5 AUGUSTUS 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de schoonmaak- en ontsmettingsondernemingen, betreffende de lonen, loontoeslagen en premies (1)

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de schoonmaak- en ontsmettingsondernemingen;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de schoonmaak- en ontsmettingsondernemingen, betreffende de lonen, loontoeslagen en premies.

Art. 2. Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 5 augustus 2006.

ALBERT

Van Koningswege :

De Minister van Werk,

P. VANVELTHOVEN

_______

Nota

(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad :

Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Bijlage

Paritair Comité voor de schoonmaak- en ontsmettingsondernemingen

Collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2005

Lonen, toeslagen en premies (Overeenkomst geregistreerd op 28 juli 2005 onder het nummer 75832/CO/121)

HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden en werksters uit de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de schoonmaak- en ontsmettingsondernemingen ressorteren, kleine en middelgrote ondernemingen en anderen.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst zal eveneens van toepassing zijn op elke arbeider of werkster in loondienst, met een onbeperkt of tijdelijk contract, voor werkzaamheden die in België worden uitgevoerd, welke ook het vestigingsland van de werkgever weze.

HOOFDSTUK II. - Lonen

A. Minimumuurlonen

Art. 2. De minimumuurlonen van de meerderjarige werklieden en werksters worden vanaf 1 juni 2005 als volgt vastgesteld voor een wekelijkse arbeidsduur van 37 u. (referentie-index = gezondheidsindex 114,25 van toepassing op 1 januari 2005).

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

5. De vaklui worden gesteld onder het regime aangenomen door de paritaire comités die bevoegd zijn voor de bedrijfstakken waaronder hun beroep valt, met het minimumloon van categorie 1.A.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

B. Stuklonen

De werkgevers verbinden zich om per week een voldoende hoeveelheid werk te verstrekken, ten einde minstens het conventionele minimum weekloon te doen bereiken, en/of het individuele weekloon.

Art. 3. De werkelijk uitbetaalde lonen op 30 juni 2005, welke ook de wijze van de uitbetaling weze, zullen op 1 juli 2005 met 0,125 EUR verhoogd worden.

Bestaande gunstiger voorwaarden worden behouden en verhoogd met de algemene verhogingen van 0,125 EUR zoals boven vermeld.

Indien de werkelijk uitbetaalde lonen stuklonen zijn, worden zij verhoogd met de volgende percentages :

Op 1 juli 2005 :

0,125 EUR x 100 pct.

minimumuurloon van de categorie op 30 juni 2005

Voor ruitenwassers gaat het hier om het loon 4.D.

C. Lonen voor jongeren

Art. 4. a. Categorieën 4 en 7

Het loon van de jongere werklieden en werksters die tot categorieën 4 en 7 behoren, wordt vastgesteld op de volgende percentages van de minimumlonen bepaald bij artikel 2 :

18 jaar :

100 pct. van het minimumloon van de personeelsleden van de glazenwasserij en de schoorsteenvegerij;

17 jaar :

80 pct. van het minimumloon van de personeelsleden van de glazenwasserij en de schoorsteenvegerij

- 17 jaar :

75 pct. van het minimumloon van de personeelsleden van de glazenwasserij en de schoorsteenvegerij.

  1. Categorie 9

    Het loon van de jongere werklieden en werksters die tot categorie 9 behoren, wordt vastgesteld op de volgende percentages van de minimumlonen bepaald bij artikel 2 :

    Op 17 1/2 jaar :

    95 pct. van het minimumloon van de categorie;

    Op 17 jaar :

    90 pct. van het minimumloon van de categorie;

    Op 16 1/2 jaar;

    85 pct. van het minimumloon van de categorie;

    Op 16 jaar en jonger :

    80 pct. van het minimumloon van de categorie.

  2. Werklieden en werksters die jonger zijn dan 18 jaar - Categorieën 1.A. - 1.B. - 1.C. - 1.D. - 2.A.

    Het loon van deze jongeren zal gedurende de eerste zes maanden anciënniteit in het vak, gelijk zijn aan het minimumloon van de werkman of werksters, zie artikel 3, min 0,1983 EUR.

    Na de periode van zes maanden, zal het loon gelijk staan met dit van de werklieden en werksters die 18 jaar oud zijn.

    HOOFDSTUK III. - Premies

    A. Arbeid verricht tussen 22 uur en 6 uur

    Art. 5. Elke arbeid verricht tussen 22 uur en 6 uur, geeft aanleiding tot de betaling van een premie boven het gewone loon voor dezelfde arbeid overdag.

    De premie is, voor elke categorie, gelijk aan 1,9050 EUR...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT