Decreet betreffende de in-, uit-, doorvoer en overbrenging van defensiegerelateerde producten, ander voor militair gebruik dienstig materiaal, ordehandhavingsmateriaal, civiele vuurwapens, onderdelen en munitie (aangehaald als : Wapenhandeldecreet), de 15 juin 2012

TITEL 1. - Algemeen kader en definities

Artikel 1. Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid.

Art. 2. In dit decreet wordt verstaan onder :

  1. aanvrager : een natuurlijke persoon of rechtspersoon die, al dan niet vertegenwoordigd door een derde, een aanvraag van in-, uit- of doorvoer, overbrenging, voorafgaande machtiging of certificaat van gecertificeerd persoon indient;

  2. ander voor militair gebruik dienstig materiaal : goederen die alleen of in combinatie met elkaar of andere goederen, substanties of organismen ernstige schade kunnen toebrengen aan personen of goederen en die als middel tot geweldpleging ingezet kunnen worden in een gewapend conflict of een soortgelijke situatie van geweld;

  3. bestemmeling : de natuurlijke persoon of rechtspersoon in het land van bestemming naar wie de goederen vanuit België worden overgebracht of uit- of doorgevoerd;

  4. civiel vuurwapen : een vuurwapen dat wordt in-, uit-, doorgevoerd of overgebracht voor ander dan militair of paramilitair gebruik, met uitzondering van automatische vuurwapens en van vuurwapens met een kaliber dat door de Vaste Internationale Commissie ter Beproeving van Draagbare Vuurwapens als militair werd geclassificeerd;

  5. defensiegerelateerde producten : de producten, met inbegrip van programmatuur en technologie, die opgenomen zijn in de Gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen;

  6. doorvoer : het vervoer van goederen die uitsluitend het Belgische grondgebied worden binnengebracht om via dat gebied te worden vervoerd naar een ander land, met uitzondering van overbrengingen tussen twee lidstaten van de EU, en waarbij de goederen op een van de volgende manieren worden getransporteerd :

    1. ze worden overgeladen van het ene transportmiddel op een ander transportmiddel;

    2. ze worden van een transportmiddel gelost en worden nadien opnieuw op hetzelfde transportmiddel geladen;

  7. eindgebruiker : de op het moment van de beslissing over de vergunningsaanvraag laatst bekende natuurlijke persoon of rechtspersoon waaraan het gebruik van de over te brengen of uit of door te voeren goederen zal toevallen;

  8. gecertificeerd persoon : een persoon die van een daartoe bevoegde autoriteit in een lidstaat van de EU een certificaat heeft ontvangen dat verklaart dat die persoon betrouwbaar is en onder meer in staat is om uitvoerbeperkingen na te komen van defensiegerelateerde producten die hij of zij in het kader van een vergunning vanuit een andere lidstaat overbrengt;

  9. gevoelige goederen : de defensiegerelateerde producten die zijn opgenomen in het VN-register voor Conventionele Wapens als vervat in resoluties 43/36L en 58/54 van de Algemene Vergadering van de VN, met inbegrip van de goederen die zijn opgenomen in de optionele categorieën over kleine en lichte wapens;

  10. invoer : elke binnenkomst in het douanegebied van de EU van goederen via het Belgische grondgebied, met inbegrip van tijdelijke opslag, plaatsing in een vrije zone of een vrij entrepot, plaatsing onder een schorsingsprocedure en het in het vrije verkeer brengen in de zin van Verordening (EG) nr. 450/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2008 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (het gemoderniseerd douanewetboek), met uitzondering van de gevallen vermeld in artikel 2, punt 6° ;

  11. land van bestemming : het land waarnaar de goederen vanuit België worden overgebracht, of uit- of doorgevoerd;

  12. land van eindgebruik : het land waar het op het moment van de beslissing over de vergunningsaanvraag laatst bekende gebruik van de over te brengen, of uit of door te voeren goederen zich zal situeren;

  13. munitie : het hele stuk of zijn componenten, met inbegrip van patroonhouder, slaghoedje, voortstuwingskruit en, indien toepasselijk, projectielen, die worden gebruikt in een vuurwapen;

  14. onderdeel : elk element of vervangingselement dat specifiek voor een vuurwapen is gemaakt en dat aan de wettelijk voorgeschreven proef onderworpen is, alsook elk hulpstuk dat, aangebracht op een vuurwapen, tot gevolg heeft dat het wapen in een andere categorie wordt ondergebracht;

  15. ordehandhavingsmateriaal : goederen die speciaal ontworpen of aangepast zijn voor ordehandhaving of oproerbeheersing;

  16. overbrenging : het overbrengen van een of meer civiele vuurwapens, onderdelen of munitie van het grondgebied van één lidstaat van de EU naar het grondgebied van een andere lidstaat in de zin van Richtlijn 91/477/EEG van de Raad van 18 juni 1991 inzake de controle op de verwerving en het voorhanden hebben van wapens en Richtlijn 93/15/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende de harmonisatie van de bepalingen inzake het in de handel brengen van en de controle op explosieven voor civiel gebruik en het overdragen van een of meer defensiegerelateerde producten van het grondgebied van een lidstaat van de EU naar het grondgebied van een andere lidstaat in de zin van Richtlijn 2009/43/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 betreffende de vereenvoudiging van de voorwaarden voor de overdracht van defensiegerelateerde producten binnen de Gemeenschap;

  17. uitvoer : elk vertrek van goederen uit het douanegebied van de EU via het Belgische grondgebied, met inbegrip van het vertrek van goederen waarvoor een douaneaangifte vereist is en het vertrek van goederen na de opslag ervan in een vrije zone van controletype I of een vrij entrepot in de zin van het gemoderniseerd douanewetboek, met uitzondering van de gevallen vermeld in artikel 2, punt 6° ;

  18. vuurwapen : een draagbaar wapen dat van een loop voorzien is en waarmee door explosieve voortstuwing een lading, een kogel of een projectiel wordt uitgestoten, en dat daartoe is ontworpen of daartoe kan worden omgebouwd.

    Art. 3. § 1. De in-, uit- en doorvoer en de overbrenging is verboden van defensiegerelateerde producten, ordehandhavingsmateriaal, civiele vuurwapens, onderdelen en munitie waarvan het gebruik, de productie, de ontwikkeling of de overdracht verboden zijn door of krachtens internationale verplichtingen en verbintenissen van het Vlaamse Gewest en België.

    Daarenboven is de invoer en de overbrenging naar het Vlaamse Gewest verboden van defensiegerelateerde producten, ordehandhavingsmateriaal, civiele vuurwapens, onderdelen en munitie, andere dan deze vermeld in het eerste lid, en andere goederen waarvan het voorhanden hebben in België verboden is op basis van de Wapenwet van 8 juni 2006.

    De Vlaamse Regering stelt de lijst vast van de defensiegerelateerde producten, ordehandhavingsmateriaal, civiele vuurwapens, onderdelen, munitie en andere goederen waarvan de in-, uit- en doorvoer en de overbrenging verboden zijn.

    De in-, uit- of doorvoer of overbrenging van deze goederen voor doeleinden die door de daarop toepasselijke regelgeving zijn toegelaten is onderworpen aan een vergunning als vermeld in paragraaf 2 en 3.

    § 2. De overbrenging, en de in-, uit- en doorvoer van defensiegerelateerde producten, ander voor militair gebruik dienstig materiaal en ordehandhavingsmateriaal is onderworpen aan een vergunning als vermeld in titel 2.

    § 3. De overbrenging en de in-, uit- en doorvoer van civiele vuurwapens, onderdelen en munitie is onderworpen aan een vergunning als vermeld in titel 3.

    § 4. De overbrenging, vermeld in paragraaf 2 en 3, vanuit en naar het Koninkrijk der Nederlanden en het Groothertogdom Luxemburg is vrijgesteld van vergunning.

    De doorvoer en de overbrenging van goederen als vermeld in paragraaf 2 en 3, die bestemd zijn voor of afkomstig zijn uit het Koninkrijk der Nederlanden of het Groothertogdom Luxemburg, wordt toegestaan op voorlegging van een vergunning die voor de in-, uitvoer of overbrenging van die goederen werd toegekend door de bevoegde Nederlandse of Luxemburgse autoriteiten.

    Art. 4. De Vlaamse Regering kent vergunningen, machtigingen en certificaten als vermeld in dit decreet, toe als de aanvrager in het Vlaamse Gewest zijn of haar woonplaats of maatschappelijke zetel heeft.

    Als de aanvrager geen woonplaats of maatschappelijke zetel in België heeft, kent de Vlaamse Regering een vergunning toe als de in-, uit- of doorvoer of de overbrenging op het grondgebied van het Vlaamse Gewest plaatsvindt.

    Art. 5. De persoon die een vergunning, machtiging of certificaat wil verkrijgen, moet daartoe een aanvraag indienen bij de dienst die de Vlaamse Regering daartoe heeft aangewezen.

    Die dienst kan bij de behandeling van een aanvraag de voorlegging van alle relevante documenten eisen die hij nodig acht om nuttige informatie te verkrijgen over de beoogde in-, uit- of doorvoer of de overbrenging.

    TITEL 2. - In-, uit- en doorvoer en overbrenging van defensiegerelateerde producten en ander voor militair gebruik dienstig materiaal en ordehandhavingsmateriaal

    HOOFDSTUK 1. - Algemene beginselen en voorwaarden

    Art. 6. Deze titel voorziet in de omzetting, voor wat betreft de bevoegdheden van het Vlaamse Gewest, van Richtlijn 2009/43/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 betreffende de vereenvoudiging van de voorwaarden voor de overbrenging van defensiegerelateerde producten binnen de Gemeenschap.

    Deze titel doet geen afbreuk aan de bepalingen van titel 3, hoofdstuk 2. Indien toepasselijk gelden de vereisten, vermeld in artikel 31, evenzeer voor de goederen die onder de toepassing van deze titel vallen.

    Afdeling 1. - Vergunningsverplichtingen

    Art. 7. § 1. Een vergunning als vermeld in artikel 13 is vereist voor de overbrenging van defensiegerelateerde producten naar andere lidstaten van de EU.

    § 2. De overbrenging naar het Vlaamse Gewest van gevoelige goederen, als vermeld in artikel 2, punt 9°, behoeft een voorafgaande kennisgeving.

    De Vlaamse Regering kan een lijst van andere defensiegerelateerde producten aannemen waarvan de overbrenging naar het Vlaamse Gewest eveneens een voorafgaande kennisgeving behoeft omdat deze een directe bedreiging voor de openbare orde of veiligheid vormen.

    Op basis van de kennisgeving, vermeld in het eerste en tweede lid, beslist de dienst die de Vlaamse Regering heeft aangewezen...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT