Besluit van de Vlaamse regering betreffende de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning en verkavelingsaanvragen. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 20-05-2000 en tekstbijwerking tot 17-08-2004)., de 5 mai 2000

Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder het decreet : het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening.

Art. 2. Dit besluit is van toepassing op de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning en verkavelingsaanvragen, hierna de aanvragen te noemen.

Art. 3. § 1. De aanvragen die de Vlaamse regering onderwerpt aan een milieu-effectrapportering overeenkomstig artikel 104 van het decreet, worden steeds samen met het milieu-effectrapport onderworpen aan een openbaar onderzoek, ook al bestaat voor het gebied waar het perceel gelegen is een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, een bijzonder plan van aanleg of een niet vervallen verkaveling.

§ 2. Indien voor het gebied waarin het perceel gelegen is een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, een bijzonder plan van aanleg of een niet-vervallen verkaveling bestaat en de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning in overeenstemming is met de bepalingen ervan, is een openbaar onderzoek niet vereist.

§ 3. De volgende aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning worden onderworpen aan een openbaar onderzoek :

  1. het oprichten van gebouwen of constructies met een hoogte van meer dan 20 meter; het verbouwen van lagere gebouwen en constructies waardoor deze dezelfde hoogte bereiken; het verhogen van gebouwen of constructies die hoger zijn dan 20 meter met meer dan 5 meter;

  2. het oprichten en wijzigen van infrastructuurwerken met een lengte van meer dan 200 meter;

  3. het oprichten van gebouwen of constructies met een bruto grondoppervlakte van meer dan 500 vierkante meter; het verbouwen van kleinere gebouwen en constructies waardoor deze dezelfde oppervlakte bereiken; het uitbreiden van gebouwen of constructies met meer dan 500 vierkante meter. Deze verplichting geldt niet in een industriegebied in de ruime zin, zoals gebied voor vervuilende industrie, gebied voor milieubelastende industrie, gebied voor ambachtelijke bedrijven en kleine en middelgrote ondernemingen, regionaal bedrijventerrein of lokaal bedrijventerrein;

  4. het oprichten van gebouwen of constructies met een bruto volume van meer dan 2000 kubieke meter; het verbouwen van kleinere gebouwen en constructies waardoor deze hetzelfde volume bereiken; het uitbreiden van gebouwen of constructies met meer dan 2000 kubieke meter. Deze verplichting geldt niet in een industriegebied in de ruime zin, zoals gebied voor vervuilende industrie, gebied voor milieubelastende industrie, gebied voor ambachtelijke bedrijven en kleine en middelgrote ondernemingen, regionaal bedrijventerrein of lokaal bedrijventerrein;

  5. het ontbossen, het aanmerkelijk wijzigen van het reliëf van de bodem, het gewoonlijk gebruiken, aanleggen of inrichten van een grond, het aanleggen of wijzigen van recreatieve terreinen met een grondoppervlakte van meer dan 500 vierkante meter. Deze verplichting geldt niet indien een openbaar onderzoek over hetzelfde project is gehouden in het kader van de regelgeving inzake de landinrichting of de natuurinrichting;

  6. het geheel of gedeeltelijk wijzigen van de hoofdfunctie van een onroerend bebouwd goed met het oog op een nieuwe functie, met een bruto grondoppervlakte van meer dan 500 vierkante meter;

  7. werken, handelingen en wijzigingen aan of palend aan een beschermd monument of op een ontwerp van lijst voorkomend monument;

  8. (aanvragen waarvoor de toepassing is vereist van artikel 145, § 1 of 195 van het decreet. Aanvragen waarvoor de toepassing is vereist van artikel 145bis of 195bis , eerste lid, 1° en 2°, van het decreet, zoals bepaald in artikel 109, § 1, vierde lid van het decreet;)

  9. aanvragen voor kleine werken van algemeen belang die afwijken van de voorschriften van een ruimtelijk uitvoeringsplan, voorzover het bovengrondse constructies betreft met een grondoppervlakte groter dan 10 vierkante meter of een hoogte van meer dan 10 meter;

  10. (Opgeheven)

  11. aanvragen waarvoor de toepassing is vereist van artikel 49 van het decreet betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996;

  12. aanvragen waarvoor de toepassing is vereist van artikel 20 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen, voorzover het bovengrondse constructies betreft met een grondoppervlakte groter dan 10 vierkante meter of een hoogte van meer dan 10 meter;

  13. aanvragen waarbij scheimuren of muren, die in aanmerking komen voor mandeligheid of gemene eigendom, worden opgericht, uitgebreid of afgebroken;

  14. aanvragen voor het plaatsen van vergunningsplichtige tuinafsluitingen op de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT