4 JUNI 2009. - Besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap betreffende de vaststelling van de opleidingsvoorwaarden voor leerlingen in de middenstand en opleidingsondernemingen. - Erratum

De Nederlandse vertaling van bovenvermeld besluit, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 18 augustus 2009, blz. 54.623, dient te worden vervangen door de volgende tekst :

« 4 JUNI 2009. - Besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap betreffende de vaststelling van de opleidingsvoorwaarden voor middenstandsleerlingen en opleidingsondernemingen

De Regering van de Duitstalige Gemeenschap,

Gelet op het decreet van 16 december 1991 betreffende de opleiding en de voortgezette opleiding in de middenstand en de KMO's, artikel 7, § 7, gewijzigd bij de decreten van 14 februari 2000 en 17 mei 2004;

Gelet op het besluit van 24 februari 1989 tot vaststelling van een periode voor de afsluiting van leerovereenkomsten en gecontroleerde leerverbintenissen in de permanente vorming van de Middenstand;

Gelet op het ministerieel besluit van 27 oktober 1978 houdende bepaling van de erkenningsvoorwaarden van de leerovereenkomsten en van de gecontroleerde leerverbintenissen in de voortdurende vorming van de middenstand;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, d.d. 5 mei 2009;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister-President, bevoegd voor Begroting, d.d. 9 april 2009;

Gelet op het advies van het Instituut voor opleiding en voortgezette opleiding in de middenstand en in de kleine en middelgrote ondernemingen d.d. 22 april 2009;

Gelet op advies 46.614/2 van de Raad van State, gegeven op 2 juni 2009 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 2009;

Op de voordracht van de Minister van Vorming en Werkgelegenheid, Sociale Aangelegenheden en Toerisme;

Na beraadslaging,

Besluit :

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1. § 1. De leertijd omvat een praktische opleiding in een opleidingsonderneming erkend door het Instituut voor opleiding en voortgezette opleiding in de middenstand en in de kleine en middelgrote ondernemingen, hierna « IAWM » te noemen. Deze opleiding wordt aangevuld met algemene cursussen en beroepscursussen, tests en examens.

§ 2. De leertijd houdt in dat een leerovereenkomst wordt gesloten door bemiddeling van een leersecretaris. De leerovereenkomst wordt tussen het ondernemingshoofd en de leerling respectievelijk diens wettelijke vertegenwoordiger gesloten.

De voorwaarden zijn in de onderstaande bepalingen vastgelegd.

§ 3. Indien het ondernemingshoofd het ouderlijk gezag of de voogdij over de leerling uitoefent, sluit het ondernemingshoofd een gecontroleerde leerverbintenis met de leersecretaris af.

Voor een gecontroleerde leerverbintenis gelden dezelfde voorwaarden als voor een leerovereenkomst.

§ 4. In het kader van de onderstaande bepalingen heeft het IAWM de volgende taken :

  1. de door de leersecretarissen tot stand gebrachte leerovereenkomsten erkennen respectievelijk intrekken, evenals toezicht houden op het verloop van de leertijd, in het bijzonder in de opleidingsonderneming;

  2. de opleidingsondernemingen controleren en erkennen evenals de erkenning intrekken.

    § 5. Voor bepaalde beroepen kan de Regering na advies van het IAWM bijzondere bepalingen voor het sluiten van leerovereenkomsten vastleggen.

    § 6. Het model van de leerovereenkomst en van de gecontroleerde leerverbintenis wordt door de Minister bevoegd voor Vorming, op voorstel van het IAWM, vastgelegd.

    De leerovereenkomst en de gecontroleerde leerverbintenis bevatten op zijn minst de volgende gegevens :

  3. de precieze identiteit van de partijen;

  4. de maatschappelijke zetel van de opleidingsonderneming;

  5. haar ondernemingsnummer;

  6. de plaats van de praktische opleiding;

  7. de begin- en einddatum van de leerovereenkomst;

  8. de wekelijkse duur van de opleiding in de onderneming;

  9. het bedrag van de maandelijkse minimumtoelage;

  10. in voorkomend geval de identiteit van de opleider(s);

  11. de rechten en plichten van de partijen;

  12. de voorwaarden voor de beëindiging van de leerovereenkomst;

  13. de redenen die kunnen leiden tot de intrekking van de erkenning van de leerovereenkomst of tot de intrekking van de toestemming om nieuwe leerovereenkomsten te sluiten;

  14. in voorkomend geval de bijzondere plichten van de partijen met betrekking tot een bedrijfsoverkoepelende praktische opleiding.

    Art. 2. § 1. Leerovereenkomsten kunnen alleen worden gesloten voor beroepsopleidingen waarvan het opleidingsprogramma door de Minister bevoegd voor Vorming goedgekeurd is en door de Minister bevoegd voor Onderwijs, met toepassing van artikel 2 van de wet van 29 juni 1983 over de leerplicht, conform de deeltijdse leerplicht verklaard is.

    § 2. In het kader van een leerovereenkomst kunnen meerdere beroepen tegelijk worden geleerd. Het IAWM bepaalt de lijst van beroepen die gelijktijdig tijdens een leertijd kunnen worden aangeleerd.

    Art. 3. § 1. Om te verzekeren dat de leerling alle in het opleidingsprogramma vermelde vaardigheden worden aangeleerd, kan het IAWM in specifieke gevallen bepalen dat de leerling een bedrijfsoverkoepelende praktische opleiding moet volgen om een leerovereenkomst te kunnen sluiten.

    Een bedrijfsoverkoepelende praktische opleiding kan bestaan in :

  15. een aanvullende praktische opleiding in een andere erkende opleidingsonderneming waarvan de duur en de inhoud is vastgelegd;

  16. een praktische opleiding bij een door het IAWM aangewezen organisator van cursussen;

  17. een aanvullende praktische opleiding waarvan de duur en de inhoud zijn vastgelegd en die gevolgd wordt in een andere opleidingsonderneming, in een ander land van de Europese Unie.

    § 2. De leersecretaris ziet erop toe dat de organisatie van de verschillende opleidingscycli schriftelijk en duidelijk wordt vastgelegd tussen de natuurlijke personen of rechtspersonen die bij de praktische opleiding betrokken zijn.

    Art. 4. § 1. De algemene cursussen en beroepscursussen en de tests en examens vinden in de regel plaats in een centrum voor opleiding en voortgezette opleiding in de middenstand en de kmo's dat erkend is met toepassing van artikel 27 van het decreet van 16 december 1991 betreffende de opleiding en de voortgezette opleiding in de middenstand en de kleine en middelgrote ondernemingen, hierna « ZAWM » te noemen.

    § 2. Indien om organisatorische redenen geen algemene cursus of beroepscursus, geen tests of examens in een ZAWM aangeboden worden, kan het IAWM een andere organisator van cursussen hiervoor aanwijzen, voor zover het IAWM heeft vastgesteld dat de inhoud van de cursussen en de test- en examenvoorwaarden daar grotendeels overeenstemmen met dat wat bepaald is in het opleidingsprogramma van de opleiding.

    HOOFDSTUK II. - Toelatingsvoorwaarden voor leerlingen

    Art. 5. § 1. Om een leerovereenkomst te kunnen sluiten, moet de jongere aan de voltijdse leerplicht voldaan hebben.

    § 2. Jongeren die niet geslaagd zijn voor de eerste twee gemeenschappelijke jaren van het secundair onderwijs of voor het derde jaar van het secundair beroepsonderwijs, moeten slagen voor een bekwaamheidsproef die op aanvraag van de jongere of van de persoon die belast is met zijn opvoeding door het IAWM wordt georganiseerd binnen de periode waarin in de Duitstalige Gemeenschap leerovereenkomsten mogen worden gesloten.

    De deelnemer is geslaagd voor de bekwaamheidsproef, wanneer hij de helft van de punten behaalt. Het IAWM bepaalt de inhoud van de bekwaamheidsproef aan de hand van de vaardigheden die in de eerste twee gemeenschappelijke jaren van het secundair onderwijs werden aangeleerd.

    Als de jongere niet slaagt voor de bekwaamheidsproef, mag hij deze een keer per opleidingsjaar overdoen.

    § 3. Jongeren die houder zijn van het getuigschrift van het vijfde jaar van het gespecialiseerd secundair beroepsonderwijs zijn vrijgesteld van de bekwaamheidsproef.

    Jongeren die uit het gespecialiseerd secundair onderwijs komen, maar niet in het bezit van dat getuigschrift zijn, kunnen eveneens tot de bekwaamheidsproef worden toegelaten. Daartoe moeten ze het bewijs leveren dat het bevoegde psycho-medisch-sociaal centrum en de bevoegde klassenraad van de school voor gespecialiseerd secundair onderwijs ermee instemmen dat ze een middenstandsopleiding volgen.

    Art. 6. Om een leerovereenkomst te kunnen sluiten, mag de jongere niet ouder dan 29 jaar zijn.

    Art. 7. § 1. Om een leerovereenkomst te kunnen sluiten, moet de jongere lichamelijk geschikt worden verklaard voor de uitoefening van het beroep.

    § 2. Het medisch onderzoek moet zo vlug mogelijk - uiterlijk binnen de proeftijd van de leerovereenkomst - en op kosten van het ondernemingshoofd door een erkende arbeidsgeneeskundige dienst worden uitgevoerd.

    Art. 8. De jongere moet zich bereid verklaren, op instructie van de leersecretaris, vóór het sluiten van de leerovereenkomst of gedurende de leertijd deel te nemen aan een oriëntatiegesprek in een psycho-medisch-sociaal centrum of bij de Dienst voor Beroepskeuze van de Dienst voor Arbeidsbemiddeling van de Duitstalige Gemeenschap.

    HOOFDSTUK III. - Toelatingsvoorwaarden voor opleidingsondernemingen

    Art. 9. § 1. Om leerovereenkomsten te kunnen sluiten, moet de onderneming door het IAWM erkend zijn als opleidingsonderneming.

    § 2. De opleidingsonderneming moet het recht hebben het beroep waarop de praktische opleiding betrekking heeft, uit te oefenen. Indien hiervoor een bijzondere beroepstoelating vereist is, moet die worden bewezen.

    § 3. De opleidingsonderneming moet over de ruimten en de technische uitrusting beschikken die noodzakelijk zijn om de vaardigheden aan te leren die vermeld worden in het opleidingsprogramma van het beroep waarop de praktische opleiding betrekking heeft.

    Het IAWM bepaalt voor elk opleidingsberoep een ondernemingsprofiel dat de minimale technische uitrusting opsomt waarover een onderneming moet beschikken om als opleidingsonderneming te worden erkend.

    § 4. De opleidingsonderneming moet over het personeel, de organisatorische structuren en de in soort en omvang nodige activiteiten beschikken om de vaardigheden aan te leren die vermeld worden in het opleidingsprogramma van het beroep waarop de praktische...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT