Ordonnantie betreffende de noodhulp aan en de inschakeling van daklozen, de 14 juin 2018

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen en definities

Artikel 1. Onderhavige ordonnantie regelt een in artikel 135 van de Grondwet beoogde materie.

Ze legt artikel 23 van de Grondwet ten uitvoer.

Art. 2. Voor de toepassing van deze ordonnantie wordt verstaan onder :

  1. dakloze : een persoon die zich in één of meer van de volgende situaties bevindt :

    1. leeft in de openbare ruimte ;

    2. beschikt niet over huisvesting, is niet in staat met eigen middelen huisvesting te verkrijgen en heeft bijgevolg geen verblijfplaats ;

    3. heeft geen verblijfplaats die bewoonbaar is volgens de normen inzake gezondheid, veiligheid en bewoonbaarheid ;

    4. beschikt niet over huisvesting, is niet in staat om met eigen middelen huisvesting te verkrijgen en verblijft tijdelijk in een noodhuisvesting of in een onthaalhuis ;

  2. begeleidingsbehoeftige : de persoon die over een woning beschikt maar die begeleiding nodig heeft om zelfstandig te kunnen leven en het verlies van zijn woning te voorkomen ;

  3. noodopvang : de door een organiserende instantie beheerde verblijfsdienst die niet individueel beheerst wordt door haar bewoner en waar de organiserende instantie een spoedhuisvesting van korte of middellange termijn en een psychosociale begeleiding organiseert ;

  4. dagopvang : dienst die overdag geopend is en die daklozen een opvang, een psychosociale tenlasteneming, een administratieve begeleidingsdienst en ten minste één van de diensten voor hulp bij het dagelijkse leven biedt ;

  5. onthaalhuis : door een organiserende instantie beheerde verblijfsdienst die niet individueel beheerst wordt door haar bewoner en waar de organiserende instantie een tijdelijke huisvesting organiseert alsook een begeleiding die tot doel heeft de dakloze op termijn opnieuw te integreren ;

  6. thuisbegeleiding : de dienst die voorziet in de psychosociale, budgettaire of administratieve thuisbegeleiding bij begeleidingsbehoeftigen die dit verzoeken, totdat deze personen zelfstandig kunnen zijn ; de dienst van een in artikel 27, 1°, bedoeld centrum zorgt ook voor een opvolging ter voorkoming van de uithuiszetting van personen over wie het OCMW informatie heeft gekregen in het kader van een uithuiszettingsprocedure ;

  7. housing first : dienst die gericht is op het zoeken naar en het verschaffen van onmiddellijke toegang tot stabiele huisvesting voor een dakloze en die deze een facultatieve psychosociale begeleiding aanbiedt ;

  8. straathoekwerk en daklozenronde : de mobiele dienst die enkel in de leefomgevingen van daklozen actief is en hun verzoeken in acht neemt om enerzijds in hun behoeften te voorzien en hen te begeleiden naar noodopvangcentra, en/of hen anderzijds te begeleiden gedurende hun volledige traject in de marginaliteit, met als uiteindelijk doel hun sociale herinschakeling ;

  9. centrum : organisatie die geniet van een tijdelijke werkingsvergunning of een erkenning voor het verlenen van een of meerdere van de diensten bedoeld in 3° tot 8° in het tweetalig Brussels Hoofdstedelijk Gewest ;

  10. coördinator : het orgaan belast met het coördineren van de noodhulpvoorzieningen of de inschakelingsvoorzieningen ;

  11. noodopvangbeheerder : het centrum belast met de uitvoering van de noodvoorzieningen bedoeld in 3° ;

  12. organiserende instantie : de in artikel 27 bedoelde rechtspersoon die een centrum organiseert ;

  13. Adviesraad : de Adviesraad voor gezondheids- en welzijnszorg van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, opgericht bij de ordonnantie van 17 juli 1991 houdende oprichting van een Adviesraad voor gezondheids- en welzijnszorg van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie ;

  14. Verenigd College : het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad ;

  15. ministers : het lid of de leden van het Verenigd College bevoegd voor het beleid inzake Bijstand aan Personen ;

  16. ontvanger : Bruss'Help of elk ander centrum dat volledig of gedeeltelijk toegang heeft tot de in het netwerk van de sociale dossiers geregistreerde informatie ;

  17. gewestelijke dienstenintegrator : de in artikel 8 van de ordonnantie van 8 mei 2014 betreffende de oprichting en organisatie van een gewestelijke dienstenintegrator bedoelde instelling ;

  18. Brusselse Controlecommissie : de in hoofdstuk 7 van de ordonnantie van 8 mei 2014 betreffende de oprichting en organisatie van een gewestelijke dienstenintegrator bedoelde instelling ;

  19. verwerkingsverantwoordelijke : natuurlijke persoon of rechtspersoon, feitelijke vereniging of openbare administratie die in artikel 1, § 4 van de wet van 8 augustus 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens bedoeld wordt ;

  20. AVG-verordening : verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming).

    HOOFDSTUK 2. - Noodhulp- en inschakelingsvoorzieningen voor daklozen

    Afdeling 1. - Noodhulpvoorzieningen

    Onderafdeling 1. - Algemeen

    Art. 3. § 1. Zonder afbreuk te doen aan artikel 10, § 2, zijn de in deze afdeling bedoelde noodhulpdiensten onvoorwaardelijk en gratis.

    § 2. Daklozen die niet tot één van de hierna opgesomde categorieën behoren, kunnen een beroep doen op de in de artikelen 5 en 9 bedoelde diensten, maar zonder dat er voor hen echter een voor de hoven en rechtbanken afdwingbaar recht wordt erkend :

  21. van Belgische nationaliteit zijn ;

  22. genieten, als burger van de Europese Unie of als lid van zijn familie die hem begeleidt of zich bij hem voegt, van een verblijfsrecht voor meer dan drie maanden, overeenkomstig de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen ;

  23. als vreemdeling in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister of in het wachtregister ingeschreven zijn ;

  24. staatlozen zijn die onder toepassing vallen van het Verdrag betreffende de status van staatlozen, ondertekend te New York op 28 september 1954 en goedgekeurd door de wet van 12 mei 1960 ;

  25. vluchtelingen zijn in de zin van artikel 49 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen ;

  26. genieten van de subsidiaire bescherming in de zin van artikel 49/2 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.

    Onderafdeling 2. - Sociaal noodoproepnummer

    Art. 4. Alle dagen van de week, op ieder uur van de dag en de nacht staat een sociaal noodoproepnummer ter beschikking waarop Bruss'Help bereikt kan worden.

    Onderafdeling 3. - Noodopvang

    Art. 5. De dakloze heeft onmiddellijk toegang tot noodopvang, ten minste van 20u tot 8u, binnen de grenzen van het beschikbare aantal plaatsen. Het Verenigd College moet voldoende middelen ter beschikking stellen om de toegang tot de noodopvang te waarborgen voor daklozen die tot een van de in artikel 3, § 2, bedoelde categorieën behoren.

    Art. 6. § 1. De noodopvang geeft de dakloze ten minste de beschikking over of toegang tot :

  27. een bed ;

  28. voldoende sanitaire voorzieningen ;

  29. een telefoon en een internettoegang ;

  30. een psychosociale dienst ;

  31. een kluis of een beveiligd lokaal ;

  32. een woonruimte ;

  33. één maaltijd per dag.

    § 2. Indien de dakloze vergezeld is van één of meer van zijn kinderen jonger dan 18 jaar, dan hebben de dakloze en zijn kind of kinderen het recht te beschikken over bedden die in dezelfde kamer staan opgesteld.

    Art. 7. § 1. De dakloze heeft het recht om in de noodopvang te blijven tot aan één van de volgende voorwaarden is voldaan :

  34. het in artikel 58 bedoelde Bruss'Help kent de dakloze een nieuwe noodopvang toe om een dwingende veiligheids- of gezondheidsreden ;

  35. Bruss'Help voert de richtlijnen die bedoeld zijn in artikel 87 betreffende doorverwijzing van daklozen volgens de door het Coördinatiecomité overeengekomen procedure uit ;

  36. Bruss'Help biedt hem een plaats aan in een van de in afdeling 2 van onderhavig hoofdstuk bedoelde inschakelingsvoorzieningen, met uitzondering van het in artikels 25 en 26 bedoelde straathoekwerk.

    § 2. Behalve indien het aanbod aan plaatsen inzake noodopvang verzadigd is, behoudt de dakloze van 15 november tot 30 april het recht om in noodopvang te verblijven, zelfs indien de in § 1, 2° of 3°, bedoelde voorwaarde vervuld wordt.

    Art. 8. § 1. De noodopvang moet erop toezien dat de dakloze ingelicht wordt over de bestaande diensten die te zijner beschikking staan.

    § 2. De noodopvang moet op zichtbare wijze de hoofdstukken 1 en 2 van deze ordonnantie alsook haar huishoudelijk reglement uithangen in de woonruimte.

    § 3. Het Verenigd College bepaalt de minimale informatie die de noodopvang moet uithangen en in zijn huishoudelijk reglement moet opnemen.

    Onderafdeling 4. - Dagopvang

    Art. 9. Daklozen en begeleidingsbehoeftigen kunnen een beroep doen op dagopvang.

    Art. 10. § 1. De dagopvang geeft de dakloze ten minste de beschikking over of toegang tot :

  37. een toilet ;

  38. een telefoon ;

  39. een psychosociale dienst ;

  40. een administratieve begeleidingsdienst ;

  41. een kluis of een beveiligd lokaal ;

  42. een onthaalruimte voor privégesprekken ;

  43. een woonruimte.

    § 2. De dagopvang geeft de dakloze de beschikking over ten minste een van de diensten voor hulp bij het dagelijkse leven.

    Deze diensten zullen bepaald en opgenomen worden in een lijst die opgesteld wordt door het Verenigd College.

    In afwijking van artikel 3 kunnen deze diensten betalend zijn, zolang de prijs de door het Verenigd College vastgestelde voorwaarden respecteert.

    Art. 11. De dagopvang moet minstens vier dagen per week open zijn gedurende minimum 5 uur, tussen 8u en 20u.

    Art. 12. § 1. De dagopvang moet erop toezien dat de dakloze ingelicht wordt over de diensten die te zijner beschikking staan.

    § 2. De dagopvang moet op zichtbare wijze de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT