Overeenkomst tot wijziging van de partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van Afrika, het Caribisch gebied en de stille oceaan, enerzijds, en de Europese gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, ondertekend te Cotonou op 23 juni 2000., de 25 juin 2005

Artikel 1. ENIG ARTIKEL.

Overeenkomstig de procedure van artikel 95 wordt de Overeenkomst van Cotonou als volgt gewijzigd :

Art. A. PREAMBULE.

  1. Na de achtste overweging, die begint met " IN AANMERKING NEMENDE het Verdrag inzake de rechten van de mens ... ", worden de volgende overwegingen ingevoegd :

    " OPNIEUW BEVESTIGENDE dat de ernstigste misdrijven die de internationale gemeenschap aangaan, niet ongestraft mogen blijven en dat de effectief vervolging ervan moet worden gewaarborgd door maatregelen op nationaal niveau te nemen en de wereldwijde samenwerking te intensiveren;

    OVERWEGENDE dat de instelling en het effectief functioneren van het Internationaal Strafhof een belangrijke ontwikkeling voor vrede en internationale gerechtigheid zijn; ".

  2. De 10e overweging die begint met " IN OVERWEGING NEMENDE dat de doelstellingen en beginselen ... ", wordt vervangen door :

    " OVERWEGENDE dat de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling, zoals die zijn vastgelegd in de Millenniumverklaring die de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in 2000 heeft vastgesteld, met name de uitroeiing van extreme armoede en honger, alsmede de ontwikkelingsdoelen en de beginselen die zijn overeengekomen op de Conferenties van de Verenigde Naties, een duidelijke visie bieden en aan de samenwerking tussen de ACS en de EU in het kader van deze Overeenkomst ten grondslag moeten liggen; ".

    Art. B. TEKST VAN DE ARTIKELEN VAN DE PARTNERSCHAPSOVEREENKOMST.

  3. De inleiding van artikel 4 wordt vervangen door :

    " De ACS-staten bepalen de beginselen, strategieÎn en modellen voor de ontwikkeling van hun economie en hun samenleving in volledige soevereiniteit. Zij stellen samen met de Gemeenschap de samenwerkingsprogramma's vast waarin de Overeenkomst voorziet. De partijen erkennen echter dat niet-overheidsactoren en plaatselijke gedecentraliseerde autoriteiten in het ontwikkelingsproces een complementaire rol kunnen spelen en daartoe een bijdrage kunnen leveren. Niet-overheidsactoren en plaatselijke gedecentraliseerde autoriteiten worden daartoe in voorkomend geval, overeenkomstig de voorwaarden bepaald in de Overeenkomst, op de volgende wijze bij het proces betrokken : "

  4. Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd :

    1. lid 2 wordt vervangen door :

      " 2. Het doel van deze dialoog is het uitwisselen van informatie, het bevorderen van het wederzijds begrip en het vereenvoudigen van de totstandkoming van overeengekomen prioriteiten en gemeenschappelijke agendapunten, met name door te erkennen dat de verschillende aspecten van de betrekkingen tussen de partijen verband houden, met de diverse samenwerkingsterreinen waarin deze Overeenkomst voorziet. De dialoog dient het overleg tussen de partijen in internationale fora te vereenvoudigen. De dialoog moet tevens voorkomen dat situaties ontstaan waarin een partij het noodzakelijk acht een beroep te doen op de overlegprocedures van de artikelen 96 en 97. ";

    2. lid 6 wordt vervangen door :

      " 6. De dialoog wordt op flexibele wijze gevoerd. De dialoog verloopt naargelang de behoefte formeel of informeel, en wordt gevoerd zowel binnen als buiten het institutionele kader, met inbegrip van de ACS-groep en de Paritaire Parlementaire Vergadering ACS-EU, in een passende vorm en op passend niveau, onder meer op regionaal, subregionaal en nationaal niveau. ";

      (c) het volgende lid wordt ingevoegd :

      " 6bis. Waar dat passend is, en om situaties te vermijden waarin een partij het noodzakelijk acht een beroep te doen op de overlegprocedure van artikel 96, dient overeenkomstig de modaliteiten van bijlage VII, een systematische en geformaliseerde dialoog te worden gevoerd die betrekking heeft op de essentiÎle elementen. ".

  5. De titel van artikel 9 wordt vervangen door :

    " EssentiÎle elementen op het gebied van de rechten van de mens, de democratische beginselen en de rechtsstaat, en fundamenteel element met betrekking tot goed bestuur ".

  6. Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd :

    1. het volgende lid wordt ingevoegd :

      " 3bis. De partijen komen tevens overeen samen te werken bij het voorkomen van activiteiten van huurlingen, overeenkomstig hun verplichtingen op grond van internationale verdragen en afspraken en hun respectieve wet- en regelgeving. ";

    2. het volgende lid wordt toegevoegd :

      " 6. De partijen bevorderen het versterken van vrede en internationale gerechtigheid en bevestigen hun vastberadenheid om :

      - ervaringen te delen inzake de vaststelling van juridische aanpassingen ten behoeve van de bekrachtiging en tenuitvoerlegging van het Statuut van Rome van het Internationaal Strafhof;

      - internationale criminaliteit te bestrijden overeenkomstig het internationale recht, met inachtneming van het Statuut van Rome.

      De partijen streven ernaar maatregelen te nemen ten behoeve van de bekrachtiging en tenuitvoerlegging van het Statuut van Rome en daarmee samenhangende instrumenten. ".

  7. De volgende artikelen worden ingevoegd :

    " Artikel 11bis.

    Bestrijding van terrorisme.

    De partijen uiten opnieuw hun krachtige veroordeling van alle daden van terrorisme en verbinden zich ertoe het terrorisme te bestrijden door internationale samenwerking overeenkomstig het Handvest van de Verenigde Naties en het internationale recht, de desbetreffende verdragen en instrumenten en met name de volledige tenuitvoerlegging van de resoluties 1373 en 1456 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties en andere relevante VN-resoluties. De partijen komen hiertoe overeen :

    - informatie uit te wisselen over terroristische groeperingen en de hen ondersteunende netwerken;

    - inzichten uit te wisselen over middelen en methoden om daden van terrorisme te bestrijden, onder meer op technisch gebied en wat opleiding betreft, en ervaringen uit te wisselen met betrekking tot het voorkomen van terrorisme.

    Artikel 11ter. Samenwerking inzake de bestrijding van de verspreiding van massavernietigingswapens.

  8. De partijen zijn van oordeel dat de verspreiding van massavernietigingswapens en de middelen om die zowel aan staten als aan niet-statelijke actoren te verschaffen, een van de ernstigste bedreigingen voor de internationale stabiliteit en veiligheid vormt.

    De partijen komen daarom overeen samen te werken en bij te dragen tot de bestrijding van de verspreiding van massavernietigingswapens en de middelen tot verschaffing daarvan, door volledige naleving en nationale tenuitvoerlegging van hun bestaande verplichtingen op grond van de internationale ontwapenings- en non-proliferatieverdragen en -overeenkomsten en andere internationale verplichtingen op dit gebied.

    De partijen komen overeen dat deze bepaling een essentieel element van deze Overeenkomst vormt.

  9. De partijen komen voorts overeen samen te werken en bij te dragen tot de doelstelling van non-proliferatie door :

    - maatregelen te nemen met het oog op de ondertekening of bekrachtiging van dan wel toetreding tot, en de volledige tenuitvoerlegging van alle andere relevante internationale instrumenten;

    - instelling van een effectief stelsel van nationale exportcontroles met het oog op de beheersing van uitvoer en doorvoer van goederen die betrekking hebben op massavernietigingswapens, met inbegrip van een controle op eindgebruik als massavernietigingswapen van technologieÎn voor tweeÎrlei gebruik alsmede effectieve sancties op overtreding van de exportcontroles.

    De financiÎle en technische bijstand voor de samenwerking bij het bestrijden van de verspreiding van massavernietigingswapens wordt gefinancierd met andere specifieke middelen dan die welke bestemd zijn voor de financiering van de ACS-EG-samenwerking.

  10. De partijen komen overeen een regelmatige politieke dialoog in te stellen ter begeleiding en consolidatie van deze elementen.

  11. Indien een partij, na een versterkte politieke dialoog te hebben gevoerd, waarbij met name gebruik is gemaakt van verslagen van het Internationaal Atoomagentschap (IAEA), de Organisation for the Prohibition of Chemical Weapons (OPCW) en andere relevante multilaterale instellingen, van oordeel is dat een andere partij niet heeft voldaan aan een verplichting die voortvloeit uit lid 1 van dit artikel inzake de non-proliferatie van massavernietigingswapens, verstrekt die partij, behalve in bijzondere dringende gevallen, de andere partij, de ACS-Raad van Ministers en de EU-Raad van de Ministers alle terzake dienende informatie die nodig is voor een grondig onderzoek van de situatie, teneinde tot een voor de partijen aanvaardbare oplossing te komen. Met dit doel verzoekt zij de andere partij om overleg te plegen over maatregelen die door de betrokken partijen zijn genomen of moeten worden genomen om de situatie recht te zetten.

  12. Het overleg vindt plaats op het niveau en in de vorm die het meest geschikt wordt geacht om tot een oplossing te komen.

    Het overleg begint uiterlijk 30 dagen na de datum van het verzoek; de duur ervan wordt, afhankelijk van de aard en ernst van de schending, met wederzijdse instemming vastgesteld. De dialoog in het kader van de overlegprocedure duurt in geen geval langer dan 120 dagen.

  13. Indien het overleg niet tot een voor beide partijen aanvaardbare oplossing leidt, indien overleg wordt geweigerd of in bijzonder dringende gevallen, kunnen passende maatregelen worden genomen. Deze maatregelen worden ingetrokken zodra de redenen ervoor hebben opgehouden te bestaan. ".

  14. Aan artikel 23 wordt het volgende punt toegevoegd :

    " l) bevordering van traditionele kennis. ".

  15. Artikel 25, lid 1, punt d), wordt vervangen door :

    " d) de bevordering van de bestrijding van :

    - HIV/AIDS, waarbij wordt toegezien op de bescherming van seksuele en reproductieve gezondheid en de rechten van vrouwen;

    - andere armoedegerelateerde ziekten, met name malaria en tuberculose; ".

  16. Artikel 26 wordt als volgt gewijzigd :

    1. de punten c) en d) worden vervangen door :

      " c) de ondersteuning van instellingen binnen de lokale gemeenschap die kinderen de kans geven zich fysiek, psychologisch, maatschappelijk en economisch te ontplooien;

    2. de herintegratie in de maatschappij van...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT