Ordonnantie betreffende het parlementair onderzoek van de Verenigde Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, de 16 juin 2017

Artikel 1. De Verenigde Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, hierna de Verenigde Vergadering genoemd, oefent, in het kader van de opdracht die zij omschrijft, zelf het recht van onderzoek uit of stelt daartoe uit haar leden een commissie aan, voor elke zaak die verband houdt met de aangelegenheden bedoeld in artikel 135 van de Grondwet.

De door de Verenigde Vergadering ingestelde onderzoeken komen niet in de plaats van de onderzoeken van de rechterlijke macht, ze kunnen daarmee samenlopen maar mogen het verloop ervan niet hinderen.

Art. 2. De commissie wordt samengesteld volgens en beraadslaagt met inachtneming van de regels die de Verenigde Vergadering bepaalt.

Ieder lid van de Verenigde Vergadering heeft het recht om het onderzoek van de commissie bij te wonen, tenzij de Verenigde Vergadering of de commissie anders beslist.

De commissievergaderingen zijn openbaar. De commissie kan echter op ieder tijdstip anders beslissen.

Eenieder die, in welke hoedanigheid ook, de niet-openbare vergaderingen van de commissie bijwoont of daaraan deelneemt, is gehouden vooraf onder ede te verklaren het geheime karakter van de werkzaamheden te zullen naleven. Schending van die geheimhouding wordt gestraft overeenkomstig de bepalingen van artikel 458 van het Strafwetboek.

De commissie kan de geheimhoudingsplicht opheffen tenzij zij zich uitdrukkelijk heeft verbonden om de geheimhouding in acht te nemen.

Art. 3. § 1. De Verenigde Vergadering of de commissie, alsook hun voorzitter, voor zover die daartoe gemachtigd wordt, kunnen alle in het Wetboek van Strafvordering omschreven onderzoeksmaatregelen nemen.

§ 2. Voor het uitvoeren van onderzoeksverrichtingen die vooraf bepaald moeten worden, kan de Verenigde Vergadering of de commissie een verzoek richten tot de eerste voorzitter van het Hof van Beroep, die een of meer raadsheren in het Hof van Beroep of een of meer rechters in de rechtbank van eerste aanleg van het rechtsgebied waarin de onderzoeksverrichtingen moeten geschieden, aanstelt.

De aangewezen magistraat verricht die onderzoeken onder de leiding van de voorzitter van de commissie. Hij stelt een schriftelijk verslag op waarin de resultaten van zijn onderzoek worden opgetekend.

De aangestelde magistraat kan buiten zijn ambtsgebied optreden en zijn onderzoek tot heel het Rijk uitbreiden.

§ 3. Wanneer de onderzoeksmaatregelen een beperking inhouden van de bewegingsvrijheid, een inbeslagneming van materiële goederen, een...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT