Wet op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging - VLAAMSE GEWEST.

Artikel 1. Deze wet regelt de bescherming van de wateren van het openbaar hydrografisch net en van de kustwateren tegen verontreiniging.

Onder wateren van het openbaar hydrografisch net wordt verstaan de wateren van de waterwegen of die als dusdanig zijn gerangschikt, de wateren van de onbevaarbare waterlopen en van de afwateringen met voortdurende of onderbroken afvoer, alsook in 't algemeen, de stromende en stilstaande wateren van het openbaar domein.

Onder kustwateren wordt verstaan de wateren van de territoriale zee, d.w.z. de wateren van de zee langs de kusten over een breedte van drie geografische mijlen naar rato van zestig mijlen per breedtegraad vanaf de laagwaterlijn.

Onder verontreiniging wordt verstaan elke rechtstreekse of zijdelings uit menselijke activiteiten voortvloeiende inbreng van stoffen die de samenstelling of de toestand van het water kan veranderen, derwijze dat het niet meer geschikt of minder geschikt is voor het gebruik dat ervan moet kunnen worden gemaakt, of dat het milieu door het aanzicht of de uitwasemingen van het water wordt bedorven.

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen.

Art. 2. Het is verboden voorwerpen of stoffen in de bij artikel 1 bedoelde wateren (of in de openbare riolen) te werpen of te deponeren, verontreinigde of verontreinigende vloeistoffen erin uit te lozen of er gassen in te brengen, behalve de lozing van afvalwater waarvoor vergunning is verleend overeenkomstig de bepalingen van deze wet (alsook behalve voor het lozen van huishoudelijk afvalwater in de openbare riolen, voor zover dit afvalwater afkomstig is van woongelegenhedn en de lozing in de openbare riool geschiedt overeenkomstig het in § 1 van artikel 3 bedoelde reglement).

Het is eveneens verboden vaste stoffen of vloeistoffen te deponeren op een plaats vanwaar ze door een natuurlijk verschijnsel in die wateren (of in de openbare riolen) kunnen terechtkomen.

Art. 3. § 1. De Koning stelt de algemene reglementen vast inzake de openbare riolen en de lozing van afvalwater in de wateren bedoeld in artikel 1, eerste lid.

Onder openbare riool wordt verstaan elke openbare afwatering aangelegd als ondergrondse geleiding of openluchtgreppel of -gracht en bestemd voor het opvangen van afvalwater.

§ 2. (opgeheven)

Art. 4. § 1. De Koning bepaalt de eenheid van verontreinigende belasting op grond van het volume en de kenmerken van het afvalwater dat gewoonlijk, in vierentwintig uren, door één inwoner geloosd wordt.

§ 2. De Koning kan de Minister tot wiens bevoegdheid de volksgezondheid behoort, gelasten voor het afvalwater van de nijverheids- of andere ondernemingen de waarde van de omzettingscoëfficiënten in eenheden verontreinigende belasting te bepalen.

Art. 5. (opgeheven voor toepassing in het Vlaamse Gewest)

Art. 6. (opgeheven voor toepassing in het Vlaamse Gewest)

Art. 7. (opgeheven voor toepassing in het Vlaamse Gewest)

HOOFDSTUK 2. - De waterzuiveringsmaatschappijen.

Afdeling 1. - Doel en bevoegdheid.

Art. 8. Er worden drie maatschappijen voor afvalwaterzuivering opgericht, namelijk:

  1. de waterzuiveringsmaatschappij van het kustbekken;

  2. de waterzuiveringsmaatschappij van het bekken van de Schelde;

  3. de waterzuiveringsmaatschappij van de bekkens van Maas, Seine en Rijn.

    De Koning stelt bij in Ministerraad overlegd besluit de grenzen van het gebied van elke maatschappij vast.

    Hij kan een gedeelte van een kunstmatige waterweg, die aardrijkskundig gelegen is in het bekken van een bepaalde maatschappij, aan het gebied van een andere maatschappij toevoegen.

    Hij kan, indien nodig, elke waterzuiveringsmaatschappij splitsen in afdelingen, waarvan bij het gebied vaststelt.

    De Koning bepaalt de datum waarop de maatschappijen hun activiteit aanvangen.

    Art. 9. § 1. De waterzuiveringsmaatschappijen zijn publiekrechtelijke verenigingen met rechtspersoonlijkheid.

    Zij zijn onderworpen aan de regels die bij de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige organismen van openbaar nut zijn opgelegd aan de instellingen bedoeld in artikel 1, littera B van die wet.

    § 2. Maken deel uit van deze maatschappijen en zijn verplicht op de vorming en de latere verhogingen van het kapitaal in te tekenen:

  4. de provincies waarvan het grondgebied geheel of gedeeltelijk tot het gebied van de maatschappij behoort;

  5. de openbare instellingen die oppervlaktewater winnen voor distributiedoeleinden en waarvan de watervang in het gebied van de maatschappij gelegen is;

  6. de ondernemingen waarvan het afvalwater een grotere verontreinigende belasting heeft dan het door de Koning bepaalde minimum, en die de behandeling ervan aan een zuiveringsstation van de maatschappij opdragen omdat zij zelf niet voor de zuivering van hun afvalwater wensen in te staan.

    § 3. De Koning stelt de statuten van de waterzuiveringsmaatschappijen vast; zij kunnen aanvullende bepalingen, die eigen zijn aan elke maatschappij, aan Zijn goedkeuring onderwerpen.

    De maatschappelijke zetel moet in het gebied gevestigd zijn en wordt in de statuten vastgesteld.

    Art. 10. § 1. De waterzuiveringsmaatschappijen zijn, elk voor haar gebied, belast:

  7. met het opstellen en uitvoeren van de programma's voor zuivering van het afvalwater van de openbare riolen of waarvan de zuivering haar door de ondernemingen is opgedragen;

    In dat opzicht hebben ze onder meer tot taak:

    a) de bestaande zuiveringsinstallaties van openbare besturen, instellingen van openbaar nut of intercommunale verenigingen over te nemen, aan te passen, te verbeteren;

    b) de plannen voor nieuwe installaties op te maken of te doen opmaken en uit te voeren;

    c) deze installaties te exploiteren en te onderhouden.

  8. (met het toezicht op de lozingen van afvalwater die krachtens het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning aan een vergunning onderworpen zijn)

  9. met de opsporing van elke eventuele oorzaak van waterverontreiniging.

    § 2. De programma's voor waterzuivering bedoeld in § 1, 1°, van dit artikel, worden ter goedkeuring voorgelegd aan de Minister tot wiens bevoegdheid de volksgezondheid behoort.

    Bij het overleggen van hun begroting leggen de maatschappijen aan dezelfde Minister ter goedkeuring de lijst voor van de nieuwe werken waarvan de uitvoering vanaf het volgend jaar voorzien wordt; de uitvoering van deze werken is onderworpen aan de machtiging van dezelfde Minister, onverminderd de bijzondere machtigingen die vereist zijn.

    § 3. Met machtiging van de Minister tot wiens bevoegdheid de volksgezondheid behoort, mogen verscheidene maatschappijen zich verenigen met het doel bepaalde installaties gemeenschappelijk te bouwen en te exploiteren.

    § 4. De Koning kan het beheer en de exploitatie van kunstwerken voor de afvoer en de behandeling van afvalwater die eigendom zijn van de Staat, aan de zuiveringsmaatschappijen toevertrouwen overeenkomstig de modaliteiten die Hij bepaalt.

    § 5. Uitzonderlijk en met machtiging van de Minister tot wiens bevoegdheid de volksgezondheid behoort, mogen de waterzuiveringsmaatschappijen zuiveringsinstallaties voor rekening van derden ontwerpen, bouwen, exploiteren en onderhouden.

    § 6. De waterzuiveringsmaatschappijen geven zowel op verzoek van de Minister tot wiens bevoegdheid de volksgezondheid behoort, als op eigen initiatief, advies omtrent de maatregelen die moeten genomen worden ter bescherming van de wateren van hun gebied tegen verontreiniging.

    Art. 11. Indien de verantwoordelijke organen van de maatschappij de verplichtingen, hun opgelegd krachtens deze wet of krachtens de statuten, niet nakomen, kan de Koning de bevoegdheden van deze organen geheel of gedeeltelijk aan een door Hem benoemde commissaris opdragen.

    Art. 12. § 1. De waterzuiveringsmaatschappijen kunnen, met machtiging van de Koning, de onroerende goederen verkrijgen die zij nodig hebben voor hun werkzaamheden.

    § 2. De waterzuiveringsmaatschappijen kunnen, overeenkomstig de desbetreffende wetten, gebouwde of ongebouwde onroerende goederen ten algemenen nutte onteigenen voor de vestiging van waterzuiveringsinstallaties door de maatschappijen zelf, door andere publiekrechtelijke personen of door particulieren.

    § 3. De in dit artikel bedoelde onroerende verrichtingen en onteigeningen kunnen geschieden door toedoen van de comités tot aankoop van onroerende goederen voor rekening van de Staat, wier ambtenaren de bevoegdheid zullen hebben om in naam van de betrokken waterzuiveringsmaatschappijen akten te verlijden alsook rechtsvervolgingen en onteigeningsprocedures in te stellen.

    Art. 13. Behalve inzake inkomstenbelastingen worden de waterzuiveringsmaatschappijen met het Rijk gelijkgesteld ten aanzien van de wetten betreffende de taksen en directe belastingen ten behoeve van het Rijk, de provinciën en de gemeenten.

    Voor de toepassing van het Wetboek van de inkomstenbelastingen worden de waterzuiveringsmaatschappijen gelijkgesteld met de maatschappijen en verenigingen die slechts op bepaalde inkomsten belastbaar zijn ingevolge artikel 103, § 1, 1°, van dat Wetboek, waarvan de tekst wordt aangevuld met een littera g betreffende de waterzuiveringsmaatschappijen beheerst door deze wet.

    De akten en mededelingen die hen betreffen, worden kosteloos bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

    Art. 14. De waterzuiveringsmaatschappijen halen hun geldmiddelen uit:

  10. de inschrijving van de vennoten op het maatschappelijk kapitaal;

  11. de toelagen van de Staat;

  12. de aangegane leningen;

  13. de bijdragen van de provincies en van de ondernemingen die aangesloten zijn op een openbaar riool of op een moerriool van de maatschappijen;

  14. het exploiteren of de verkoop van het gezuiverd water of van andere stoffen bij de behandeling van het afvalwater verkregen.

    Art. 15. § 1. Op het maatschappelijk kapitaal van de waterzuiveringsmaatschappijen wordt bij de oprichting of bij de toetreding van nieuwe leden ingeschreven door:

    a) de provincies, naar evenredigheid van het aantal inwoners van de provincie die in het gebied van de maatschappij verblijven, zoals dit blijkt uit de jongste officiële opgave...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT