21 FEBRUARI 2010. - Koninklijk besluit betreffende de invoering, opvolging en evaluatie van het project buurtbemiddeling

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 30 maart 1994 houdende sociale bepalingen, inzonderheid artikel 69, eerste lid, 3°, tweede streepje gewijzigd bij de wetten van 21 december 1994, 25 mei 1999 en 22 december 2003;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën van 16 november 2009;

Gelet op het advies 47.551/2 van de Raad van State van 5 januari 2010, in uitvoering van artikel 84, § 1, 1ste alinea, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State van 12 januari 1973;

Op voordracht van Onze Minister van Binnenlandse zaken en het advies van Onze Ministers die hierover in de Raad beraadslaagd hebben,

Besluit :

HOOFDSTUK I. - Definities

Artikel 1. Voor de toepassing van onderhavig besluit moet worden verstaan onder :

  1. buurtbemiddeling : methodiek waarbij een neutrale derde een gesprek faciliteert tussen meerdere conflicterende partijen, die tot eenzelfde buurt behoren, in een vertrouwelijke, vrijheidscreërende en niet oordelende sfeer;

  2. vrijwilliger : elke natuurlijke persoon die vrijwilligerswerk verricht zoals bepaald in artikel 3 van de wet van 3 juli 2005;

  3. overeenkomst : eenjarige convenant buurtbemiddeling afgesloten tussen de Minister van Binnenlandse Zaken en een gemeente.

    HOOFDSTUK II. - Voorwaarden voor

    het sluiten van een overeenkomst

    Art. 2. De Minister van Binnenlandse zaken richt door middel van een officieel schrijven een projectoproep aan alle gemeenten.

    Art. 3. Enkel de gemeenten die, via een schrijven, hun interesse kenbaar maken kunnen op het project buurtbemiddeling inschrijven.

    Art. 4. De Minister van Binnenlandse Zaken kent aan elke gemeente die, overeenkomstig artikel 3, haar interesse kenbaar heeft gemaakt een financiële impuls toe waarmee de betreffende gemeente één vrijwillige buurtbemiddelaar kan aanstellen. De Minister van Binnenlandse Zaken heeft hierbij prioritair gevolg aan de aanvragen van de gemeenten die niet over een strategisch veiligheids- en preventieplan en/of een convenant gemeenschapswachten beschikken.

    De eventuele saldi worden in functie van een klassement dat op evenredige wijze met de volgende kenmerken rekening houdt :

    - het grootste bevolkingsaantal;

    - de grootste bevolkingsdichtheid.

    Art. 5. In geval van supralokale samenwerkingsverbanden, maakt het buurtbemiddelingsaanbod geïmplementeerd door meerdere gemeenten, onderdeel uit van een samenwerkingsovereenkomst.

    HOOFDSTUK III. - De vrijwilliger

    Art. 6. De...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT