Akkoord inzake ziekengeld-, moederschaps- en overlijdensverzekering (begrafenisvergoeding), verzekering voor geneeskundige verzorging en invaliditeitsverzekering, ter uitvoering van het op 29 Augustus 1947 te 's-Gravenhage ondertekende verdrag tussen België en Nederland betreffende de toepassing der wederzijdse wetgeving op..., de 4 novembre 1957

TITEL I. - Algemene bepalingen.

Artikel 1. Voor de toepassing van dit Akkoord wordt verstaan onder :

  1. Verdrag : het tussen Nederland en België gesloten Verdrag betreffende de toepassing der wederzijdse wetgeving op het punt der sociale verzekering, ondertekend te 's-Gravenhage op 29 Augustus 1947;

  2. Belgische wetgeving : de wetgeving inzake de verplichte verzekering tegen ziekte en invaliditeit met uitzondering van de wetgeving betreffende de zeelieden ter koopvaardij;

  3. Nederlandse wetgeving :

    1. de wetgevingen inzake de verplichte ziekengeld- en ziekenfondsverzekering (uitkeringen in geld en geneeskundige verzorging) en de verplichte invaliditeitsverzekering, met uitzondering van de wetgeving betreffende de zeelieden ter koopvaardij;

    2. de regeling inzake ziekengeld- en ziekenfondsverzekering (uitkeringen in geld en geneeskundige verzorging) betreffende mijnwerkers en de met dezen gelijkgestelden;

  4. Rijksfonds : het Rijksfonds voor verzekering tegen ziekte en invaliditeit in België;

  5. Gemeenschappelijk Administratiekantoor : het Gemeenschappelijk Administratiekantoor te Amsterdam;

  6. Nederlands Centrum : het Nederlands Centrum voor de ziekenfondsverzekering (geneeskundige verzorging), aangewezen door de Ziekenfondsraad, voor de werknemers bedoeld in het Verdrag;

  7. Hulpkas : de Hulpkas voor ziekte- en invaliditeitsverzekering in België;

  8. Ziekenfondsen : de Algemene Ziekenfondsen in de zin van de Nederlandse wetgeving;

  9. Grensarbeiders : de Belgische en Nederlandse werknemers die, met behoud van hun woonplaats in het grensgebied van een der landen, waarheen zij in beginsel dagelijks terugkeren, in loondienst gaan werken in het grensgebied, langs de gemeenschappelijke grens van het andere land;

  10. Leden van het gezin of van het huishouden : de personen aan wie de verzekeringsorganen van het land van verblijf geneeskundige verzorging behoren te verlenen krachtens de in dat land geldende wetgeving.

    TITEL II. - Uitkeringen in geld.

    Afdeling 1. - Ziekengeldverzekering (daaronder begrepen de uitkeringen vóór en na de bevalling en de begrafenisvergoeding).

    Art. 2.

  11. Loonarbeiders en met dezen gelijkgestelden, die zich van Nederland naar België begeven, genieten, ten laste van de verzekeringsorganen van dit laatste land, uitkeringen in geld van de ziekteverzekering, indien :

    1. zij op het tijdstip waarop zij aan de Belgische wetgeving onderworpen worden, arbeidsgeschikt zijn; deze voorwaarde wordt geacht te zijn vervuld ten aanzien van de arbeiders die aantonen, dat zij in het tijdvak van een maand dat aan dat tijdstip voorafgaat, in Nederland daadwerkelijk arbeid in loondienst hebben verricht;

    2. zij in België binnen een termijn van een maand te rekenen van de datum van het einde der verzekering in Nederland af, arbeid in loondienst of daarmede gelijkgestelde arbeid hebben verricht; gecontroleerde onvrijwillige werkloosheid wordt gelijkgesteld met arbeid in loondienst;

    3. zij, wat de wachttijd betreft, de voorwaarden vervullen om deze uitkeringen van de Belgische wetgeving te genieten, waarbij rekening wordt gehouden met het verzekeringstijdvak in Nederland en met het tijdvak waarin zij aan de Belgische wetgeving onderworpen zijn.

  12. De bepalingen van de Belgische wetgeving, volgens welke de toekenning van uitkeringen afhankelijk is van een voorwaarde inzake de oorsprong van de aandoening zijn niet van toepassing op loonarbeiders en met dezen gelijkgestelden, die de voorwaarden bedoeld in het eerste lid van dit artikel vervullen.

    Art. 3.

  13. Loonarbeiders en met dezen gelijkgestelden, die zich van België naar Nederland begeven, genieten, ten laste van de verzekeringsorganen van dit laatste land, uitkeringen in geld van de ziekteverzekering, indien :

    1. zij bij de aanvang van hun Nederlandse verzekering arbeidsgeschikt zijn; deze voorwaarde wordt geacht te zijn vervuld ten aanzien van de arbeiders die aantonen, dat zij in het tijdvak van een maand dat aan die aanvang voorafgaat, in België daadwerkelijk arbeid in loondienst hebben verricht;

    2. zij in Nederland verzekeringsplichte arbeid in loondienst of daarmede gelijkgestelde arbeid hebben verricht; werkloosheid waarvoor krachtens de verplichte verzekering uitkering is verleend, wordt gelijkgesteld met arbeid in loondienst;

    3. zij, wanneer het gaat om uitkeringen bij moederschap, de wachttijd vervullen om de uitkeringen van de Nederlandse wetgeving te genieten, waarbij rekening wordt gehouden met het tijdvak waarin zij aan de Belgische wetgeving onderworpen zijn en met het verzekeringstijdvak in Nederland.

  14. De bepalingen van de Nederlandse wetgeving, volgens welke de toekenning van uitkeringen afhankelijk is van een voorwaarde inzake de geschiktheid tot werken in loondienst bij de aanvang van de verzekering zijn niet van toepassing op loonarbeiders die de voorwaarden bedoeld in het eerste lid van dit artikel vervullen.

    Art. 4. Voor de toepassing van de artikelen 2 en 3 :

    1. worden als tijdvakken van verzekering of van arbeid in loondienst of daarmede gelijkgestelde arbeid en als tijdvakken welke met tijdvakken van verzekering worden gelijkgesteld, in aanmerking genomen die welke als zodanig worden aangemerkt ingevolge de wetgeving van het land waar zij zijn vervuld;

    2. bepalen de organen van elk van de beide overeenkomstsluitende landen het recht op de uitkeringen overeenkomstig de voor die organen geldende wetgeving, waarbij rekening wordt gehouden met de bepaling neergelegd in artikel 5 van het Verdrag. Vastgesteld wordt evenwel, dat elke in Nederland betaalde weekpremie in België wordt aangemerkt als vijf dagen arbeid in loondienst of daarmede gelijkgestelde arbeid en omgekeerd.

    Art. 5. Onder voorbehoud, dat de voorwaarden bedoeld in de wetgeving van het land van de nieuwe plaats van tewerkstelling, zonodig met toepassing van artikel 5 van het verdrag, zijn vervuld, komen de uitkeringen in geld van de moederschapsverzekering ten laste van het orgaan van de regeling waaraan de verzekerde op de dag van de bevalling is onderworpen.

    Afdeling 2. - Invaliditeitsverzekering.

    Art. 6. Loonarbeiders en met dezen gelijkgestelden, die zich van Nederland naar België hebben begeven, genieten invaliditeitsvergoedingen krachtens de Belgische wetgeving onder de bij die wetgeving bepaalde voorwaarden, mits :

  15. zij hun rechten op vergoeding voor primaire ongeschiktheid volledig hebben genoten;

  16. zij sedert tenminste één jaar aan de Belgische wetgeving onderworpen zijn, indien de aandoening bestond op het tijdstip van opname in de verzekering.

    Art. 7. Loonarbeiders en met dezen gelijkgestelden, die zich van België naar Nederland hebben begeven, genieten een invaliditeitsrente krachtens de Nederlandse wetgeving onder de bij de wetgeving bepaalde voorwaarden.

    Art. 8. Voor de toepassing van de artikelen 6 en 7 bepalen de organen van elk der overeenkomstsluitende landen het recht op de uitkeringen overeenkomstig de voor die organen geldende wetgeving, waarbij rekening wordt gehouden met de bepaling neergelegd in artikel 5 van het Verdrag. Vastgesteld wordt evenwel, dat elke in Nederland betaalde weekpremie in België wordt aangemerkt als vijf dagen arbeid in loondienst of daarmede gelijkgestelde arbeid en omgekeerd.

    Art. 9. Wanneer de verzekerde niet de voorwaarden vervult voor de toepassing van een invaliditeitspensioen krachtens de bijzondere wetgeving betreffende de mijnwerkers van beide landen, worden de uitkeringen in geld van de invaliditeitsverzekering bepaald naar gelang van het geval : in België overeenkomstig de artikelen 6 en 8, en, in Nederland, overeenkomstig de artikelen 7 en 8.

    Art. 10. Een invaliditeitsrente (invaliditeitspensioen) of een invaliditeitsvergoeding wordt in voorkomend geval omgezet in een ouderdomsrente onder de voorwaarden geregeld bij de wetgeving krachtens welke zij werd toegekend.

    Afdeling 2a. - Samenloop van ziekte- en invaliditeitsuitkeringen bij toeneming van arbeidsongeschiktheid.

    Art. 10a. Voor de toepassing van deze afdeling wordt verstaan onder :

    1. ziekteuitkering :

      - voor België : de uitkering voor primaire ongeschiktheid;

      - voor Nederland : het ziekengeld;

    2. invaliditeitsuitkering :

      - voor België : de invaliditeitsuitkering;

      - voor Nederland : de arbeidsongeschiktheidsuitkering.

      Art. 10b. Ingeval een werknemer die ziekte- of invaliditeitsuitkering van één van beide landen geniet, verzekerd is ingevolge de wetgeving inzake ziekte- en invaliditeitsverzekering van het andere land, zijn bij toeneming van de arbeidsongeschiktheid de volgende bepalingen van toepassing :

    3. Indien de werknemer voldoet aan de in de wetgeving van het land waar hij laatstelijk verzekerd is, gestelde voorwaarden voor het ingaan van het recht op ziekte- en vervolgens op invaliditeitsuitkering, verleent het...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT