17 SEPTEMBER 2005. - Koninklijk besluit houdende oprichting van een dienst internationaal humanitair recht

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 29 maart 2004 betreffende de samenwerking met het International Strafgerechtshof en de internationale straftribunalen;

Gelet op het koninklijk besluit van 23 mei 2001 houdende oprichting van de Federale Overheidsdienst Justitie, inzonderheid op artikel 2, § 1, 1°;

Overwegende de verplichting tot justitiële samenwerking bedoeld in de resoluties van de Veiligheidsraad en in het statuut van het ICTY - Internationaal Straftribunaal voor voormalig Joegoslavië (resolutie 827 (1993) van 25 mei 1993, § 4) en van het ICTR - Internationaal Straftribunaal voor Rwanda (resolutie 955 (1994) van 8 november 1994, § 2);

Overwegende de verplichting tot justitiële samenwerking bedoeld in artikel 86 van het Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafgerechtshof en op de verklaring van België d.d. 28 juni 2000, gegrond op artikel 87, § 1, van voornoemd Statuut;

Overwegende de aanzienlijke ontwikkeling zowel uit het oogpunt van het concept, als uit dat van het beheer van individuele gevallen, van de aangelegenheid van het internationaal en humanitair recht;

Overwegende de aanwijzing van de Minister van Justitie als centrale autoriteit inzake de samenwerking met het Internationaal Strafgerechtshof en met de internationale straftribunalen voor voormalige Joegoslavië en voor Rwanda

Overwegende de rol van de FOD Justitie inzake internationaal humanitair recht, zowel op het stuk van de werkzaamheden van de Interministeriële Commissie voor Humanitair Recht als op dat van de ontwikkeling van een regelmatige coördinatie over het standpunt van België over enige aangelegenheid inzake de internationale straftribunalen, in samenwerking met de Eerste Minister, de FOD Buitenlandse Zaken, de FOD Binnenlandse Zaken en de FOD Defensie.

Gelet op de adviezen van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 10 en 23 maart 2005;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 30 juni 2005;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken van 30 mei 2005;

Gelet op het protocol nr. 289 van 4 juli 2005 van het Sectorcomité III-Justitie;

Gelet op het advies 38.781/2/V van de Raad van State, gegeven op 10 augustus 2005, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. In het kader van het...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT