9 MEI 2014. - Besluit van de Vlaamse Regering tot vastlegging van de regels voor de erkenning en de subsidiëring van partnerorganisaties ter uitvoering van artikel 68, § 1, van het Woonzorgdecreet van 13 maart 2009

De Vlaamse Regering,

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 `tot hervorming der instellingen', artikel 20;

Gelet op het Woonzorgdecreet van 13 maart 2009, artikel 68 § 1, gewijzigd door het decreet van 21 juni 2013 en artikel 72, eerste lid;

Gelet op het decreet van 21 juni 2013 houdende diverse bepalingen betreffende het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, artikel 82, eerste lid;

Gelet op het decreet van 8 juli 2011 houdende regeling van de begroting, de boekhouding, de toekenning van subsidies en de controle op de aanwending ervan, en de controle door het Rekenhof van 8 juli 2011, artikel 57;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 28 maart 2014;

Gelet op advies 55.929/3 van de Raad van State, gegeven op 30 april 2014 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;

Na beraadslaging,

Besluit :

HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder:

  1. administrateur-generaal: de leidend ambtenaar van het agentschap;

  2. adviescommissie: de Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, vermeld in artikel 12 van het decreet van 7 december 2007 houdende de oprichting van de Strategische Adviesraad voor het Vlaamse Welzijns-, Gezondheids- en Gezinsbeleid en van de Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en (Kandidaat-)pleegzorgers;

  3. agentschap: het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid, opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 mei 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap "Zorg en Gezondheid";

  4. beheersinstantie: de persoon of de personen die een partnerorganisatie vertegenwoordigen en die de partnerorganisatie in kwestie juridisch kan of kunnen binden;

  5. minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, en de Vlaamse minister, bevoegd voor het gezondheidsbeleid;

  6. partnerorganisatie: een rechtspersoon die deskundig is in een bepaald segment van de woonzorg.

    HOOFDSTUK 2. - Programmatie

    Art. 2. De programmatie van de partnerorganisaties wordt per soort van partnerorganisatie opgenomen in bijlage 1 en 2, die bij dit besluit zijn gevoegd.

    Art. 3. De minister bepaalt de nadere regels voor de evaluatiecriteria per soort van partnerorganisatie.

    HOOFDSTUK 3. - Erkenningsvoorwaarden

    Art. 4. Om erkend te worden, moet een partnerorganisatie passen in de programmatie die erop van toepassing is en moet de partnerorganisatie op het ogenblik dat de erkenningsaanvraag wordt ingediend of binnen een termijn van maximaal één jaar vanaf de datum van de erkenningsbeslissing, voldoen aan:

  7. de bepalingen van artikel 5 en 6;

  8. de specifieke erkenningsvoorwaarden per soort van partnerorganisatie, vermeld bijlage I en II bij dit besluit.

    Art. 5. De partnerorganisatie moet kunnen aantonen dat ze door haar deskundigheid of expertise een bijzondere meerwaarde kan bieden aan de professionaliteit en de kwaliteit van de woonzorg in Vlaanderen.

    Art. 6. De partnerorganisatie stelt daarvoor een actieplan op waarin ze haar werking en doelstellingen toelicht. Het actieplan kan betrekking hebben op onderzoek, coördinatie of organisatie van activiteiten of het verstrekken van advies met betrekking tot de beleidsdoelstellingen, gericht op thema's of doelgroepen binnen de geografische werkgebieden, vermeld in het Woonzorgdecreet van 13 maart 2009.

    HOOFDSTUK 4. - Erkenningsprocedure

    Art. 7. Een partnerorganisatie kan worden erkend als de beheersinstantie aangetekend of tegen ontvangstbewijs bij het agentschap een aanvraag tot erkenning indient.

    De erkenningsaanvraag bevat minstens de volgende gegevens:

  9. een aanvraagformulier dat door het agentschap ter beschikking gesteld wordt en de volgende gegevens bevat:

    1. de naam en het adres van de beheersinstantie en de contactgegevens;

    2. de naam en het adres van de partnerorganisatie;

    3. de beoogde soort erkenning van de partnerorganisatie, de doelgroep, de activiteiten en de resultaatsgebieden;

    4. als dat van toepassing is, de regio en het werkgebied van de partnerorganisatie;

  10. als de partnerorganisatie een rechtspersoon is, met uitzondering van openbare besturen: de statuten van de partnerorganisatie en de eventuele wijzigingen ervan;

  11. de rechtsgeldige beslissing van de bevoegde beheersinstantie om de erkenning aan te vragen;

  12. de missie of visie van de partnerorganisatie;

  13. de organisatiestructuur, een organogram met bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de partnerorganisatie;

  14. een nominatieve lijst van alle medewerkers, met vermelding van hun wekelijkse arbeidsduur en kwalificatie, geordend per functie.

    Art. 8. Een partnerorganisatie die in de programmatie past en die voldoet aan alle erkenningsvoorwaarden, vermeld in hoofdstuk 3, alsook aan de specifieke erkenningsvoorwaarden uit de desbetreffende bijlage bij dit besluit, wordt erkend voor onbepaalde duur.

    Art. 9. De beslissing van de administrateur-generaal waarin de erkenning wordt verleend aan de partnerorganisatie, wordt binnen een termijn van vier maanden na de ontvangst van de ontvankelijke aanvraag aan de beheersinstantie bezorgd.

    De erkenningsbeslissing bevat minstens de volgende gegevens:

  15. de naam en het adres van de beheersinstantie;

  16. de naam en het adres van de partnerorganisatie;

  17. het erkenningsnummer;

  18. de ingangsdatum van de erkenning;

  19. de soort erkenning als partnerorganisatie;

  20. als dat van toepassing is, de regio en het werkgebied van de partnerorganisatie.

    Art. 10. De beheersinstantie wordt binnen een termijn van vier maanden na de ontvangst van de ontvankelijke aanvraag aangetekend met kennisgeving van ontvangst op de hoogte gebracht van het voornemen tot weigering van een erkenning.

    De mededeling van de beslissing, vermeld in het eerste lid, vermeldt ook de informatie over de mogelijkheid, de voorwaarden en de procedure om een gemotiveerd bezwaarschrift in te dienen bij het agentschap. Het bezwaarschrift wordt behandeld volgens de regels die zijn vastgesteld bij of ter uitvoering van hoofdstuk III van het decreet van 7 december 2007 houdende oprichting van de Strategische Adviesraad voor het Vlaamse Welzijns-, Gezondheids- en Gezinsbeleid en van een Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en (Kandidaat-)pleegzorgers.

    Art. 11. Als de beheersinstantie geen bezwaarschrift indient binnen een maand na de ontvangst van de aangetekende zending, vermeld in artikel 10, wordt na het verstrijken van die termijn het voornemen van de administrateur-generaal van rechtswege geacht een weigeringsbeslissing te zijn. Het agentschap brengt de beheersinstantie daarvan aangetekend met kennisgeving van ontvangst op de hoogte binnen één maand na het verstrijken van die termijn.

    HOOFDSTUK 5. - Procedure voor de wijziging van de erkenning op verzoek van de partnerorganisatie

    Art. 12. De beheersinstantie dient bij het agentschap aangetekend of tegen ontvangstbewijs een aanvraag tot wijziging van de erkenning in als ze de volgende gegevens wil wijzigen:

  21. de naam en het adres van de beheersinstantie;

  22. de naam en het adres van de partnerorganisatie;

  23. als dat van toepassing is, de regio en het werkgebied van de partnerorganisatie;

  24. de statuten van de partnerorganisatie;

  25. een fundamentele herstructurering of herziening van de missie of visie van de organisatie.

    Een aanvraag tot wijziging van de erkenning is alleen ontvankelijk als ze alle nodige vermeldingen en stukken tot staving van de aangevraagde wijziging bevat.

    Over de aanvraag tot wijziging van de erkenning wordt beslist op de wijze, vermeld in artikel 9 tot en met 11.

    Als de aanvraag tot wijziging van de erkenning van een partnerorganisatie gevolgen heeft voor de subsidiëring van die partnerorganisatie, wordt die wijziging doorgevoerd met ingang van 1 januari van het jaar dat volgt op het jaar waarin de ontvankelijke aanvraag is ingediend. Die aanvraag moet voor 1 september ingediend worden.

    HOOFDSTUK 6. - Procedure voor de gedwongen wijziging, de schorsing en de intrekking van de erkenning

    Art. 13. De administrateur-generaal kan de erkenning wijzigen, schorsen of intrekken als de erkende partnerorganisatie de algemene of de specifieke erkenningsvoorwaarden die erop van toepassing zijn niet naleeft.

    De administrateur-generaal kan een voornemen tot wijziging, schorsing of intrekking van de erkenning nemen als:

  26. de partnerorganisatie aangetekend met kennisgeving van ontvangst een aanmaning van het agentschap heeft ontvangen om zich te schikken naar de erkenningsvoorwaarden, vermeld in de aanmaning;

  27. de partnerorganisatie in kwestie niet aantoont dat ze zich naar die erkenningsvoorwaarden heeft geschikt binnen de termijn die het agentschap in de aanmaning heeft bepaald.

    Art. 14. Het agentschap brengt de beheersinstantie aangetekend met kennisgeving van ontvangst op de hoogte van het gemotiveerde voornemen van de administrateur-generaal tot wijziging, schorsing of intrekking van de erkenning.

    De aangetekende zending, vermeld in het eerste lid, bevat naast het voornemen ook de uitleg over de mogelijkheid, de voorwaarden en de procedure om een gemotiveerd bezwaarschrift in te dienen bij het agentschap. Het bezwaarschrift wordt behandeld volgens de regels die zijn vastgesteld bij of ter uitvoering van hoofdstuk III van het decreet van 7 december 2007 houdende oprichting van de Strategische Adviesraad voor het Vlaamse Welzijns-, Gezondheids- en Gezinsbeleid en van een Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en (Kandidaat-)pleegzorgers.

    Art. 15. Als de beheersinstantie geen bezwaarschrift indient binnen een maand na de ontvangst van de aangetekende zending, vermeld in artikel 14, wordt na het verstrijken van die termijn een beslissing van de administrateur-generaal tot wijziging, schorsing of intrekking van de erkenning aangetekend met kennisgeving van ontvangst aan de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT