ingevolge Bijlage A of Bijlage B;

    b) dat een in Bijlage A vermelde chemische stof ten aanzien waarvan een specifieke uitzondering voor productie of gebruik geldt of een in Bijlage B vermelde chemische stof ten aanzien waarvan een specifieke uitzondering voor productie of gebruik of voor een aanvaardbaar doel geldt, met inachtneming van de desbetreffende bepalingen van internationale instrumenten inzake voorafgaande geÔnformeerde toestemming, uitsluitend wordt uitgevoerd :

    i. ten behoeve van een milieuverantwoorde verwijdering zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdeel d ;

    ii. naar een Partij aan wie het ingevolge Bijlage A of Bijlage B is toegestaan die chemische stof te gebruiken; of

    iii. naar een Staat die geen Partij is bij dit Verdrag, die een jaarlijkse verklaring aan de exporterende Partij heeft verleend. In een dergelijke verklaring wordt het beoogde gebruik van de chemische stof vermeld en wordt aangegeven dat de importerende Staat zich er met betrekking tot die chemische stof toe verplicht :

    a) de gezondheid van de mens en het milieu te beschermen door de nodige maatregelen te treffen om vrijkoming tot een minimum te beperken of te voorkomen;

    b) de bepalingen van artikel 6, eerste lid, na te leven; en

    c) in voorkomend geval de bepalingen van Bijlage B, Deel II, punt 2, na te leven.

    De goedkeuring omvat tevens passende ondersteunende documenten, zoals wet- en regelgeving, bestuurlijke richtsnoeren of beleidslijnen. De exporterende Partij verzendt de goedkeuring binnen zestig dagen na ontvangst naar het Secretariaat;

    c) dat een in Bijlage A vermelde chemische stof, ten aanzien waarvan specifieke uitzonderingen voor productie en specifiek gebruik niet langer voor een Partij van kracht zijn, niet door deze Partij wordt uitgevoerd, behoudens ten behoeve van de in artikel 6, eerste lid, onderdeel d, bedoelde milieuverantwoorde verwijdering ervan;

    d) voor de toepassing van dit lid omvat de term "Staat die geen Partij is bij dit Verdrag", ten aanzien van een bepaalde chemische stof, een Staat of regionale organisatie voor economische integratie die er niet mee heeft ingestemd ten aanzien van die chemische stof door het Verdrag te worden gebonden.

  3. Elke Partij die een of meerdere systemen heeft voor regelgeving en beoordeling van nieuwe pesticiden of nieuwe industriÎle chemische stoffen, neemt maatregelen ter regulering ter voorkoming van de productie en het gebruik van nieuwe pesticiden of nieuwe industriÎle chemische stoffen die, met inachtneming van de in Bijlage D, punt 1 bedoelde criteria, de kenmerken van persistente organische verontreinigende stoffen bezitten.

  4. Elke Partij die een of meerdere systemen heeft voor regelgeving en beoordeling van pesticiden of industriÎle chemische stoffen houdt daarbij, waar dienstig, rekening met de in Bijlage D, punt 1, bedoelde criteria bij de beoordeling van de thans in gebruik zijnde pesticiden of industriÎle chemische stoffen.

  5. Behoudens wanneer in dit Verdrag anders wordt aangegeven, zijn het eerste en tweede lid niet van toepassing op hoeveelheden van een chemische stof die worden gebruikt ten behoeve van laboratoriumonderzoek of als referentienorm.

  6. Elke Partij waarvoor een specifieke uitzondering in overeenstemming met Bijlage A of een specifieke uitzondering of een acceptabel doel in overeenstemming met Bijlage B geldt, treft passende maatregelen om te waarborgen dat productie of gebruik onder die uitzondering of met dat doel zodanig wordt uitgevoerd dat blootstelling van de mens of vrijkoming in het milieu wordt voorkomen of zoveel mogelijk wordt tegengegaan. In geval van uitgezonderde gebruiken of voor acceptabele doeleinden waarbij opzettelijke vrijkomingen in het milieu plaatsvinden onder normale gebruiksomstandigheden, worden deze vrijkomingen tot het noodzakelijke minimum beperkt, met inachtneming van de toepasselijke normen en richtsnoeren.

    Art. 4. Register van specifieke uitzonderingen.

  7. Hierbij wordt een register ingesteld ten behoeve van de identificatie van de Partijen waarvoor specifieke uitzonderingen gelden als bedoeld in Bijlage A of Bijlage B. Hierin worden niet de Partijen vermeld die gebruik maken van de bepalingen van Bijlage A of Bijlage B waarop door alle Partijen een beroep kan worden gedaan. Het register wordt door het Secretariaat bijgehouden en is toegankelijk voor het publiek.

  8. Het register omvat :

    a) een lijst van de soorten specifieke uitzonderingen van Bijlage A en Bijlage B;

    b) een lijst van de Partijen die een specifieke uitzondering genieten als bedoeld in Bijlage A of Bijlage B; en

    c) een lijst met de verloopdatum van elke geregistreerde specifieke uitzondering.

  9. Elke Staat die Partij wordt, kan zich door middel van een schriftelijke kennisgeving aan het Secretariaat voor een of meerdere soorten in Bijlage A of Bijlage B genoemde specifieke uitzonderingen laten inschrijven.

  10. Tenzij door een Partij in het register een eerdere datum is vermeld, of ingevolge het zevende lid een verlenging heeft plaatsgevonden, verlopen alle registraties van specifieke uitzonderingen vijf jaren na de datum van inwerkingtreding van dit Verdrag ten aanzien van een bepaalde chemische stof.

  11. Tijdens haar eerste vergadering neemt de Conferentie van de Partijen een besluit omtrent de toetsingsprocedure voor inschrijvingen in het register.

  12. Voorafgaand aan de toetsing van een inschrijving in het register dient de desbetreffende Partij een rapport bij het Secretariaat in waarin de behoefte aan voortgezette registratie van die uitzondering wordt gemotiveerd. Dit rapport wordt door het Secretariaat onder alle Partijen verspreid. De toetsing van een registratie wordt uitgevoerd op basis van alle beschikbare informatie. De Conferentie van de Partijen kan de betrokken Partij in dit verband alle door haar nodig geachte aanbevelingen doen.

  13. De Conferentie van de Partijen kan, op verzoek van de betrokken Partij, besluiten de vervaltermijn van een specifieke ontheffing met een termijn van maximaal vijf jaren te verlengen. Bij de besluitvorming houdt de Conferentie van de Partijen naar behoren rekening met de bijzondere omstandigheden van de Partijen die ontwikkelingslanden zijn en van de Partijen met een overgangseconomie.

  14. Een Partij kan te allen tijde een inschrijving in het register voor een specifieke uitzondering intrekken door middel van schriftelijke kennisgeving aan het Secretariaat. De intrekking wordt van kracht op de in de kennisgeving vermelde datum.

  15. Wanneer geen Partijen meer ingeschreven zijn voor een bepaalde soort specifieke uitzondering, kunnen ten aanzien van deze uitzondering geen nieuwe inschrijvingen plaatsvinden.

    Art. 5. Maatregelen ter beperking of beÎindiging van vrijkomingen afkomstig van onopzettelijke productie.

    Elke Partij treft ten minste de volgende maatregelen ter beperking van de totale vrijkomingen afkomstig uit antropogene bronnen van elk van de in Bijlage C vermelde chemische stoffen, met het doel deze vrijkomingen permanent te reduceren en, waar mogelijk, deze uiteindelijk te beÎindigen :

    a) ontwikkeling van een actieplan of, waar dienstig, een regionaal of subregionaal actieplan, binnen twee jaren nadat het Verdrag voor haar in werking is getreden, en uitvoering hiervan als onderdeel van haar uitvoeringsplan zoals bedoeld in artikel 7, dat is ontworpen ten behoeve van de identificatie, karakterisering en aanpak van vrijkomingen van de in Bijlage C vermelde chemische stoffen en ter vergemakkelijking van de implementatie van de leden b tot en met e. Het actieplan omvat de volgende onderdelen :

    i. een evaluatie van de huidige en voorziene vrijkomingen, met inbegrip van het opstellen en bijhouden van broninventarisaties en schattingen van vrijkomingen, rekening houdend met de in Bijlage C vermelde broncategorieÎn;

    ii. een evaluatie van de doeltreffendheid van door de Partij toegepaste wetten en beleidslijnen met betrekking tot de beheersing van deze vrijkomingen;

    iii. strategieÎn teneinde te voldoen aan...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT