23 MEI 2014. - Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 21 maart 2014 betreffende maatregelen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften wat betreft programmatieaanvragen en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 17 juni 1997 betreffende de programmatie-, rationalisatie- en behoudsnormen in het buitengewoon basisonderwijs

De Vlaamse Regering,

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980, artikel 20;

Gelet op het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, artikel 101, gewijzigd bij het decreet van 21 maart 2014, artikel 103, artikel 105bis, artikel 109, artikel 110, artikel 111, vervangen bij het decreet van 22 juni 2007 en gewijzigd bij het decreet van 21 maart 2014, artikel 112, artikel 114, artikel 116 en artikel 121;

Gelet op de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010, bekrachtigd bij het decreet van 27 mei 2011, artikel 286, gewijzigd bij het decreet van 21 maart 2014, artikel 289 en artikel 290/1, ingevoegd bij het decreet van 21 maart 2014;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 17 juni 1997 betreffende de programmatie-, rationalisatie- en behoudsnormen in het buitengewoon basisonderwijs;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 24 juni 1997 over de bevoegdheid, de samenstelling, en de werking van de commissies van advies voor het buitengewoon onderwijs;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 5 mei 2014;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door de omstandigheid dat de artikelen in het decreet van 21 maart 2014 betreffende maatregelen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften die betrekking hebben op de programmatie van een bijkomend aanbod in het buitengewoon onderwijs, in werking treden op 1 april 2014, en dat de scholen hun programmatieaanvraag voor het nieuwe type 9 uiterlijk op 1 juli 2014 bij de overheid moeten indienen met het oog op de start van het nieuwe aanbod op 1 september 2015. Het is voor de organisatie van het schooljaar 2015-2016 en voor de rechtszekerheid van schoolbesturen, directies, personeelsleden en ouders die hun kind in het nieuwe type 9 willen inschrijven, essentieel dat ze zo snel mogelijk duidelijkheid krijgen over de scholen waar het nieuwe aanbod type 9 uitgebouwd zal worden, zodat de inschrijvingen bij het begin van 2015 zonder problemen kunnen verlopen;

Gelet op advies 56.343/1 van de Raad van State, gegeven op 20 mei 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel;

Na beraadslaging,

Besluit :

HOOFDSTUK 1. - Definitie

Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder agentschap: het Agentschap voor Onderwijsdiensten van het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming, opgericht bij het besluit van de Vlaamse regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie.

HOOFDSTUK 2. - Secundair onderwijs

Afdeling 1. - Programmatieaanvragen

Art. 2. Om een programmatieaanvraag in te dienen voor de oprichting van een nieuw type of nieuwe opleidingsvorm in het buitengewoon secundair onderwijs of voor de oprichting van een nieuwe school in het buitengewoon secundair onderwijs moet een oprichtingsdossier samengesteld worden dat ten minste de volgende elementen bevat:

  1. de identificatiegegevens van het schoolbestuur, de school en de vestigingsplaats;

  2. het schooljaar waarop de programmatie betrekking heeft;

  3. het type of de opleidingsvorm waarop de programmatie betrekking heeft;

  4. de motivering van de programmatieaanvraag die ten minste de volgende aspecten bevat:

    1. een omgevingsanalyse waarbij de noodzaak, de doelmatigheid en de leefbaarheid, met inbegrip van een realistische inschatting van het potentiële aantal leerlingen die, naargelang het te programmeren aanbod, voldoen aan de criteria, vermeld in artikel 259 van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010, wordt gemotiveerd en waarbij in de mate van het mogelijke ook rekening gehouden wordt met het lokale aanbod. Deze omgevingsanalyse is niet vereist als een opleidingsvorm van vrije keuze wordt opgericht in het buitengewoon onderwijs;

    2. een beschrijving van de aangepaste en schoolexterne begeleidingsmogelijkheden, tenzij dat voor de beoogde doelgroep niet relevant is. Dat laatste wordt gemotiveerd in de aanvraag;

    3. een verantwoording dat de school beschikt over de vereiste infrastructurele en materiële voorzieningen, onder meer op het gebied van toegankelijkheid en over de nodige hulpmiddelen voor de doelgroep;

    4. een bewijs van bestaande expertise over de nieuwe doelgroep of de professionaliseringsinspanningen waarin voorzien is;

  5. bewijsstukken, namelijk:

    1. het protocol van de onderhandelingen in het lokaal comité en het verslag van het overleg binnen de schoolraad in geval van de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT