22 APRIL 2010. - Ordonnantie « houdende het statuut van de reisagentschappen » (nr. A-72/1 en 2 - 2009/2010) (1)

Artikel 1. § 1. Onderhavig ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.

§ 2. In onderhavige tekst verstaat men onder :

  1. richtlijn : de Richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties, evenals haar latere wijzigingen;

  2. reisagentschap : rechts- of natuurlijke persoon die een winstgevende activiteit uitoefent die erin bestaat hetzij reizen of verblijven tegen forfait te organiseren en te verkopen die met name logies omvatten, hetzij, als tussenpersoon, dergelijke reizen of verblijven, vervoerbewijzen, logies- of maaltijdbonnen te verkopen;

  3. dienstenverlener : elk reisagentschap dat, op tijdelijke en incidentele wijze, diensten verleent op het door onderhavige ordonnantie gedekt grondgebied, waarbij het gaat over :

    - het zij een reisagentschap dat wettelijk gevestigd is in een andere lidstaat van de Europese Unie dan België of van de Europese Vrijhandelsassociatie vanaf het moment dat de richtlijn van toepassing is op deze Staten, waar de activiteit van reisagentschap is gereglementeerd;

    - het zij een reisagentschap dat wettelijk gevestigd is in een andere lidstaat van de Europese Unie dan België of van de Europese Vrijhandelsassociatie vanaf het moment dat de richtlijn van toepassing is op deze Staten, waar de activiteit van reisagentschap niet is gereglementeerd en dat in die Staat de activiteit van reisagentschap heeft uitgeoefend gedurende ten minste twee jaar tijdens de tien jaar die voorafgaan aan de dienstverlening;

  4. aangetekende zending : ter post aangetekende brief of elk ander communicatiemiddel bedoeld door artikel 2281 van het Burgerlijk Wetboek zoals fax of e-mail, op voorwaarde dat er een ontvangstbewijs aan de verzender gestuurd wordt.

    Art. 2. § 1. Niemand mag de in artikel 1, § 2, 2° bedoelde activiteit van reisagentschap uitoefenen als hij het niet doet als hoofdbezigheid, bestendig en met een vergunning.

    § 2. Moeten eveneens toegelaten worden om de in artikel 1, § 2, 2° bepaalde activiteit uit te oefenen :

  5. de exploitanten van touringbussen, van het spoorweg-, luchtvaart- of binnenvaarttransport die de activiteit niet in hoofdberoep en op permanente wijze uitoefenen;

  6. de personen die, in het kader van hun opleidingsopdracht of in het kader van hun activiteiten binnen de domeinen van de jeugdanimatie, sport, cultuur, sociale bijstand, gezondheid of volwassenenanimatie, de activiteit niet in hoofdberoep en op permanente wijze uitoefenen.

    § 3. § 1 is niet van toepassing op :

  7. de dienstverleners zoals omschreven in artikel 1, § 2, 3° van onderhavige ordonnantie;

  8. het Office de Promotion du Tourisme de Wallonie et de Bruxelles en Toerisme Vlaanderen;

  9. Brussels International - Tourism & Congress;

  10. de jeugdorganisaties erkend door de Franse Gemeenschap en aan de jeugdorganisaties erkend of aanvaard door de Vlaamse Gemeenschap, bepaald door de Regering, die reizen en verblijven organiseren en verkopen aan hun aangesloten leden.

    Art. 3. § 1. Wanneer de dienstenverlener zich voor de eerste keer verplaatst van een andere lidstaat van de Europese Unie dan België of van de Europese Vrijhandelsassociatie zodra de richtlijn van toepassing zal zijn op deze Staten, naar het grondgebied waarop onderhavige ordonnantie van toepassing is om er diensten te verlenen, moet hij de door de Regering aangestelde ambtenaar inlichten met een voorafgaande schriftelijke verklaring die informatie bevat over de dekking door verzekeringen en andere middelen van persoonlijke of collectieve bescherming met betrekking tot de beroepsaansprakelijkheid, zoals omschreven door de Regering. Deze verklaring kan met alle middelen bezorgd worden.

    Deze verklaring moet worden hernieuwd voor elk jaar dat de dienstenverlener op voornoemd grondgebied zijn activiteit op tijdelijke en/of occasionele basis uitoefent.

    Bij de eerste dienstverlening of in geval van wijziging van materiaal ten opzichte van de door de documenten vastgestelde situatie, gaat deze verklaring bovendien vergezeld van de volgende documenten :

  11. een bewijs van de nationaliteit van de dienstenverlener;

  12. een attest dat aantoont dat de dienstenverlener wettelijk is gevestigd in zijn Staat van herkomst om er de activiteiten van reisbureau uit te oefenen en dat voor hem geen uitoefeningsverbod geldt, zelfs tijdelijk, indien zo'n attest is afgeleverd;

  13. een bewijs van de beroepskwalificaties;

  14. indien het beroep niet gereglementeerd is in zijn Staat van herkomst, het bewijs, met elk rechtsmiddel, dat de dienstenverlener de activiteit van reisbureau heeft uitgeoefend gedurende ten minste twee jaar tijdens de laatste tien jaar.

    Deze verklaring dient ter informatie naar de door de Regering aangeduide ambtenaar te worden gestuurd, binnen de 15 dagen die volgen op de eerste verplaatsing naar het grondgebied waarop onderhavige ordonnantie van toepassing is.

    § 2. De dienstenverlener van een lidstaat van de Europese Unie of van de Europese Vrijhandelsassociatie moet zodra de richtlijn van toepassing zal zijn op deze landen bovendien aan de bestemmeling van zijn dienstverlening de volgende informatie verstrekken :

  15. het inschrijvingsnummer van de onderneming of elk ander gelijkwaardig identificatiemiddel;

  16. ingeval de activiteit onderworpen is aan een vergunningsstelsel in zijn Staat van herkomst, de gegevens van de bevoegde controle-overheid van die Staat;

  17. elke beroepsorganisatie of gelijksoortige organisatie waarbij de dienstenverlener is ingeschreven, evenals zijn gegevens;

  18. de beroepstitel, of indien zo'n titel niet bestaat, de opleidingstitel van de dienstenverlener van de Staat waar hij werd toegekend;

  19. informatie betreffende de dekking door verzekeringen of andere middelen van persoonlijke of collectieve bescherming op het vlak van de beroepsaansprakelijkheid.

    Art. 4. § 1. Niemand mag, onder welke vorm ook, de titel van reisagent of de benaming van reisagentschap of een soortgelijke titel of benaming gebruiken indien hij geen houder is van een vergunning afgegeven overeenkomstig artikel 2, § 1 of § 2, 1°.

    De ingezetenen van de andere Staten die zijn gemachtigd om het beroep van touroperator uit te oefenen, dragen de beroepstitel die van kracht is op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

    § 2. De dienstverlener van een lidstaat van de Europese Unie of van de Europese Vrijhandelsassociatie oefent zodra de richtlijn van toepassing zal...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT