Ordonnantie houdende de Brusselse Huisvestingscode., de 17 juillet 2003

TITEL I. - ALGEMENE BEPALINGEN.

Artikel 1. Deze ordonnantie, hierna " Brusselse Huisvestingscode " genoemd, regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.

Art. 2. Voor de toepassing van deze ordonnantie wordt verstaan onder :

  1. Code : de Brusselse Huisvestingscode;

  2. de Regering : de Brusselse Hoofdstedelijke Regering;

  3. de Minister : de Minister of Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting;

  4. openbaar vastgoedbeheerder : een gemeente, een O.C.M.W., een autonome gemeentelijke regie, de Grondregie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij (BGHM), een Openbare Vastgoedmaatschappij (OVM), het Woningfonds van de Gezinnen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

  5. verhuurder : de eigenaar, de mede-eigenaar, de vruchtgebruiker, de houder van een zakelijk recht of de huurder die de woning onderverhuurt;

  6. gezin : de persoon of het geheel van al dan niet verwante personen die in dezelfde woning plegen samen te wonen;

  7. conformiteitsbewijs : bewijs dat aan de verhuurder op diens verzoek wordt uitgereikt om vast te stellen dat de desbetreffende te huur gestelde woning beantwoordt aan de eisen inzake veiligheid, gezondheid en uitrusting;

  8. conformiteitsattest : attest dat aan de verhuurder moet worden uitgereikt om vast te stellen dat de desbetreffende te huur gestelde woning beantwoordt aan de verplichtingen inzake veiligheid, gezondheid en uitrusting;

  9. conformiteitscontroleattest : attest dat aan de verhuurder moet worden uitgereikt om vast te stellen dat de woning die voorheen in overtreding van de verplichtingen inzake veiligheid, gezondheid en uitrusting te huur werd gesteld, nu wel aan deze verplichtingen beantwoordt;

  10. openbaar beheersrecht : het recht van een openbare vastgoedbeheerder om een verlaten of leegstaand gebouw te beheren, of een gebouw waaraan binnen de door de Regering gestelde termijnen geen renovatie- of verbeteringswerken zijn uitgevoerd om het te huur te stellen, nadat de houder van zakelijk rechten op dit goed het schriftelijke aanbod geweigerd heeft om de desbetreffende woning tegen een voorgesteld huurgeld te verhuren;

  11. gemeubelde woning : het gebouw of het deel van het gebouw dat volledig of gedeeltelijk van huisraad is voorzien, bestemd om door de huurder alleen of in gemeenschap met andere bewoners van het gebouw dat bestemd is voor verhuring bewoond te worden, ongeacht of het goed gehuurd wordt krachtens een huurovereenkomst of twee afzonderlijke overeenkomsten die respectievelijk het gebouw en de huisraad betreffen;

  12. kleine woning : de woning waarvan de bewoonbare oppervlakte niet groter is dan 28 vierkante meter. Onder bewoonbare oppervlakte verstaat men, de nuttige oppervlakte van de woonvertrekken gemeten tussen de binnenwanden die een vertrek, een deel van een vertrek of binnenruimte begrenzen, met uitsluiting van trappen, sanitaire ruimten en gemeenschappelijke ruimten voor meerdere woningen samen.

    (13° instellingen bevoegd inzake huisvesting : de entiteiten bedoeld in Titel IV van deze Code;

  13. OVM : openbare vastgoedmaatschappij : elke door de BGHM erkende rechtspersoon die als opdracht heeft sociale woningen te verwezenlijken en ter beschikking te stellen en het Gewest als aandeelhouder heeft;

  14. BGHM : de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij, instelling van openbaar nut van categorie B;

  15. het Fonds : het Woningfonds van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

  16. SVK : sociaal verhuurkantoor : de door de Regering erkende rechtspersoon die als opdracht heeft toegang tot een huurwoning mogelijk te aken voor personen die hierbij moeilijkheden ondervinden;

  17. de GOMB : de Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

  18. maatschappelijke baten van de OVM's : het batig saldo tussen de jaarlijkse totale reële huurprijzen van de OVM's en de jaarlijkse totale basishuurprijzen;

  19. sociaal tekort van de OVM's : het negatieve saldo tussen de jaarlijkse totale reële huurprijs van de OVM's en de jaarlijkse totale basishuurprijs;

  20. vastgoedpromotor : de persoon die op eigen juridische en financiële verantwoordelijkheid operaties doorvoert en coördineert die noodzakelijk zijn voor de verwezenlijking van een vastgoedproject, dat hij zelf heeft ontworpen om er de eigendom van af te staan;

  21. verkaveling : het goed dat in twee of meer kavels wordt opgedeeld om er woningen op te richten;

  22. federaties van OVM's : de verenigingen van openbare vastgoedmaatschappijen die de Regering als zodanig erkend heeft;

  23. sociale woning : het goed dat door de BGHM en de OVM's verhuurd wordt aan personen met een bescheiden inkomen en waarvan de berekeningswijze van de huurprijs door de Regering vastgesteld wordt;

  24. middelgrote woning : het onroerend goed dat als hoofdverlijfplaats wordt verhuurd, vervreemd of verkocht aan een gezien waarvan het totale inkomen niet meer bedraagt dan een welbepaald bedrag dat door de Regering wordt vastgesteld;

  25. transitwoning : de woning bestemd voor een specifieke doelgroep die sociale begeleiding krijgt en dit niet langer dan achttien maanden bewoond mag worden.)

    TITEL II. - HET RECHT OP HUISVESTING.

    Art. 3. Iedereen heeft recht op een behoorlijke woning. Daartoe strekken de onderstaande bepalingen ertoe iedereen toegang te waarborgen tot een woning die beantwoordt aan de minimale vereisten inzake veiligheid, gezondheid en uitrusting, binnen de voorwaarden gesteld door deze Code.

    TITEL III. - DE INSTRUMENTEN VAN HET HUISVESTINGSBELEID.

    HOOFDSTUK I. - Verplichtingen inzake veiligheid, gezondheid en uitrusting van de woningen.

    Art. 4. § 1. Onverminderd artikel 2 van afdeling 2, hoofdstuk 2, Titel VIII, Boek III van het Burgerlijk Wetboek en de uitvoeringsbesluiten hiervan, moeten de woningen voldoen aan de onderstaande verplichtingen :

  26. de verplichte elementaire veiligheid, die minimale normen omvat met betrekking tot de stabiliteit van het gebouw, de elektriciteit, het gas, de verwarming en de riolering;

  27. de verplichte elementaire gezondheid, die minimale normen omvat met betrekking tot de vochtigheid, de giftigheid van de materialen, de parasieten, de verlichting, de verluchting, alsook de vorm van het gebouw inzake minimale oppervlakte, hoogte van de vertrekken en toegang tot de woning;

  28. de verplichte elementaire uitrusting, die minimale normen omvat met betrekking tot het koud water, het warm water, de sanitaire installaties, de elektrische installatie, de verwarming, alsook de vereiste vooruitrusting waarop uitrustingen aangesloten kunnen worden om te koken.

    Onverminderd artikel 135, § 2, van de nieuwe gemeentewet, stelt de Regering de inhoud van deze verschillende verplichtingen vast.

    § 2. De Regering kan aanvullende of specifieke verplichtingen vaststellen voor sommige categorieën van woningen, onverminderd de voorschriften in afdeling 2, hoofdstuk II, Titel VIII, Boek III van het Burgerlijk Wetboek en de uitvoeringsbesluiten hiervan.

    § 3. In het jaar dat volgt op de vernieuwing van de Raad, legt de Regering de Raad een rapport voor met de evaluatie van de verplichtingen die ze heeft opgelegd en van de toepassing van de artikelen 4 tot 17.

    Art. 5. § 1. Niemand mag een woning te huur stellen die niet voldoet aan de verplichtingen inzake veiligheid, gezondheid en uitrusting bedoeld in artikel 4, op straffe van de sancties vermeld in de artikelen 14 en 15.

    § 2. Indien een huurovereenkomst wordt gesloten waarin de huurder zich verbindt tot het uitvoeren van renovatiewerken, met toepassing van artikel 8 van de wet van 20 februari 1991 houdende wijziging van de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek inzake huishuur, kan er van de bepalingen van § 1 worden afgeweken voor de voorziene duur van de renovatiewerken, met een maximum van acht maanden aanvangend op de datum van het sluiten van de volgens de regels geregistreerde huurovereenkomst.

    In voorkomend geval wordt de renovatiehuurovereenkomst, de datum van het sluiten van de overeenkomst en de voorziene duur voor de uitvoering van de werken dooide huurder aan de Gewestelijke Inspectiedienst medegedeeld door de verhuurder.

    Art. 6. Iedere persoon die een woning verhuurt of wenst te verhuren, kan bij de Gewestelijke Inspectiedienst een conformiteitsbewijs aanvragen, waarvan het model wordt vastgesteld door de Regering en dat stelt dat de te huur gestelde woning beantwoordt aan de in artikel 4 bedoelde verplichtingen inzake veiligheid, gezondheid en uitrusting. Wanneer hem het conformiteitsbewijs wordt afgegeven, bezorgt de verhuurder hiervan een afschrift aan de huurder of kandidaat-huurder. Op verzoek van de verhuurder, kan het conformiteitsbewijs aangevuld worden met een omschrijving van de woning volgens een model en de criteria bepaald door de Regering.

    Art. 7. § 1. Gemeubelde woningen en kleine woningen mogen slechts te huur gesteld worden nadat van de Gewestelijke Inspectiedienst een conformiteitsattest is verkregen, waarvan het model wordt vastgesteld door de Regering. Het conformiteitsattest moet aangeven dat de desbetreffende woning beantwoordt aan de verplichtingen inzake veiligheid, gezondheid en uitrusting bedoeld in artikel 4. Wanneer hem het conformiteitsattest wordt afgegeven, bezorgt de verhuurder hiervan een afschrift aan de huurder of kandidaat-huurder.

    Om het conformiteitsattest te verkrijgen, overhandigt de verhuurder aan de Gewestelijke Inspectiedienst een formulier waarvan het model door de Regering wordt vastgesteld, samen met een voor waar en nauwkeurig verklaarde verklaring, en dat stelt dat de te huur gestelde woning beantwoordt aan de verplichtingen inzake veiligheid, gezondheid en uitrusting bedoeld in artikel 4.

    § 2. Het conformiteitsattest wordt opgemaakt voor een duur van zes jaar.

    § 3. Voor de woningen die op de dag van de inwerkingtreding van liet besluit van de Regering houdende organisatie van de Gewestelijke Inspectiedienst overeenkomstig de bepalingen van, artikel 8 reeds verhuurd zijn, beschikt de verhuurder over een termijn van twee...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT