Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse gemeenschap, de Duitstalige gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende de organisatie en financiering van de ouderstage, zoals vastgelegd in de wet betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van..., de 13 décembre 2006

HOOFDSTUK I. - Inleidende bepaling.

Artikel 1. Dit samenwerkingsakkoord heeft betrekking op de ouderstage zoals bepaald in de artikelen 29bis en 45bis van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade, zoals gewijzigd bij de wetten van 15 mei 2006 en 13 juni 2006.

HOOFDSTUK II. - Organisatie van de ouderstage.

Art. 2. De ouderstage wordt uitsluitend georganiseerd door de Gemeenschappen of door de diensten die door de Gemeenschappen worden aangewezen. Elke Minister van een Gemeenschap of van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie die bevoegd is voor de jeugdbescherming deelt aan de minister van Justitie mee welke diensten belast zijn met de uitvoering van de ouderstage.

De Gemeenschappen verbinden zich ertoe om de gerechtelijke beslissingen inzake ouderstage uit te voeren, wanneer de taal van de procedure overeenstemt met deze van de betrokken gemeenschap. Niettemin, wanneer de taal van de procedure verschilt van de taal van de ouders, mogen de diensten die afhangen van de Gemeenschap waarvan de referentietaal deze van de ouders is, niet weigeren de ouderstage uit te voeren in deze referentietaal als de enige reden de taal van de procedure is, en dit voor zover de ouder een familiale, sociale, culturele of educatieve band heeft met deze gemeenschap, en dit in het hoger belang van de jongere.

Art. 3. De ouderstage heeft als finaliteit het inzicht van de personen die het ouderlijk gezag uitoefenen over de minderjarige in het delictplegende gedrag van de minderjarige te verhogen, hen via begeleiding te wijzen op hun verplichtingen als verantwoordelijken voor de opvoeding van hun kinderen en hun verantwoordelijkheidsgevoel te stimuleren. De ouderstage dient ingegeven te zijn door een motiverende aanpak die elke stigmatisering tegengaat.

De ouderstage kent een geïndividualiseerde en een collectieve fase. Het nazorgtraject wordt individueel of collectief uitgebouwd.

De dossierbehandeling van de ouderstage omvat gemiddeld 50 uur en hierin is telkens minimaal voorbereiding, contact met de aan de ouderstage onderworpen persoon en rapportering vervat. Het contact met de aan de ouderstage onderworpen persoon omvat minstens 30 uur.

Naast de uitvoering van de ouderstage realiseren de diensten tevens een methodiekontwikkeling en een intervisie.

Elke Minister van een Gemeenschap of van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie die bevoegd is voor de jeugdbescherming maakt het uitgewerkte programma van de ouderstage en elke latere wijziging ervan ter informatie over aan de minister van Justitie. Dit programma verzekert dat alle diensten op een gelijkaardige wijze invulling geven aan de ouderstage. Dit belet evenwel niet dat de Gemeenschappen een eigen methodiek hanteren bij de invulling van de ouderstage. De methodologie uitgewerkt door elke Minister van een Gemeenschap of van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie die bevoegd is voor de jeugdbescherming, wordt ter informatie aan de Minister van Justitie meegedeeld.

De organiserende diensten vervullen meer bepaald de hiernavolgende taken :

- organiseren van de ouderstage.

Minimaal komt hierin als inhoud aan bod :

- pedagogische vaardigheden en probleemoplossing;

- opvoedingsverantwoordelijkheid;

- strafrechtelijke verantwoordelijkheid;

- burgerrechtelijke verantwoordelijkheid.

- de bevoegde gerechtelijke overheden informeren over het opstarten van de ouderstage;

- bij het beëindigen van de ouderstage, opstellen van een verslag ten behoeve van de bevoegde gerechtelijke overheden. Het verslag wordt samen met de ouders besproken. Deze laatsten worden ertoe uitgenodigd om hun bedenkingen te formuleren, die bij het verslag worden gevoegd;

- opstellen van een jaarlijks werkingsverslag met een specifiek deel over kwantitatieve en kwalitatieve gegevens inzake de georganiseerde stages. Dit jaarlijks werkingsverslag wordt opgesteld op basis van een...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT