4 FEBRUARI 2000. - Wet houdende oprichting van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (1)

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2. Er wordt onder de benaming « Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen », hierna « agentschap » genoemd, een openbare instelling met rechtspersoonlijkheid opgericht, ingedeeld in categorie A als bedoeld in de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut.

De Koning bepaalt, bij een in de Ministerraad overlegd besluit, de vestigingsplaats, de organisatie en de werking van het agentschap, voorzover zulks niet geregeld werd in de wet van 16 maart 1954 of in de onderhavige wet.

Art. 3. Voor de toepassing van deze wet wordt, tenzij anders bepaald, verstaan onder de minister : de minister bevoegd voor de Volksgezondheid.

Art. 4. § 1. Het agentschap heeft als doel de veiligheid van de voedselketen en de kwaliteit van het voedsel teneinde de gezondheid van de consumenten te beschermen.

§ 2. Met het oog hierop is het agentschap belast met het uitwerken, toepassen en controleren van maatregelen die betrekking hebben op de analyse en de beheersing van de risico's die de gezondheid van de consumenten kunnen schaden.

§ 3. In het belang van de volksgezondheid is het agentschap bevoegd voor :

  1. de controle, het onderzoek en de keuring van de voedselproducten en hun grondstoffen in alle stadia van de voedselketen, en dit in het belang van de volksgezondheid;

  2. de controle en de keuring van de productie, de verwerking, de bewaring, het vervoer, de handel, de in- en uitvoer, de productie-, verwerking-, verpakking-, verhandeling-, opslag- en verkoopplaatsen van de voedselproducten en hun grondstoffen;

  3. het verlenen van erkenningen en vergunningen verbonden aan de uitoefening van haar opdracht;

  4. de integratie van en uitwerking van traceer- en identificatiesystemen van de voedselproducten en hun grondstoffen in de voedselketen en de controle erop;

  5. de inzameling, de ordening, het beheer, de archivering en de verspreiding van alle informatie in verband met haar opdracht. De Koning stelt bij een in de Ministerraad overlegd besluit de regels vast met betrekking tot de organisatie, de werking en de toegankelijkheid van databanken, die door het agentschap of met zijn medewerking kunnen worden uitgebouwd;

  6. de uitbouw en de doorvoering van een beleid inzake preventie, sensibilisatie en informatie, in overleg met de gewesten en de gemeenschappen;

  7. het toezicht op de naleving van de wetgeving betreffende alle schakels van de voedselketen.

    § 4. Het agentschap verleent, binnen het raam van zijn opdracht, aan de bevoegde overheden advies met betrekking tot de bestaande en toekomstige regelgeving, met inbegrip van de omzetting van de internationale regelgeving in het Belgisch recht.

    § 5. Bij een in de Ministerraad overlegd besluit, bepaalt de Koning binnen het raam van de bevoegdheden van het agentschap de taken waarvoor het agentschap zich kan laten bijstaan door derden of die het agentschap door derden kan laten verrichten en bepaalt de eraan verbonden voorwaarden.

    Art. 5. De bevoegdheden van personen, instellingen, diensten en organismen die kaderen in de in artikel 4 omschreven opdrachten van het agentschap, evenals de daarmee verbonden rechten en plichten, worden naar het agentschap overgeheveld, op de wijze te bepalen door de Koning bij een in de Ministerraad overlegd besluit.

    De Koning wordt gemachtigd bij in de Ministerraad overlegde besluiten ondervermelde wettelijke bepalingen af te schaffen, aan te vullen, te wijzigen, te vervangen en te coördineren, evenals besluiten en maatregelen te nemen teneinde deze overdracht te verwezenlijken, het agentschap operationeel te maken, bevoegdheidsoverlappingen te vermijden, de controle door het agentschap op de veiligheid van de voedselketen en de kwaliteit van het voedsel zo doeltreffend mogelijk te maken en de beschikbare middelen optimaal aan te wenden :

  8. de wet van 24 februari 1921 betreffende het verhandelen van de gifstoffen, slaapmiddelen en...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT