30 DECEMBER 2009. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 mei 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de papier- en kartonbewerking, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden (1)

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de papier- en kartonbewerking;

Op de voordracht van de Minister van Werk,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 5 mei 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de papier- en kartonbewerking, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden.

Art. 2. De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 30 december 2009.

ALBERT

Van Koningswege :

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid,

Mevr. J. MILQUET

_______

Nota

Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad :

Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Bijlage

Paritair Comité voor de papier- en kartonbewerking

Collectieve arbeidsovereenkomst van 5 mei 2009

Loon- en arbeidsvoorwaarden

(Overeenkomst geregistreerd op 25 juni 2009 onder het nummer 92701/CO/136)

HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders en arbeidsters die tewerkgesteld zijn in de ondernemingen die onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de papier- en kartonbewerking ressorteren, tenzij het paritair comité er anders over beslist (cfr. art. 35).

Zij werd afgesloten in toepassing van de wet van 26 juli 1996 betreffende de bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen en van zijn uitvoeringsbesluiten alsook in toepassing van het "uitzonderlijk" interprofessioneel akkoord van 22 december 2008.

HOOFDSTUK II. - Indeling van de functies

Art. 2. Volgens hun werkzaamheden worden de arbeiders en arbeidsters ingedeeld in zeven beroepsklassen, die aan de volgende kenmerken beantwoorden :

Klasse 1 : arbeid die een technische vorming van het niveau A3 en een beroepservaring van één jaar vereist, of een gelijkwaardige opleiding verkregen door een methodische scholing gedurende drie jaar.

Klasse 2 : arbeid van verscheiden aard die een bepaalde lichamelijke inspanning en een technische kennis vereist, die met een ervaring van twee jaar kan worden gelijkgesteld of arbeid die de uitvoerder verantwoordelijkheid oplegt voor één of meer arbeiders of arbeidsters van klasse 3 of 4.

Klasse 3 : arbeid die een bepaalde lichaamskracht en een elementaire technische kennis van één jaar ervaring vereist, die met een ervaring van twee jaar kan worden gelijkgesteld of arbeid die de uitvoerder verantwoordelijkheid oplegt voor één of meer arbeiders of arbeidsters van klasse 5, 6 of 7.

Klasse 4 : eenvoudige arbeid die een grote lichaamskracht en na een korte uitleg kan worden verricht of arbeid van verscheiden aard die een grote handvaardigheid of een ruime praktische opleiding, maar geen bijzondere lichamelijke inspanning vergt.

Klasse 5 : arbeid van verscheiden aard die een lichte lichamelijke inspanning en een praktische opleiding van negen maanden vergt.

Klasse 6 : arbeid die telkens wordt herhaald en een lichte lichamelijke inspanning en een inwerkingsperiode van drie maanden vergt.

Klasse 7 : eenvoudige arbeid die slechts lichte lichamelijke inspanning vergt en na een korte uitleg kan worden verricht. De functies die worden betaald volgens klasse 7 zullen na zes maanden dienst worden betaald volgens klasse 6.

Bovendien worden bepaalde arbeiders buiten de indeling gehouden voor zover hun taak aan de volgende kenmerken beantwoordt :

Buiten de indeling : arbeid die een technische opleiding vergt van het niveau A2 en een beroepservaring van twee jaar of een gelijkwaardige opleiding verworven door een volledige leertijd gedurende vier jaar.

In het bedrag van hun werkelijk loon wordt rekening gehouden met het overeengekomen loon voor een gelijkwaardige kwalificatie in andere sectoren.

Art. 3. In de bijgevoegde tabel worden voorbeelden vermeld die met deze verschillende beroepsklassen overeenstemmen.

Art. 4. Bij twijfel of geschil in een onderneming aangaande de indeling van een in deze tabel niet opgenomen beroep of in geval van invoering van nieuwe technieken, kan de meest gerede partij de zaak aanhangig maken bij het paritair comité dat het onderzoek en de oplossing ervan aan een beperkt subcomité kan toevertrouwen.

Art. 5. Bij de toepassing van de indeling van functies die in de artikelen 2 tot 4 en in de tabel met voorbeelden van de indeling van functies opgenomen is, moeten de ter zake verworven rechten en persoonlijke voorwaarden gehandhaafd worden.

HOOFDSTUK III. - Uurlonen

Art. 6. De minimumuurlonen worden op basis van de 37-urenweek als volgt vastgesteld :

KlasseJanuari 2009ClasseJanvier 2009 EUR EURBK12,1582HC12,1582112,0183112,0183211,6982211,6982311,2558311,2558410,9741410,9741510,4036510,4036610,0817610,081779,971879,9718

Art. 7. Het minimumuurloon omvat niet de loontoeslagen die niet aan de functie verbonden zijn, zoals de toeslag voor overuren of voor arbeid in opeenvolgende ploegen.

Art. 8. De minimumuurlonen en de werkelijke uurlonen van de arbeiders en arbeidsters worden op 1 januari geïndexeerd op grond van de reële evolutie tussen de viermaandelijkse gezondheidsindex van juni van het lopende jaar en van december van het vorige jaar.

De minimumuurlonen en de werkelijke uurlonen van de arbeiders en arbeidsters worden op 1 juli geïndexeerd op grond van de reële evolutie tussen de viermaandelijkse gezondheidsindex van juni en december van het vorige jaar.

Art. 9. De studenten, voor zover ingeschreven in een proces van deeltijdse leerplicht andere dan cursussen van sociale promotie en onderworpen aan de deeltijdse leerplicht, zullen tijdens hun opleiding als volgt worden vergoed :

3de graad - 2de jaar85 pct.3e degré - 2e année85 pct.3de graad - 1ste jaar75 pct.- 1re année75 pct.2de graad - 2de jaar70 pct.- 2e année70 pct.

van de geldende baremalonen.

De studenten die nog steeds onderworpen zijn aan de leerplicht zullen tegen dezelfde voorwaarden vergoed worden, als hierboven uiteengezet, wanneer zij tewerkgesteld zijn met een studentenarbeidsovereenkomst. De studenten die niet meer onderworpen zijn aan de leerplicht en die met een studentenarbeidsovereenkomst tewerkgesteld zijn in de ondernemingen zullen minimum verloond worden conform de lonen van klasse 7.

Art. 10. Als een arbeider/arbeidster van een lagere naar een hogere klasse overgaat, zal het minimumloon van deze nieuwe klasse slechts verschuldigd zijn na een aanpassingstijd die geen twee maanden mag overschrijden. Tijdens deze periode mag het loon lager zijn dan het minimum van de overeenstemmende klasse, maar niet minder dan het minimum van de eerstvolgende klasse.

HOOFDSTUK IV. - Ploegenpremie

Art. 11. Ingeval er in twee ploegen wordt gewerkt, zal aan het aldus tewerkgestelde personeel een toeslag van 6 pct. van het reële loon worden toegekend.

Art. 12. Ingeval er in bijkomende ploegen wordt gewerkt, zal de loontoeslag worden vastgesteld op het niveau van de onderneming in overeenstemming met de werkgevers- en werknemersorganisaties. De toeslag voor werk in nachtploeg bedraagt minimum 15 pct. van het reële loon.

Art. 13. Elke arbeider en arbeidster die ploegenarbeid verricht, zal gedurende de arbeidsdag recht hebben op een betaalde schafttijd van maximum een half uur.

HOOFDSTUK V. - Overurentoeslag

Art. 14. Voor de overuren zal een toeslag van 50 pct. worden toegekend.

Art. 15. Deze toeslag wordt op 100 pct. gebracht :

1) vanaf het vijfde overuur, dat op dezelfde dag wordt verricht, met uitzondering van de overuren die worden verricht op de vrije zaterdag in het stelsel van de 5 dagenweek;

2) voor de overuren die worden verricht tussen 22 en 6 uur;

3) voor de overuren die worden verricht op een zondag of feestdag.

Art. 16. Behalve indien de arbeider of arbeidster daags tevoren hiervan werd verwittigd, verstrekt de onderneming hem een maaltijd, of betaalt zij, bij ontstentenis ervan, een vergoeding van 2,75 EUR als hij zijn werk moet voortzetten buiten zijn normale arbeidstijd, zonder de mogelijkheid te hebben thuis te gaan eten.

HOOFDSTUK VI. - Jaarlijkse premie

Art. 17. De arbeiders en arbeidsters die ingeschreven zijn in de onderneming op 15 december zullen tussen 15 en 25 december een jaarlijkse eindejaarspremie ontvangen die gelijk is aan 160,33 uren (37-urenweek) van hun individueel loon (1) bij de eerste opening van de rekeningen van de maand november.

Hebben recht op de premie in verhouding tot hun arbeidsprestaties na drie maanden anciënniteit in de onderneming (2) :

- de arbeiders en arbeidsters die ingeschreven zijn op 15 december en die in de onderneming in dienst zijn getreden in de loop van het jaar;

- de arbeiders en arbeidsters die de onderneming hebben verlaten in de loop van het jaar, uitgezonderd om dringende reden.

Worden met effectieve arbeid gelijkgesteld :

- de jaarlijkse vakantie;

- de afwezigheden, behalve die wegens ziekte, die aanleiding hebben gegeven tot de betaling van loon;

- de periodes van arbeidsongeschiktheid in de zin van de wetgeving op de ziekte en invaliditeit, tot zes maanden maximum (bevallingsrust inbegrepen);

- de periodes van werkloosheid die aanleiding hebben gegeven tot de betaling van de dagelijkse uitkeringen voor bestaanszekerheid;

- de periodes van arbeidsongeschiktheid ten gevolge van arbeidsongevallen, tot één jaar.

Om het aantal uren te bepalen waarop de arbeiders en arbeidsters recht hebben naargelang hun arbeidsprestaties gedurende de referentieperiode gaande van 1 oktober van het vorig jaar tot 30 september van het lopend jaar, wordt als volgt tewerk gegaan :

vijfdagenweek :

gewerkte dagen + gelijkgestelde dagen van de periode x 160,33 u. =

52 x 5

Zesdagenweek :

gewerkte dagen + gelijkgestelde dagen van de periode x 160,33 u. =

52 x...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT