10 NOVEMBER 2011. - Decreet betreffende de ondersteuning van de filmsector en de audiovisuele creatie (1)

Het Parlement van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

  1. - TITEL I. - ALGEMENE BEPALINGEN

    1.1. - HOOFDSTUK I. - Definities

    Artikel 1. Voor de toepassing van dit decreet, wordt verstaan onder :

    1. Korte film :

      Het audiovisuele werk dat voornamelijk bestemd is voor verspreiding in de bioscoopzalen en waarvan de duur korter is dan of gelijk is aan 60 minuten.

    2. Verdeler van televisiediensten :

      Elke rechtspersoon die het publiek één of meer televisiediensten ter beschikking stelt op ongeacht welke wijze, inzonderheid door middel van terrestrische radiogolven, de satelliet of een teledistributienetwerk. Het dienstenaanbod kan diensten omvatten die door de persoon zelf worden uitgegeven en diensten die door derden met wie hij contractuele betrekkingen heeft, worden uitgegeven. Als dienstenverdeler wordt eveneens beschouwd, elke rechtspersoon die een dienstenaanbod samenstelt, door contractuele betrekkingen met andere verdelers aan te knopen.

    3. Verdeler van audiovisuele werken :

      Elke rechtspersoon die cumulatief beantwoordt aan de volgende criteria :

    4. zijn maatschappelijk doel behoort hoofdzakelijk tot de audiovisuele sector en hij stelt administratief of artistiek personeel tewerk met inachtneming van de geldende sociale wetgeving;

    5. hij beschikt over de rechten die noodzakelijk zijn voor de verdeling van een audiovisueel werk op het betrokken grondgebied;

    6. hij verdeelt het audiovisueel werk op zijn grondgebied;

    7. hij moet de daarbij horende verdelingskosten betalen;

    8. Uitgever van televisiediensten :

      De natuurlijke persoon of de rechtspersoon die de editoriale verantwoordelijkheid voor de keuze van de inhoud van de televisiedienst neemt en die de wijze bepaalt waarop hij wordt georganiseerd.

    9. Exploitant van een bioscoopzaal (bioscoopzalen) :

      De rechtspersoon die tot de bevoegdheid van de Franse Gemeenschap behoort en die beschikt over een handelsbedrijf met een enkel scherm of met verschillende schermen, op dezelfde plaats en onder dezelfde handelsnaam, met uitsluiting van de polyvalente zalen van de filmclubs en de culturele centra. Worden eveneens als een enkele bioscoopzaal beschouwd, de bedrijven met een enkel scherm of met verschillende schermen, die gelegen zijn op verschillende plaatsen van één zelfde stad en die eigendom zijn van hetzelfde handelsbedrijf of waarvan de programmering van de zalen door dezelfde organisatie wordt verricht.

    10. Lange film :

      Het audiovisuele werk dat voornamelijk bestemd is voor verspreiding in de bioscoopzalen en waarvan de duur langer is dan 60 minuten.

    11. Audiovisueel werk :

      Het audiovisuele werk dat beantwoordt aan de definitie van het audiovisuele fictiewerk of aan de definitie van het documentaire audiovisuele werk, met uitzondering van de volgende categorieën :

    12. het televieplateauprogramma, met inbegrip van het programma dat documentaire of fictionele sequenties uitzendt;

    13. het televisieontspanningsprogramma, met inbegrip van het programma dat een scenario, een enscenering of een montage omvat of dat een zekere vorm van realiteit vertoont;

    14. het televisuele programma dat op fictieve wijze plateauprogramma's vertoont;

    15. de actualiteitsreportage;

    16. de informatiemagazine;

    17. het gewone opnemen, zonder wijziging van de enscenering of van de montage, van een levend spektakel, als dat spektakel onafhankelijk van het televisuele programma bestaat.

    18. Audiovisueel kunst- en essaywerk :

      Het audiovisuele werk dat voldoet aan ten minste één van de volgende criteria :

    19. de visie weergeven van een auteur, waarbij de film als een kunstdiscipline wordt beschouwd en bij het maken van het script en het regisseren vooral gepoogd wordt zijn opvatting van het werk trouw te blijven;

    20. een onderzoeks- of vernieuwingsaspect vertonen op het gebied van de audiovisuele sector;

    21. recent zijn, en de eisen van de kritiek en de gunst van het publiek verzoenen, en kunnen beschouwd worden als een aanzienlijke bijdrage voor de creatie van audiovisuele werken.

    22. Audiovisueel fictiewerk :

      Het audiovisuele werk dat aan alle volgende criteria voldoet :

    23. een creatie van de verbeelding zijn, ook al wil het een realiteit weergeven;

    24. een geënsceneerd werk zijn waarvan de productie steunt op een scenario, ook voor de films die improvisatie vrije uiting geven en waarvan het regisseren, met uitzondering van de animatiewerken, voornamelijk steunt op de prestatie van uitvoerend kunstenaars.

      Die definitie omvat de audiovisuele animatiewerken.

    25. Documentair audiovisueel werk :

      Het audiovisuele werk dat aan alle volgende criteria voldoet :

    26. een creatie zijn die een element uit de realiteit voorstelt, buiten de behandeling ervan die tot de animatie behoort;

    27. de visie van een auteur hebben, gekenmerkt door diepgaand nadenken, rijping van het behandelde onderwerp, onderzoek en maken van een script;

    28. de verwerving van kennis mogelijk maken;

    29. het onderwerp behandelen, met een duidelijke onderscheiding van een programma met een strikt informatiedoel;

    30. van duurzaam belang zijn, anders dan als archief.

    31. Experimenteel audiovisueel werk :

      Het audiovisuele werk dat, door zijn vorm of zijn inhoud, een visie voorstelt die de vernieuwing of de uitbreiding van de film- en audiovisuele expressie inhoudt, en die afstand doet van de traditionele verhalende schema's, om te komen tot een individueel of ambachtelijk werk, buiten alle normen.

    32. Televisueel eenheidswerk :

      Het audiovisuele eenheidswerk dat prioritair bestemd is voor de verspreiding door een uitgever van televisiediensten.

    33. Organisator van een filmfestival :

      De rechtspersoon die tot de bevoegdheid van de Franse Gemeenschap behoort en audiovisuele werken programmeert in het kader van een evenement dat in de tijd en de ruimte beperkt is. De manifestatie wordt gekenmerkt door een brede waaier van geprogrammeerde werken en heeft als hoofddoel de verspreiding van de werken zowel naar het grote publiek als naar een nationaal of internationaal professioneel publiek, met het oog op de ontwikkeling en de promotie van de filmsector als kunstdiscipline.

    34. Producent van audiovisuele werken :

      Iedere onafhankelijke producent van audiovisuele werken, opgericht in de vorm van een rechtspersoon die aan alle volgende criteria voldoet :

    35. waarvan het maatschappelijk doel hoofdzakelijk tot de audiovisuele sector behoort, die administratief of artistiek personeel tewerkstelt met inachtneming van de toepasselijke sociale wetgeving;

    36. de financiële middelen, het personeel en alle gegevens ter beschikking stellen, die noodzakelijk zijn voor de verwezenlijking van een audiovisueel werk;

    37. een rechtspersoonlijkheid hebben die verschilt van die van een dienstenuitgever;

    38. niet op een rechtstreekse of onrechtstreekse wijze over meer dan vijftien procent van het kapitaal van een dienstenuitgever beschikken;

    39. niet meer dan negentig procent van zijn omzet, gedurende een periode van drie jaar, halen uit de verkoop van de producties aan één zelfde dienstenuitgever;

    40. waarvan het kapitaal niet rechtstreeks of onrechtstreeks voor meer dan vijftien procent in het bezit is van één dienstenuitgever;

    41. waarvan het kapitaal niet door meer dan vijftien procent in het bezit is van een maatschappij die rechtstreeks of onrechtstreeks meer dan vijftien procent van het kapitaal van een dienstenuitgever bezit.

    42. Televisieserie : het audiovisuele werk met verschillende afleveringen dat prioritair bestemd is voor de uitzending door een televisiedienstenuitgever.

    43. Televisiedienst : een dienst die ressorteert onder de editoriale verantwoordelijkheid van een televisiedienstenuitgever waarvan het hoofddoel bestaat in het uitzenden aan het publiek van televisieprogramma's door elektronische communicatienetwerken met het oog op het informeren, ontspannen en opvoeden of het verrichten van een handelscommunicatie.

      1.2. - HOOFDSTUK II. - Algemene bepalingen

      Art. 2. § 1. De in dit decreet bedoelde steun wordt toegekend binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten van de Franse Gemeenschap.

      § 2. De begunstigde verbindt er zich toe de toegekende steun te gebruiken overeenkomstig de geldende wetten en verordeningen, inzonderheid inzake auteursrechten en naburige rechten alsook inzake sociaal en fiscaal recht.

      § 3. Bij overtreding van de in § 2 bedoelde regeling, vraagt de Franse Gemeenschap de teruggave van het geheel of een deel van de steun.

      Art. 3. § 1. Voor de verlening van steun in de zin van dit decreet komen niet in aanmerking :

    44. de audiovisuele werken met een reclame-, wetenschappelijk, actualiteits- of didactisch doel, met uitzondering van de didactische werken met een artistieke of litteraire inslag;

    45. de audiovisuele werken met een pornografisch of racistisch karakter, deze die tot geweld aanzetten en deze die aanzetten tot de schending van de rechten van de mens;

    46. de audiovisuele werken die door de overheid worden besteld;

    47. de audiovisuele bedrijfswerken.

      § 2. Onverminderd de bijzondere bepalingen in verband daarmee, kan de subsidie niet worden toegekend aan rechtspersonen of natuurlijke personen die behoren tot een instelling of een vereniging waarvan bij een in kracht van gewijsde gegane rechterlijke beslissing werd vastgesteld dat ze niet de democratische beginselen in acht nemen zoals die bepaald zijn in het Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, bij de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenophobie ingegeven daden, en bij de wet van 23 maart 1995 tot bestraffing van het ontkennen, minimaliseren, rechtvaardigen of goedkeuren van de genocide die tijdens de tweede wereldoorlog door het Duitse nationaal-socialistische regime is gepleegd.

      Art. 4. De Regering stelt de procedures vast voor de toekenning en de uitbetaling van de steun die bij toepassing van dit decreet wordt toegekend.

      Het steungeld kan alleen worden uitbetaald aan begunstigden waarvan het hoofdverblijf, de maatschappelijke zetel of het vaste agentschap gelegen is in het Franse taalgebied of in...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT