11 APRIL 2003. - Wet houdende instemming met het Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende het opstellen, het uitvoeren en het opvolgen van een Nationaal Klimaatplan, alsook het rapporteren, in het kader van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake Klimaatverandering en het Protocol van Kyoto, afgesloten te Brussel op 14 november 2002 (1)

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

Art. 2. Instemming wordt betuigd met het Samenwerkingsakkoord tussen de federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijke Gewest betreffende het opstellen, het uitvoeren en het opvolgen van een Nationaal Klimaatplan, alsook het rapporteren, in het kader van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake Klimaatverandering en het Protocol van Kyoto, afgesloten te Brussel op 14 november 2002, gevoegd bij deze wet.

Art. 3. Deze wet treedt in werking de dag waarop ze in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 11 april 2003.

ALBERT

Van Koningswege :

De Vice-Eerste Minister en Minister van Mobiliteit en Vervoer,

Mevr. I. DURANT

De Staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling,

O. DELEUZE

Met 's Lands zegel gezegeld :

De Minister van Justitie,

M. VERWILGHEN

SAMENWERKINGSAKKOORD

tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijke Gewest betreffende het opstellen, het uitvoeren en het opvolgen van een Nationaal Klimaatplan, alsook het rapporteren, in het kader van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake Klimaatverandering en het Protocol van Kyoto

Gelet op artikel 39 van de Grondwet;

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, gewijzigd bij de bijzondere wet van 8 augustus 1988, inzonderheid op de artikelen 6, § 1, II 1° en 92bis, § 1;

Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, zoals gewijzigd door de bijzondere wet van 16 juli 1993, inzonderheid op artikelen 4 en 42;

Gelet op de wet van 11 mei 1995 houdende goedkeuring van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake Klimaatverandering, en Bijlagen I en II, gedaan te New York op 9 mei 1992;

Gelet op de wet van 12 juli 2001 houdende goedkeuring van het Protocol van Kyoto bij het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake Klimaatverandering, en de Bijlagen A en B , gedaan te Kyoto op 11 december 1997;

Gelet op de beschikking 1999/296/EG van de Raad van de Europese Unie tot wijziging van beschikking 93/389/EEG inzake een bewakingssysteem voor de uitstoot van CO2 en andere broeikasgassen in de Gemeenschap;

Gelet op de beschikking 2002/358/EG van de Raad van de Europese Unie betreffende de goedkeuring, namens de Europese Gemeenschap, van het Protocol van Kyoto bij het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake Klimaatverandering en de gezamenlijke nakoming van de in dat kader aangegane verplichtingen;

Gelet op de beslissing van de Raad van de Europese Unie van 16 juni 1998, inzake de vaststelling van de bijdrage van elke lidstaat aan de vermindering van 8 % die de Gemeenschap in haar geheel volgens artikel 3 van het Protocol van Kyoto moet bereiken;

Gelet op het Samenwerkingsakkoord van 18 mei 1994 tussen het Brusselse, Vlaamse en Waalse Gewest inzake het toezicht op emissies in de lucht en op de strukturering van de gegevens;

Gelet op het Samenwerkingsakkoord van 5 april 1995 tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijke Gewest met betrekking tot het internationaal milieubeleid, inzake de oprichting van een permanente werkgroep met de titel Coördinatiecomité Internationaal Milieubeleid (afgekort : CCIM);

Gelet op het Samenwerkingsakkoord van 24 oktober 1997 betreffende de samenwerking tussen de Staat en de Gewesten betreffende het Plan voor Wetenschappelijke Ondersteuning van een beleid gericht op duurzame ontwikkeling;

Gelet op de ordonnantie van 25 maart 1999 betreffende de beoordeling en de verbetering van de luchtkwaliteit;

Gelet op het Waalse decreet van 21 april 1994 betreffende de planning inzake milieu in het kader van duurzame ontwikkeling;

Overwegende het besluit van de Ministerraad van 12 mei 2000, inzake de goedkeuring van de uitvoering van het tweede Plan voor Wetenschappelijke Ondersteuning van een beleid gericht op duurzame ontwikkeling (PODO II), waarvoor de Federale Staat en de gefedereerde entiteiten een Samenwerkingsakkoord gesloten hebben;

Overwegende het Federaal Plan inzake Duurzame Ontwikkeling 2000-2004, goedgekeurd door de Ministerraad van 20 juli 2000;

Overwegende de beslissing van de Ministerraad van 14 juni 2001 op federaal niveau, houdende dat België haar bereidwilligheid herbevestigt tot uitvoering van haar beslissing van 20 juli 2000 inzake de goedkeuring van het Federaal Plan inzake Duurzame Ontwikkeling 2000-2004 en specifiek de paragraaf 391 aangaande de verbintenis om de uitstoot aan broeikasgassen in 2008-2012 te verminderen tegenover 1990, zoals de andere Europese lidstaten deze uitvoeren, conform de vaststelling door de Burden Sharing, te weten 7,5 % voor België en dat het op te stellen Nationaal Klimaatplan dient de nodige maatregelen te bevatten om dit objectief van 7,5 % te kunnen realiseren en dit conform het Federaal Plan inzake Duurzame Ontwikkeling 2000-2004, paragraaf 496;

Overwegende dat de paragraaf 391 van het Federaal Plan inzake Duurzame Ontwikkeling 2000-2004 stelt dat de te bereiken doelstellingen niet op lineaire wijze zullen worden verdeeld tussen alle economische groepen en sectoren in dit land;

Overwegende het Vlaamse Milieubeleidsplan (MINA-plan), waarin bepaald wordt dat de netto-emissies van broeikasgassen moeten gereduceerd worden en dat op lange termijn een stabilisatie van de atmosferische concentratie van broeikasgassen beoogd wordt, op een niveau waarbij een gevaarlijke antropogene verstoring van het klimaat wordt vermeden;

Overwegende het Waalse actieprogramma inzake Klimaatverandering, goedgekeurd door de Waalse Regering van 19 juli 2001, dat een reductie van 7,5 % van de emissies van het Waalse Gewest tegen 2008-2012 beoogt ten opzichte van zijn emissies van 1990;

Overwegende dat het wegens de bestaande bevoegdheidsverdelingen noodzakelijk is dat zowel de Federale Staat als de Gewesten zich ertoe verbinden om de nodige maatregelen te nemen ten einde aan de vereisten van het Protocol van Kyoto te voldoen. Hiertoe werd tijdens de uitgebreide Interministeriële Conferentie voor het Leefmilieu van 22 februari 2001, ter goedkeuring van de notulen van 14 december 2000, beslist een Nationaal Klimaatplan op te stellen;

Overwegende de beslissingen van de uitgebreide Interministeriële Conferentie voor het Leefmilieu van 24 juli 2001, ter goedkeuring van de notulen van 22 februari 2001 en specifiek de overeenkomst tussen het Vlaamse en het Waalse Gewest betreffende de stabilisatie van de uitstoot tegen 2005 ten opzichte van 1990 voor elk Gewest;

Overwegende de beslissing van de Waalse Regering van 18 januari 2001, bevestigd op 22 februari 2001 en nog verduidelijkt op 19 juli 2001, om het principe te...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT