Wet betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten. (NOTA : art. 15 gewijzigd met ingang op een onbepaalde datum bij W 2003-12-22/42, art. 396, 010;, de 24 décembre 1993

BOEK I. - De overheidsopdrachten.

TITEL I. - Algemene beginselen.

Artikel 1. § 1. De overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten in naam van de aanbestedende overheden bedoeld in artikel 4 worden gegund na mededinging en op een forfaitaire grondslag, volgens de wijzen bepaald in titel II van dit boek doch onder voorbehoud van wat in § 1 van dit artikel en in artikel 2 voorzien is.

De Koning legt de inrichting vast van de in lid 1 bedoelde gunningsprocedures evenals de algemene uitvoeringsregels voor de overheidsopdrachten.

§ 2. Onder voorbehoud van wat is voorzien (in het tweede lid van dit artikel en in artikel 63) is deze wet niet van toepassing op de opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten van de overheidsbedrijven, wanneer deze opdrachten geen betrekking hebben op de taken van openbare dienst van vermelde overheidsbedrijven in de zin van een wet, een decreet of een ordonnantie.

(De titels II en III van boek I van deze wet zijn alleszins van toepassing op de opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten die geen betrekking hebben op de taken van openbare dienst van de overheidsbedrijven in de zin van een wet, een decreet of een ordonnantie wanneer die opdrachten onderworpen zijn aan verplichtingen die voortvloeien uit de Europese richtlijnen of een internationale akte inzake overheidsopdrachten.)

§ 3. De concessies van openbare werken, de overheidsopdrachten en de opdrachten voor aanneming van werken van concessiehouders van openbare werken zijn onderworpen aan de bepalingen van titel III van dit boek.

Art. 2. In de sectoren water, energie, vervoer en (postdiensten), worden de opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten van de aanbestedende overheden bedoeld in artikel 26 gegund na mededinging en op forfaitaire basis, volgens de wijzen voorzien in titel IV van dit boek.

De Koning legt de inrichting vast van de in het eerste lid bedoelde gunningsprocedures. Hij kan de bepalingen van de algemene uitvoeringsregels voor de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten geheel of gedeeltelijk van toepassing maken op de uitvoering van de overheidsopdrachten van de aanbestedende overheden of op sommige ervan.

Art. 3. § 1. Vallen niet onder de toepassing van de bepalingen van deze wet, de overheidsopdrachten die onder andere procedurevoorschriften vallen en die gegund worden krachtens :

  1. een internationaal akkoord, gesloten in overeenstemming met het (Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap), tussen België en één of meerdere derde landen buiten de Europese Gemeenschap dat handelt over werken, leveringen of diensten bestemd voor de verwezenlijking of de gemeenschappelijke uitbating van een bouwwerk door de ondertekenende Staten;

  2. een internationaal akkoord gesloten in verband met de legering van strijdkrachten en betreffende ondernemingen van een Lid-Staat of een derde land;

  3. de specifieke procedure van een internationale instelling.

    § 2. Vallen niet onder de toepassing van de bepalingen van deze wet de diensten in de zin van artikel 5 die toegewezen worden aan een aanbestedende overheid bedoeld in artikel 4, § 1 en § 2, 1° tot 8° en 10°, op basis van een uitsluitend recht dat ze uit hoofde van bekendgemaakte wettelijke of reglementaire bepalingen geniet en die verenigbaar zijn met het (verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap).

    § 3. (De Koning kan bepaalde overheidsopdrachten voor aanneming van leveringen en diensten waarop artikel 296, § 1, b, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap van toepassing is, onderwerpen aan gewijzigde gunningswijzen en algemene uitvoeringsregels.)

    (§ 4. Vallen niet onder de toepassing van de bepalingen van deze wet, met uitzondering van artikel 6, de overheidsopdrachten voor aanneming van leveringen en van diensten waarop artikel 296, § 1, b, van het Verdrag tot inrichting van de Europese Gemeenschap van toepassing is en die door de minister of de autoriteit die hij daarvoor mandateert te plaatsen zijn in het kader van een internationale samenwerking (van welke aard ze ook is) die voor het merendeel lidstaten van de Europese Unie of van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie samenbrengt. De Koning bepaalt de controlemodaliteiten waaraan deze opdrachten onderworpen zijn.)

    TITEL II. - Overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten.

    HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied en algemene bepalingen.

    Art. 4. § 1. De bepalingen van titels I, II, III en V van het eerste boek van deze wet zijn van toepassing op de Staat, de Gemeenschappen, de Gewesten, de provincies, de gemeenten, alsmede de verenigingen gevormd door een of meerdere van deze.

    § 2. Deze bepalingen zijn eveneens van toepassing op :

  4. de organismen van openbaar nut;

  5. de publiekrechtelijke verenigingen;

  6. de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;

  7. (de besturen die belast zijn met het beheer van de temporaliën van de erkende erediensten en de instellingen die belast zijn met het beheer van de materiële en financiële belangen van de erkende niet-confessionele levensbeschouwelijke gemeenschappen.)

  8. de gewestelijke ontwikkelingsmaatschappijen;

  9. de polders en wateringen;

  10. de ruilverkavelingscomités;

  11. de rechtspersonen die op de datum van de beslissing om tot een opdracht over te gaan :

    - opgericht zijn met het specifieke doel te voorzien in behoeften van algemeen belang die niet van industriële of commerciële aard zijn, en

    - rechtspersoonlijkheid hebben, en

    waarvan

    * ofwel de werkzaamheden in hoofdzaak gefinancierd worden door de overheden of instellingen vermeld in § 1 en § 2, 1° tot 8°;

    * ofwel het beheer onderworpen is aan toezicht van die overheden of instellingen;

    * ofwel de leden van de directie, van de raad van bestuur of van de raad van toezicht voor meer dan de helft door die overheden of instellingen zijn aangewezen.

    Deze bepaling is niet van toepassing op de private rechtspersonen waarvan sprake in § 4 van dit artikel.

  12. de privaatrechtelijke universitaire instellingen, voor die opdrachten welke gesubsidieerd worden door de overheid;

  13. de verenigingen gevormd door een of meerdere aanbestedende overheden bedoeld in § 1 en § 2, 1° tot 8°.

    § 3. Een niet-limitatieve lijst van de instellingen van openbaar nut bedoeld in § 2, 1° en van de personen bedoeld in § 2, 8°, wordt door de Koning opgesteld.

    § 4. De Koning kan de bepalingen van de wet of sommige ervan van toepassing maken op de opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten gegund door privaatrechtelijke personen die hiertoe subsidies genieten van de rechtspersonen bedoeld in § 1 en § 2.

    § 5. De Koning kan elke bestaande wettekst in overeenstemming brengen met deze wet.

    Art. 5. In de zin van deze titel verstaat men onder :

    - overheidsopdracht voor aanneming van werken : de overeenkomst onder bezwarende titel gesloten tussen een aannemer enerzijds en een aanbestedende overheid anderzijds, en die betrekking heeft :

    * hetzij op de uitvoering, hetzij op de uitvoering samen met het ontwerp van werken in verband met de in bijlage 1 vermelde werkzaamheden of van een werk;

    * hetzij op het laten uitvoeren, met welke middelen ook, van een werk dat aan de door de aanbestedende vastgestelde eisen voldoet.

    Het werk is het resultaat van een geheel van bouwwerkzaamheden of van wegenbouwkundige werken dat ertoe bestemd is als zodanig een economische of technische functie te vervullen.

    De Koning past de bijlage 1 bij deze wet aan volgens de door de Commissie van de Europese Gemeenschappen aangebrachte wijzigingen in de lijst van de beroepswerkzaamheden gebaseerd op de algemene systematische bedrijfsindeling waarvan sprake in deze bijlage.

    - overheidsopdracht voor aanneming van leveringen : de overeenkomst onder bezwarende titel gesloten tussen een leverancier enerzijds en een aanbestedende overheid anderzijds, en die betrekking heeft op de verwerving door koop- of aannemingsovereenkomst, huur, huurkoop of leasing met of zonder aankoopoptie van produkten. Deze overeenkomst mag bijkomend werken van aanleg en laatsing bevatten;

    - overheidsopdracht voor aanneming van diensten : de overeenkomst onder bezwarende titel gesloten tussen een dienstenverlener enerzijds en een aanbestedende overheid anderzijds, en die betrekking heeft op in bijlage 2 bij deze wet vermelde diensten.

    De Koning past de bijlage 2 bij deze wet aan volgens de door de Commissie van de Europese Gemeenschappen aangebrachte wijzigingen aan de diensten bedoeld in deze bijlage.

    (Een overheidsopdracht kan meerdere voorwerpen hebben die tezelfdertijd betrekking kunnen hebben op werken, leveringen en diensten.)

    Art. 6. Ieder Minister kan, binnen de grenzen van zijn bevoegdheid, de beslissingen nemen inzake het gunnen en uitvoeren van opdrachten voor rekening van de Staat en van de instellingen die onder zijn hiërarchisch gezag staan.

    (...)

    Voor de andere publiekrechtelijke personen dan deze bedoeld in het eerste lid worden de bevoegdheden toegekend aan de Minister voor het gunnen en uitvoeren van opdrachten, waarvan sprake in dit lid, uitgeoefend door de overheden en organen bevoegd krachtens de bepalingen van een wet, een decreet, een ordonnantie, een reglement of statuut.

    De bevoegdheden toegekend krachtens de leden 1 en 2 van dit artikel kunnen, voor de bevoegde overheden en organen bedoeld in deze leden, die onder de bevoegdheid van de Staat vallen, overgedragen worden binnen de grenzen vastgesteld door de Koning, behalve wanneer een bijzondere wettelijke bepaling deze delegatie regelt.

    Art. 7. § 1. De forfaitaire grondslag van de overheidsopdrachten is geen belemmering voor de herziening van de prijzen uit hoofde van bepaalde economische of sociale factoren op voorwaarde dat deze herziening in het bestek of in de overeenkomst voorzien is.

    De herziening moet tegemoet komen aan de prijsevolutie van de bijzondere componenten van de kostprijs, overeenkomstig de door de Koning te voorziene modaliteiten.

    Wanneer de aannemer...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT