26 MEI 2011. - Koninklijk besluit tot oprichting van het Overlegcomité inzake collectief beheer van auteursrechten en naburige rechten

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de Grondwet, artikel 108;

Gelet op de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten, artikel 78ter, ingevoegd bij de wet van 10 december 2009;

Gelet op de wet van 10 december 2009 tot wijziging van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten wat het statuut van en de controle op de vennootschappen voor het beheer van de rechten betreft, artikel 45;

Gelet op het advies nr. 49.436/2 van de Raad van State, gegeven op 18 april 2011, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister voor Ondernemen,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

HOOFDSTUK I. - Definities

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

  1. de wet : de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten;

  2. het Overlegcomité : het Overlegcomité inzake collectief beheer van auteursrechten en naburige rechten, opgericht bij de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie overeenkomstig artikel 78ter van de wet;

  3. de minister : de Minister die het Auteursrecht tot zijn bevoegdheid heeft.

    HOOFDSTUK II. - Samenstelling en beraadslaging

    Art. 2. § 1. Het Overlegcomité omvat :

  4. maximum twee afgevaardigden per beheersvennootschap die overeenkomstig de artikelen 67 en 72 van de wet vergund is om haar activiteiten op het Belgische grondgebied uit te oefenen;

  5. maximum twee afgevaardigden per organisatie die :

    - de debiteuren van de rechten vertegenwoordigt; en

    - representatief is; en

    - door de minister is aangewezen.

  6. maximum twee afgevaardigden per organisatie die :

    - de consumenten vertegenwoordigt; en

    - representatief is; en

    - door de minister is aangewezen.

  7. maximum drie afgevaardigden van het Instituut der bedrijfsrevisoren;

  8. maximum drie afgevaardigden van de Commissie voor de Boekhoudkundige Normen.

    § 2. De in § 1, 2° en 3° vermelde organisaties kunnen slechts deelnemen aan de vergaderingen van het Overlegcomité die als onderwerp de bespreking van de uitvoeringsmaatregelen bedoeld in artikel 66bis van de wet hebben.

    Art. 3. § 1. Het Overlegcomité wordt voorgezeten door een vertegenwoordiger van de minister.

    § 2. Overeenkomstig de artikelen 65ter, 65quater, 66bis en 66ter van de wet stelt de voorzitter de agenda van de vergadering op. De uitnodiging en de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT