Ordonnantie betreffende de specifieke gemeentelijke bestuursvormen en de samenwerking tussen gemeenten, de 5 juillet 2018

TITEL 1. - Algemeen

Artikel 1. Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.

TITEL 2. - De gemeentebedrijven

HOOFDSTUK 1. - De gewone gemeentebedrijven

Art. 2. Gemeentelijke instellingen en diensten kunnen worden georganiseerd als gemeentebedrijf en beheerd worden buiten de algemene diensten van de gemeente.

Art. 3. De gemeentebedrijven worden beheerd volgens industriële en commerciële methoden.

Het financieel dienstjaar van de gemeentebedrijven begint op 1 januari en eindigt op 31 december.

De begroting van gemeentebedrijven omvat de exploitatiebegroting, de patrimoniale begroting en de bijlagen.

Jaarlijks hecht de gemeenteraad uiterlijk op 31 december van het dienstjaar zijn goedkeuring aan de begroting voor het volgende dienstjaar.

De rekening van gemeentebedrijven omvat de balans, de resultatenrekening, de exploitatierekening en de patrimoniale rekening, zoals deze jaarlijks op 31 december worden afgesloten, evenals de bijlagen.

De rekeningen dienen uiterlijk op 1 juni van het volgende dienstjaar door de gemeenteraad te zijn goedgekeurd.

De nettowinsten van de gemeentebedrijven worden jaarlijks in de gemeentekas gestort.

De nadere regels van het financieel beheer van de gemeentebedrijven worden bepaald door de Regering.

Art. 4. De ontvangsten en uitgaven van de gemeentebedrijven moeten door een bijzondere rekenplichtige worden verricht. Deze rekenplichtige valt onder dezelfde regels als de gemeenteontvangers voor wat betreft benoeming, tuchtstraffen en aansprakelijkheid.

HOOFDSTUK 2. - De autonome gemeentebedrijven

Afdeling 1. - Organieke bepalingen

Art. 5. Het gemeentebedrijf is een structuur die beschikt over rechtspersoonlijkheid en eenzijdig door de gemeente is opgericht en belast met het beheer van één of meerdere activiteiten van industriële of commerciële aard die voor de gemeente van belang zijn, met uitzondering van de activiteiten die verband houden met de kerntaken van de gemeente.

Art. 6. § 1. Voorafgaand aan de oprichting van een autonoom gemeentebedrijf maakt het college van burgemeester en schepenen de volgende documenten over aan de gemeenteraad :

  1. een businessplan;

  2. een driejarig financieringsplan;

  3. ontwerpstatuten;

  4. een ontwerp van beheersovereenkomst.

    § 2. Het businessplan moet minstens voorzien in de volgende elementen :

  5. een analyse die aantoont welke voordelen en efficiëntie het beheer via een autonoom gemeentebedrijf biedt in vergelijking met intern beheer bij de gemeente;

  6. de bepaling van de doelstellingen en van de te ondernemen acties om die te verwezenlijken;

  7. de evaluatiecriteria;

  8. een beschrijving van de interne organisatie;

  9. de financiële middelen;

  10. de bedrijfsinfrastructuur;

  11. de controlemiddelen van de gemeente.

    § 3. Het driejarig financieringsplan is een voorbalans van de geplande investeringen en de financieringsbronnen die de beoogde activiteit mogelijk maken. Het dient over drie jaar gespreid te worden en aan te tonen dat het kapitaal waarover het gemeentebedrijf zal beschikken volstaat om de activiteit uit te oefenen gedurende de drie jaar die volgen op de oprichting.

    § 4. Er kan maar gestemd worden over de oprichting van het autonoom gemeentebedrijf nadat over alle elementen van het dossier bedoeld in § 1 is beraadslaagd. Van dan af is de rechtspersoonlijkheid van het gemeentebedrijf verworven.

    Art. 7. § 1. De statuten van het autonoom gemeentebedrijf vermelden op zijn minst :

  12. de naam;

  13. het doel of de doelen;

  14. de maatschappelijke zetel gevestigd in de oprichtende gemeente;

  15. de samenstelling, de bevoegdheden en de werking van de bestuursorganen, alsook de wijze waarop hun leden worden aangesteld en ontslagen;

  16. de wijze waarop het driejarig financieringsplan wordt opgesteld en opgevolgd;

  17. de voorwaarden waaronder het autonoom gemeentebedrijf rechtstreeks deelnemingen kan aangaan in privaat- of publiekrechtelijke vennootschappen, verenigingen of instellingen die een maatschappelijke doel nastreven dat verenigbaar is met het zijne en de wijze van toezicht op deze filialen;

  18. de regels op grond waarvan het driejarig financieringsplan en de rekeningen, het activiteitenverslag, het verslag van de revisor en de overige documenten bestemd voor de gemeenteraad worden overgemaakt aan de gemeente;

  19. onverminderd artikel 18 de wijze van ontbinding en vereffening van het autonoom gemeentebedrijf, de wijze van aanstelling van de vereffenaars en de rechtsregeling van de goederen en het personeel bij ontbinding.

    § 2. Voor statutenwijzigingen is de gemeenteraad bevoegd, op voorstel of na advies van de raad van bestuur.

    Art. 8. § 1. Het autonoom gemeentebedrijf omvat een raad van bestuur en een directiecomité. Het kan geen andere organen in het leven roepen.

    § 2. De raad van bestuur is bevoegd voor alle handelingen die dienstig of vereist zijn om het doel van het autonoom gemeentebedrijf te verwezenlijken, onverminderd de bevoegdheden die in deze afdeling, de statuten of de in artikel 10 bedoelde beheersovereenkomst zijn toegewezen aan de gemeenteraad.

    De raad van bestuur vertegenwoordigt het bedrijf ten aanzien van derden en in rechte, als eiser of als verweerder.

    De raad van bestuur controleert het door het directiecomité verrichte beheer. Het directiecomité brengt regelmatig verslag uit bij de raad van bestuur.

    § 3. De gemeenteraad stelt de leden van de raad van bestuur van het autonoom gemeentebedrijf aan zoals wordt bepaald in de statuten.

    Het aantal leden van de raad van bestuur bedraagt maximaal de helft van het aantal gemeenteraadsleden, met een maximum van elf. Een meerderheid van de leden van de raad van bestuur zijn gemeenteraadslid. De zetelverdeling in de raad van bestuur gebeurt overeenkomstig de artikelen 56 en volgende van het Brussels gemeentelijk Kieswetboek. Wanneer politieke fracties die deel uitmaken van de gemeenteraad niet vertegenwoordigd zijn, wordt de raad van bestuur uitgebreid met een bestuurderszetel. De bijkomende zetel wordt aan een niet-vertegenwoordigde fractie toegewezen, voor zover de samenstellende delen van die fractie elk individueel de democratische beginselen en regels aanvaarden en zich daaraan houden.

    De raad van bestuur mag niet bestaan uit meer dan twee derde leden van hetzelfde geslacht.

    De raad van bestuur kiest een voorzitter en een ondervoorzitter uit zijn leden. De voorzitter mag niet afkomstig zijn uit de groep verkozen gemeenteraadsleden. De ondervoorzitter moet behoren tot de groep van bestuurders die is aangesteld uit verkozen gemeenteraadsleden. Bij gelijkheid van stemmen in de raad van bestuur is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

    § 4. Het directiecomité is belast met het dagelijks beheer, met de vertegenwoordiging met betrekking tot dat beheer en met de uitvoering van de beslissingen van de raad van bestuur. Het bestaat uit een gedelegeerd bestuurder en maximaal vier bestuurders-directeurs die door de raad van bestuur worden aangesteld in eigen midden.

    Het directiecomité wordt voorgezeten door de gedelegeerd bestuurder. Bij gelijkheid van stemmen in het directiecomité is zijn stem doorslaggevend.

    Het directiecomité moet bestaan uit minstens één man en minstens één vrouw.

    § 5. De aanstellingen in de verschillende bestuursorganen zijn hernieuwbaar. Deze aanstelling van leden van de raad van bestuur kan te allen tijde ingetrokken worden door de gemeenteraad en deze in de directieraad door de raad van bestuur.

    § 6. Gemeenteraadsleden van wie het mandaat eindigt, worden geacht van rechtswege ontslagnemend te zijn in het autonoom gemeentebedrijf.

    § 7. Na de volledige vernieuwing van de gemeenteraad blijven de leden van de raad van bestuur van het autonoom gemeentebedrijf in functie tot de nieuwe gemeenteraad hen heeft vervangen.

    § 8. De mandaten van bestuurder worden kosteloos uitgeoefend.

    De beschikkingen van deze paragraaf gelden evenzeer voor de filialen van autonome gemeentebedrijven en voor de instellingen gecontroleerd door het autonoom gemeentebedrijf.

    § 9. De bestuurders zijn bij de normale uitoefening van hun mandaat geenszins persoonlijk aansprakelijk voor de verbintenissen van het autonoom gemeentebedrijf en niet hoofdelijk verantwoordelijk voor enig verzuim.

    Zij worden ontheven van enige hoofdelijke verantwoordelijkheid voor inbreuken waaraan zij geen deel hebben gehad indien hun geen schuld kan worden toegeschreven en zij die inbreuken gemeld hebben bij de gemeenteraad zo spoedig mogelijk nadat zij hiervan kennis hebben gekregen.

    Art. 9. Het is elke bestuurder van een autonoom gemeentebedrijf verboden :

  20. aanwezig te zijn bij en deel te nemen aan de beraadslaging over onderwerpen waarbij deze een rechtstreeks belang heeft of waarbij familieleden of verwanten tot in de vierde graad een persoonlijk en rechtstreeks belang hebben.

    Dit verbod geldt niet verder dan familieleden of verwanten tot in de tweede graad wanneer het gaat om de voordracht van kandidaten, de aanstelling in een betrekking, ontslag of schorsing;

  21. rechtstreeks of onrechtstreeks deel te nemen aan overheidsopdrachten gegund met het autonoom gemeentebedrijf;

  22. als advocaat, notaris of zakenman op te treden in processen ingesteld tegen het autonoom gemeentebedrijf. Hij mag in die hoedanigheid evenmin pleiten, advies verlenen of enigerlei geschil opvolgen in het belang van het autonome gemeentebedrijf, tenzij kosteloos.

    Dit verbod geldt eveneens voor advocaten, notarissen of zakenmensen die behoren tot dezelfde groepering, dezelfde vereniging of hun kantoren op hetzelfde adres hebben als de bestuurder van het autonoom gemeentebedrijf.

    Iedere bestuurder die omwille van een belangenconflict verhinderd is deel te nemen aan een beraadslaging, moet de precieze redenen daarvan laten vastleggen in het verslag.

    Art. 10. § 1. De gemeente sluit een beheersovereenkomst met het autonoom gemeentebedrijf.

    Deze overeenkomst bepaalt de onderlinge verplichtingen van de partijen en vermeldt minstens volgende aspecten :

  23. de aard en strekking van de opdrachten die het autonoom gemeentebedrijf dient te...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT